Het was geen toeval dat we vandaag paardenbiefstuk aten. De directe aanleiding was een publicatie op het Foodlog, (donderdag 8 februari), geplaatst door Wouter van der Land. Hij schreef over een onderzoek naar paardenvlees in onze huis-tuin-en-keukensnacks, gedaan door studenten van de Universiteit van Wageningen, in opdracht van Wakker Dier. Binnen de korste keren volgden er zo’n zestig reacties op het artikel. Een leuk debat, het houdt de gemoederen bezig. De uitslag van het onderzoek was voor het Ministerie overigens niets nieuws, we deden zelf anderhalf jaar geleden al veldonderzoek en ontdekten dat een fors aantal snacks wel degelijk paardenvlees bevatten. De Wageningse studenten deden niks anders dan ik, behalve dan dat ze wat meer snackverpakkingen lazen.
Maar goed, we hadden er zin in gekregen en dus kocht ik vrijdagochtend twee paardenbiefstukjes bij slager Snijders. Nederlandse lapjes, werd ons verzekerd. Ze wogen 160 gram het stuk. Thuis bleek dat ze niet helemaal naar onze zin gesneden waren; volgende keer beter opletten dus. Ik heb ook maar meteen een onsje paardenrookvlees gekocht. Sappig, zacht en een tikje zoet.
Ellen maakte de biefstuk vanavond klaar. De foto toont de prachtige structuur van dit biologisch verantwoord vlees. We aten er broccolipuree bij, frietjes en gebakken champignons. Een glas rode wijn uit Portugal maakte de gang af. Stukje Munster en espresso toe en een stukje bittere chocolade.
De andere tak van het slagersgeslacht Snijders leverde de laatste paardenslachter van ons dorp. Hij werkt intussen al weer jaren als bibliothecaris. Het Ministerie is van zins hem binnen niet al te lange tijd te gaan interviewen. Daar moet toch een verhaal te halen zijn…
© paul