Nootmuskaatkip met paddenstoelensaus…

Nootmuskaatkip met paddenstoelensaus...

Jules Clancy houdt er een website op na, luisterend naar de naam Stonesoup. De naam suggereert dat er gekookt wordt met weinig of bijna niets. Clancy huldigt de stelling dat je zou moeten koken met maximaal vijf ingrediënten per gerecht (peper en zout niet meegerekend). En eerlijk is eerlijk, het lukt haar regelmatig om wat lekkers op tafel te toveren met haar vijf-dingen principe. Enfin, Stonesoup is een inspirerende website en het loont zich om er eens een beetje op rond te dolen.

Een paar jaar geleden ontdekte Ellen het recept van kip met heel veel nootmuskaat op die site, via een tip van Klary Koopmans. Het basisidee was prima, maar uiteindelijk toch te sober naar Ellens smaak, dus ze vertimmerde het recept een beetje en maakte het wat rijker. Sindsdien eten we de nootmuskaatkip regelmatig. En nu dan was het mijn beurt om met het recept aan de gang te gaan.

Ik heb niet zo erg veel veranderd aan Ellens versie, maar aangezien ik wonderschone grotchampignons in huis had, heb ik van de saus een paddenstoelensaus gemaakt. Mijn recept gaat uit van vier kippendrumsticks. In een maaltijd met veel bijgerechten kan dat voldoen voor vier personen.

  • 4 drumsticks (van biologische kip),
  • zout en peper uit de molen,
  • vers geraspte nootmuskaat,
  • bloem,
  • 1 (niet te kleine) gesnipperde sjalot,
  • 2 tenen knoflook, gesnipperd of geperst,
  • 1 glas zoete witte wijn,
  • 1 glas kippenbouillon,
  • 150 gram champignons, grof gehakt,
  • 40 gram geklaarde boter,
  • 1 flinke scheut room.

Dep (indien nodig) de drumsticks droog met keukenpapier. Wrijf ze vervolgens in met peper en zout uit de molen en flink wat vers geraspte nootmuskaat. Bestuif de drumsticks vervolgens met wat bloem. Zet ze even weg.

Fruit de sjalot en de knoflook in een koekenpan, in 20 gram boter, en voeg, wanneer de sjalot glazig wordt, de paddenstoelen toe. Flink peper uit de molen eroverheen, paddenstoelen zijn  daar dol op. Laat het geheel op een niet te hoog vuur 10 minuten bakken. (Eventueel een klontje boter toevoegen, paddenstoelen slobberen vetstof.)

Bak intussen in een braadpan met deksel in de resterende boter de kippendrumsticks rondom bruin. Giet er vervolgens de wijn bij en de bouillon. De gebakken champignons, knoflook en sjalot voeg je nu toe. Vervolgens rasp je er nog een flinke hoeveelheid nootmuskaat overheen. Laat dan de vloeistof even aan de kook komen en zet vervolgens de pan op een klein vuurtje weg. Het gerecht mag 45 minuten heel zachtjes stoven.

Wanneer de kippenpoten botermals zijn geworden neem je ze uit de pan en zet je ze warm weg. Voeg nu een flinke scheut room toe aan de saus en laat het geheel inkoken tot de door jou gewenste dikte. Leg eventueel de drumsticks nog even terug in de saus en dien vervolgens op.

Wij aten er aardappelpuree bij en gegratineerde venkel. Een glas Spaanse rode wijn voldeed, het had evengoed witte wijn mogen zijn. Kopje espresso toe en het laatste chocolade paaseitje…

© paul

 

Vis met paddenstoelen uit de oven…

Kabeljauw met paddenstoelen en spekjes uit de oven...
Het samenbrengen van vis en paddenstoelen in een gerecht blijft in West-Europa een vreemde aangelegenheid. Nogal wat mensen vinden het ronduit vloeken in de kerk om de combinatie te maken, het zou niet smaken. Anderen komen gewoonweg niet op het idee. Hoe dat komt weet ik niet, mogelijk is dat zo omdat wij van oudsher geen vooraanstaande paddenstoelencultuur hebben.

Onze Europese oosterburen (Tsjechen, Polen, Russen), die wel zijn opgegroeid met een overdaad aan eetbare zwammen en macroschimmels, weten wel beter. De recepten liggen min of meer voor het oprapen. (Mits je hun taal machtig bent, want er wordt dan weer belabberd weinig uit die contreien in het Nederlands vertaald.) En gaat het in Oost-Europa voornamelijk over zoetwatervis, in het hoge Noorden (Zweden, Noorwegen, Finland) maakt men mooie, en vooral voedzame gerechten met paddenstoelen en zeevis. En dan hebben we het in het geheel nog niet gehad over de keukens van Zuid-Oost Azië…

Zoiets stond ik te denken toen ik de groentelade van de koelkast opentrok. Prachtige biologische kastanjechampignons lagen me aan te staren. Wilde ik ze mooi houden dan diende ik ze binnen afzienbare tijd te gebruiken, ze begonnen het einde van de houdbaarheidsdatum te naderen. Vis had ik eerder die dag gekocht. Ach, het moest er maar weer eens van komen. En dan niet zo’n exotisch gerecht, maar gewoon een alledaags potje, passend in de keukens van de Lage Landen. Ik bedacht dan deze eenvoudige ovenschotel. Als voorspijs te gebruiken door vier personen. Als hoofdgerecht voldoet het (samen met aardappeltjes en groente) voor twee.

  • 300 gram kabeljauwfilet ( of andere witvis), in niet te kleine brokken gesneden,
  • 100 gram ontbijtspek, tot kleine dobbelsteentjes versneden,
  • 1 sjalot, fijn gehakt,
  • 150 gram champignons, in kwarten verdeeld.
  • scheut room,
  • klein scheutje Noilly Prat (Zuid-Franse vermouth),
  • wat citroensap,
  • olijfolie,
  • boter,
  • chilivlokken naar smaak en behoefte,
  • zwarte peper en zout uit de molen.

Bak de gesnipperde sjalot en de spekjes in olijfolie in een stevige pan op een middelhoog vuur tot de sjalot glazig is en de spekjes glanzen. Doe de kwarten paddenstoel erbij en bak kort op een hoog vuur. Voeg de room, de Noilly Prat en de chilivlokken toe en zwieper flink met de pepermolen (paddenstoelen houden van peper). Ben wat terughoudend met zout. Laat alles op een laag vuurtje 10 minuten stoven. Er mag vocht verdampen, maar zeker niet alles. Voeg desnoods druppelsgewijs wat water toe.

Beboter een ovenschaal en stort daarin de paddenstoelenmassa. Drapeer daarop de brokken vis en schuif de schotel in de oven die je op 190 graden hebt voorverwarmd. De oventijd is vervolgens ongeveer 15 minuten. (Wanneer je bang bent dat je vis te droog of te bruin wordt, kun je de schotel de eerste 10 minuten van de gaartijd afdekken met aluminiumfolie.) Dien warm op…

Wij aten er krielaardappeltjes bij en broccolipuree. Een glas witte wijn uit de Loirestreek paste erbij.

Kopje espresso toe!

© paul

Lees ook: Stoofpot van kabeljauw, garnaaltjes en heksenboleten… 

 

Stoofpot van kabeljauw, garnaaltjes en heksenboleten…

paddenstoelen met vis
Het lijkt een rare combinatie, vis en paddenstoelen, maar waarom eigenlijk. In het culinaire wereldje kom je wel vreemdere dingen tegen. Misschien heeft het ermee te maken dat paddenstoelen zo’n aards karakter hebben en terwijl het in de aard van vissen ligt dat ze onlosmakelijk verbonden zijn met water. Ik weet het niet lezer, maar een feit is dat er over de wereld genoeg recepten te vinden zijn waarin de twee vermeende tegengestelden worden verbonden.

Ellen experimenteerde al eerder met de combinatie, ze maakte een pastasaus met kabeljauw en cantharellen. Ditmaal was het mijn beurt. Ik gebruikte heksenboleten, vers geplukt. Ik heb er verder geen ervaring mee, maar ik stel me voor dat het gerecht ook te maken is met een goede kwaliteit champignons, hoewel de smaak anders zal zijn. Het recept volstaat als hoofdgerecht voor drie à vier personen.

  • 400 gram kabeljauwfilet,
  • 400 gram schoongemaakte heksenboleten,
  • 100 gram gepelde garnalen,
  • 1 rode ui,
  • 1 sjalot,
  • 3 tenen knoflook,
  • 4 plakjes rauwe ham, niet te dun,
  • olijfolie,
  • scheut witte wijn,
  • scheut room,
  • vers gehakte peterselie,
  • peper en zout.

Snijd de rauwe ham in reepjes en laat die in de olie bakken. Snipper de ui en de sjalot en hak de knoflook fijn. Voeg ze toe en laat ze glazig worden op een niet te hoog vuur. Voeg de paddenstoelen toe en laat ze even meebakken. Wat zout en flink wat peper uit de molen erbij (paddenstoelen houden van peper). Een flinke scheut wijn toevoegen en het geheel een half uur laten stoven met de deksel op de pan. Daarna de in grove brokken gesneden vis toevoegen, de garnaaltjes en een scheut room. Voorzichtig omscheppen en na tien minuten is het gerecht klaar. Is je stoofpotje te nat, dan even op een hoger vuur en zonder deksel laten inkoken. Bestrooi met vers gehakte peterselie en dien warm op.

© paul