Knoflooksoep tegen griep en andere ongemakken!

soep uit La Macha
Half Nederland loopt te snotteren en te sniffen, (ik schrijf expres niet snuiven, dat heeft hier in het Zuiden tegenwoordig een andere betekenis), men heeft griep, is verkouden of hoe je het ook noemen wilt. Ook wij ontkwamen er niet aan, een fikse verkoudheid met rillingen en een onbehaaglijk gevoel. Je kunt dan naar de huisarts gaan maar die hebben het al druk genoeg met ernstige gevallen. Beter is om deze soep te maken en te eten, je zult zien, soep helpt! Ik maak deze soep altijd flink heet met spaanse pepers, dán kun je snotteren!

Voor vier personen:

  • De oven voorverwarmen op 200 graden.
  • 4 flinke sneden oud witbrood, of oud stokbrood, in kleine stukjes gesneden
  • 1 liter bouillon
  • 75 gram gerookte ham in kleine sliertjes
  • 1 theelepel paprikapoeder mild
  • 1/2 theelepel chilipoeder
  • eventueel, voor de echte liefhebbers, een Spaanse peper in reepjes gesneden
  • 4 eetlepels olijfolie
  • zeker 8 ferme tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 eetlepel vers gehakte platte peterselie
  • 4 eieren

Verwarm de olijfolie en bak daarin het brood goudbruin. Voeg de knoflook toe en de reepjes ham en laat ze even meebruinen. Doe er het paprikapoeder de chili en eventueel de Spaanse peper bij, roer even goed om en giet de bouillon er bij. Laat de soep zo ongeveer 20 minuten zachtjes pruttelen.

Verdeel de soep over vier ovenvaste kommen of schaaltjes en laat in elk schaaltje voorzichtig een ei glijden. (zonder de schaal natuurlijk!) Zet de kommen dan 10 minuten in de hete oven, strooi er wat peterselie over en dien meteen op. Deze soep moet gloeiend heet gegeten worden. De bedoeling is dat het eiwit gestold is en het geel nog wat zacht en vloeibaar.

Kopje espresso toe, en beterschap!

© ellen.

De kersen op de taart…

Amarenekersen...

Met moeite diste ik de huissleutel uit mijn binnenzak. Hond Jaros trok me met zijn riem haast omver en tot overmaat van ramp bleek de voordeur te klemmen. Het zat allemaal niet mee, deze dag. Mijn kop vol snot, verhoging van lichaamstemperatuur, mijn oren dicht ten gevolge van de verkoudheid en mijn brein voelde als een wattenbol.

Eenmaal binnen trok Hond Jaros een sprint door het huis, en weer terug, en nog eens. Hij kwam kennelijk tekort aan ons mini-rondje door de tuin van de nonnen, hij blaakte nog van energie. Hij wél… Ik sukkelde door het huis in de richting van mijn plaatsje achter in de keuken. Met mijn rug tegen de kachel, dat wilde ik.

Op het aanrecht stond dat bordje met kersen, amarenekersen. Eindelijk gerechtigheid dacht ik, in ieder geval iets in huis wat tot troost stemt. Ik stak mijn hand al uit, maar ik werd wreed gecorrigeerd door een gil uit het achterhuis.

Die kersen zijn voor de taart!

Hoe had ze dat nou in de gaten? Ze zat met haar rug naar me toe… En gut, waarom moest dat nou zo luid? Ik kon dat toch niet weten, van die taart en zo…

Ik ben dan maar naar bed gegaan, het kwam deze dag niet meer goed…

© paul