Het ding was nog niet zo lang geleden onderdeel van de vederpracht van de vader of de moeder van onze aanstaande kalkoen. Ons beest is nog maar net uit het ei gekropen, dus van hem of haar zouden we alleen wat dons kunnen tonen. Je moet het dus even doen met de nalatenschap van zijn of haar ouders…
Marleen heeft een optie genomen op het kalkoenkuiken. Tegen de winter zal het, strikt biologisch opgevoed, klaar zijn om het Ministerie en Vrienden culinaire diensten te bewijzen. De vogel heeft dan een vrij leven genoten tussen aspergevelden en hakhoutbosjes in de omgeving van het Noord-Limburgse Merselo. Panklaar is-ie (of ze) tegen die tijd!
We spraken zelfs al een datum af. Het beest zou een dienende rol vertolken bij onze viering van Thanksgivingday. (Als je dan met overgave het Suikerfeest viert, en een uitstapje naar het Chinees Nieuwjaar niet schuwt, waarom zou je dan ook niet eens een Amekaanse feestdag adopteren? En zeker wanneer je je realiseert dat een en ander uiteindelijk een Nederlandse oorsprong kent.)
Thanksgivingday is het feest waarop men god ( bij anderen ook wel: God) dankt voor de goede gaven des velds en zo nog een en ander. Het feest valt altijd op de vierde donderdag van de maand november. Dit jaar dus op de 22ste, een dag dat ik moet werken… En zomaar midden in een nachtdienstweek een dagje vrij nemen, dat kun je schudden.
Geen nood, dacht ik. Ook Canada kent haar Thanksgivingday. Die valt op de 2e maandag in oktober. En uiteindelijk heb ik meer met dat tweetalig volkje ten noorden van de You-Ess-Of -Ee. Ons halve dorp verkaste in mijn jeugd naar die contreien…
Ook op dié datum blijkt mijn broodheer beslag te leggen op mijn goedwillende inzet. Dat wordt dus niks met Thanksgivingday. We zullen een andere gelegenheid moeten vinden, misschien zelfs een andere feestdag ontwerpen…
In een ver verleden deelde ik het atelier met Jan van Gemert. Hij was beeldend kunstenaar, in behoorlijk goeden doen, ik kunstenstudent in arrenmoede. Jan hielp me kunstzinnige problemen op te lossen. En nu en dan schoof hij wat af. Nooit geldelijk, altijd in de materiële zin. Canvas, olieverf, inkten, papier, het gewone kunstenaarsgedoe. Maar soms ook wijnen, bij voorkeur van Spaanse afkomst, en soms etenswaar.
De enige kalkoen die Ellen ooit heeft verwerkt kwam van Jan. En hij kreeg hem weer van een buurman uit het Noord-Limburgse Oler, uit een kweekbatterij. Een gigantisch beest was het.
Ellen had er goed over nagedacht, over wat te doen met zo’n monster. Het stond haar alleen niet aan, ook toen al niet, zo’n gevaarte uit een legbatterij. En toen ze dan ook nog eens haar lijf brandde, serieus brandde met littekens en al, toen had voor haar het specimen Kalkoen afgedaan . Voorgoed, dacht ze… Sinds dien huldigt ze het stanpunt dat kalkoenen de ultime plofkippen zijn. Het meest abjecte uit de doorfokkultuur.
En gelijk heeft ze. Die kilo’s grote gedrochten, je moet ze niet willen !
Maar nu, dat beest uit Merselo. Zuiver op de graat, schoon van lijf en leden. Dat is toch een feest waard? Ik dacht het wel lezer, ik dacht het wel (Elen twijfelt). We zullen zien…
Hoi Paul, mooi geschreven hoor….lol.
Kijk hier maar eens, daar zit vast wel een feestdag voor je bij die wel uitkomt met je werkzaamheden.
http://internationalefeestdagen.com/
Groetjes en hopelijk tot gauw.
Constant & Gerrie
Ja de overbuurman fokte die kalkoenen in Oler. Dat weet ik nog goed. ze maakte ook altijd veul herrie. Och gerum beestjes.
Maar die a.s. van jullie heeft een beter leven.
(Mooi stukske trouwens).