Kippetje, onder de huid gevuld met Sobrassada…

Gegrilde kip met sobrassada onder de huid...

Een bezoek aan de overdekte markt van Avallon, dat levendige stadje in het noordoostelijke puntje van de Morvan, leverde naast regionale kazen, wijngaardslakken en Bretonse oesters, ook wat Spaanse delicatessen op. Er wonen kennelijk nogal wat Iberische Eu-burgers in die streek van Bourgondië, want de rijk gevulde specialiteitenkraam waar ik mijn spulletjes betrok werd voornamelijk gefrequenteerd door Spanjaarden en Spaans was er ook de voertaal. De kraamhouder sprak me aan in een soort van rudimentair Frans (net zo kreupel als dat van mij), maar hij was prima in staat mij zijn koopwaar onder de aandacht te brengen. En daar aan die kraam zag ik voor het eerst sinds tijden die worst weer terug.
Die worst heet Sobrassada, soms ook Sobrassada de Mallorca. Ik heb over die worst in het verleden al eens geschreven: zie beneden…
Belangrijk voor nu is te weten dat het een zachte worst is die als een soort smeerworst op brood wordt gegeten of wordt verwerkt in allerlei gerechten. Hij wordt gemaakt van goed varkensvlees en geconserveerd met heel veel scherpe paprika van de Balearen, die eilandengroep in de Middellandse Zee, voor de kust van Spanje.

Sinds jaar en dag grill ik kippetjes, op de website vind je daar voorbeelden genoeg van. Bij een van mijn grill-recepten breng ik een vulling onder de huid aan. Een mengsel van lente-uitjes en chorisoworst. Toen ik echter die Sobrassada voor het eerst proefde (alweer jaren geleden), wist ik meteen, dit is wat eigenlijk onder de huid van zo’n kippetje moet.

Voor één gegrillde kip:
Een kip van onbesproken gedrag (In ons geval een Label Rouge kip uit de Loire-streek)
Een ons Sobrassada
Een lente-uitje
Olijfolie

Ik haalde de kip op tijd uit de koelkast. Dat is belangrijk omdat je een ruimte wilt maken tussen vlees van de kip en de huid. En dat gaat niet wanneer de kip te koud is, de huid scheurt dan meteen in. Dus toen de kip enigszins op temperatuur was wriemelde ik met twee vingers de huid van de kip los van het lijf, eerst vanuit de opening aan de hals, daarna vanaf de andere kant. Ook de huid van de billen dient losgewurmd te worden. In de tussenruimte stopte ik het worstvlees waardoorheen ik het lente-uitje had gekneed. Ik verdeelde het vlees mooi egaal over de borst en de poten.
De oven werd voorverwarmd op twee honderd graden, met de grillstand aan.
Ik bestreek de kip met olijfolie, zowel de onderkant alsook van boven, want aangezien we een hete-lucht oven hebben wordt de kip ook van onderen gegaard. Peper en zout kun je altijd nog toevoegen op je bord, maar hoeft er tijdens de bereiding niet bij. De worst bevat zout, peper en kruiderij.
Na een half uur grillen bracht ik de temperatuur terug naar pakweg honderdzestig graden. Het beest mocht daarna nog één uur  garen.

(Belangrijk: laat de kip tien minuten rusten onder aluminiumfolie nadat je haar uit de oven hebt gehaald. Écht waar, het komt de consistentie van het vlees en ook de smaak op een wonderbaarlijke wijze ten goede…)

Dat gedoe met “vullen onder de huid” lijkt heel ingewikkeld en het klinkt interessant.
Ach lezer, als ik het kan dan kun jij het ook. Het is echt niet moeilijk, en het levert wél op. Doordat de smaakmaker tussen de huid en het kippenvlees zit wordt bijvoorbeeld het wat saaie borstvlees bedruipt en dien ten gevolge stukken lekkerder. En de mogelijkheden zijn natuurlijk legio. Mijn Iraanse collega indachtig zou je bij voorbeeld ook een mengsel van walnotenpasta, gehakte abrikozen en verse koreandar kunnen gebruiken. Of misschien geraspte kaas, of kruidenboter. Enfin lezer, bedenk ‘t maar. Vullen met Sobrassada is in ieder geval een aanrader…

Mijn fotograaf laat zich verontschuldigen. Het is welhaast onmogelijk om met huis-tuin-keuken middelen een precies beeld te geven van wat het gerecht echt is. Ellen deed haar best, ze bleef het resultaat onbevredigend vinden.

We aten er goed brood bij en een beetje komkommersalade.

Kopje espresso toe.

Lees ook: Sobrassada de Mallorca…

© paul

gegrilde kip

Poulet Jaune Fermier...De grote supers hebben hun leven gebeterd; ze verkopen geen plofkip meer! Fijn voor de kippen, ze krijgen nu een beter leven. In Allehande kan je lezen over de nieuwe AH kip. Ze zijn van het Hubbard-ras en groeien wat trager dan de kippen die worden gehouden in de ‘gewone’ pluimveehouderij. Ze hebben aanmerkelijk meer plaats en ook wat vermaak in de stallen. Fijn, maar dat maakt het nog geen smakelijke kip. Het zou mooi zijn als AH nu ook wat meer verschillende rassen ging verkopen zoals bijvoorbeeld de gele en zwarte hoevekip (Label Rouge) of de Kemperhoen. Deze kippen hebben én een goed leven gehad, én zijn heel smakelijk en daar gaat het toch om. Nu zijn deze kippen in de grote steden misschien wel te koop in de supers, hier in ons dorp is het aanbod nog steeds heel magertjes zodat ik voor een echte lekkere kip steeds naar de Sligro of Hanos moest. Dat is nu opgelost met de komst van een nieuwe slager in ons dorp. Deze slager verkoopt rund, varken, kalf, lam en ook kip, lekkere kip en daar had ik zin in. En dan niet zo’n filetje, nee gewoon een hele kip! Ik kocht gisteren een Gele Hoevekip van ongeveer 1500 gram. Ik vind kipfilet eigenlijk het minst smakelijke onderdeel van de kip, Veel liever eet ik de sappige pootjes, maar goed, koop een hele kip en je hebt alle onderdelen, voor ieder wat wils. Voor ons tweetjes is zo’n kip veel te veel maar met de restanten kan je nog heerlijke maaltijden maken. Ik lunchte  vandaag met een broodje belegd met wat borstvlees, een flinke klodder mayonaise, wat rucolla en kerstomaatjes. Niks mis mee. Met de rest maak ik morgen en pan ragout. Zo komt die kip helemaal op. Oja, Hond Jaros krijgt natuurlijk de velletjes en de drelletjes. broodje kip
Sommige mensen zien op tegen het bereiden van een hele kip, ingewikkeld, hoe moet dat, hoe snijd ik zo’n ding, hoe weet ik of de kip gaar is… Ach, het lijkt allemaal ingewikkelder dan het is.

Een paar tips voor het bereiden van kip in de oven:

Er zijn wel een paar voorwaarden voor het klaarmaken van zo’n kip:
Koop altijd een échte kip; biologisch, label rouge, of een ander soort kwaliteitskip.
Gebruik goede olie en eventueel knoflook
Regel de temperatuur zorgvuldig. De griltijd hangt af van het gewicht van de   kip,reken grofweg voor een biokip ruim 1 uur per kilo.
Breng eventueel  knoflookpulp met wat olijfolie op het vel aan, (in de laatste 5 minuten van de griltijd)

Het is lekker om de kip wat extra smaak mee te geven.
Stop in de kip bijvoorbeeld:
een flinke tak rozemarijn en,
een hele (biologische, schoongeboende citroen of sinaasappel) of
wat teentjes knoflook, of
een kruidenmengsel van tijm, rozemarijn, verse peterselie, of
een flinke pluk verse dragon, of
verzin nog maar eens iets….

Het is ook heel lekker om de kip onder de huid te vullen met een extra smaak.
Bijvoorbeeld door direct onder de huid van de borst wat
kruidenboter, kleine stukjes spek, plakjes chorizzo, of een mengsel van dat alles aan te brengen.

Smeer zo’n mooie kip dan rondom licht in met olijfolie en zet hem/haar dan in de voorverwarmde oven, op grilstand, op 200 graden.
Ongeveer 30 minuten en breng dan de temperatuur terug tot 140 graden. Laat de kip zo in alle rust verder garen.
Laat de kip ná het grillen zeker 10 minuten rusten voor je het vlees aansnijdt.

Wij aten er een frisse salade bij van komkommer en tomaatjes.
Kopje espresso toe.

© ellen.

Kemperhoen uit de oven…

Kemper Landhoen uit de oven

“Ik heb zin in gegrilde kip uit de oven” zei ze, so chicken it’ll be… En ik ging, ijs en weder dienende, op pad. (Voor ons archief: na een paar dagen met temperaturen van een goede 18 graden boven nul vriest het nu weer. Dag én nacht.)

Ik zocht een Frans Label-Rouge kippetje, niet te groot, maar ik struikelde over een Kemperhoen. Biologisch gevoed en bij leven en welzijn rondscharrelend op de vrije gronden van de Achterhoek. Geweldige beesten zijn het.

Voor de goede orde: de kippen komen niet bij ons vandaan, uit de Kempen. Ze komen uit de Achterhoek en ze zijn ontwikkeld door ene meneer Kemper. Hij levert twee varianten. Een scharrelkip, gevoederd met mais. En een biologische kip, het Kemper Landhoen, groot geworden volgens regels waardoor ze predicaat biologisch mag dragen. Ik koos voor het bio-vrouwtje.

Nogmaals: geweldige besten zijn het. Qua kwaliteit, qua smaak, qua geur. Maar ook in omvang zijn ze geweldig. Mijn aanwinst woog twee kilo.

Mijn manier van kip roosteren in de oven ligt voor een groot deel vast, maar altijd weer sluipen er kleine nuances in de breiding. Vandaag ging het zo:

Verwarm de oven voor op 200 graden en schakel grilstand in. Vul de kip met een citroen, in vier kwarten gesneden en met twee takken verse rozemarijn. Bestrijk de kip helemaal (onder en boven) met olijfolie en leg haar op een rooster, midden in de oven. Zorg dat er een bakblik, lekbak of vetvanger onder het rooster staat, de kip zweet veel vet uit. Draai na een half uur de temperatuur terug naar 170 graden. Blijf de kip regelmatig bestrijken met olie, de huid wordt er mooi knapperig van en het fijne vlees droogt niet uit. Reken op een uur grillen per kilo. In mijn geval was de kip na twee uur klaar, sappig en door-en-door gaar tegelijk. Mocht het zo zijn dat je onverwacht bezoek krijgt, waardoor de kip langer moet wachten op haar finale optreden op je dis, of de hond bedenkt ineens dat hij nog even naar buiten wil, of je bijgerechten zijn pas veel later klaar, geen nood! Je schakelt de temperatuur terug naar een goede honderd graden, je besprenkelt het hoen nog eens met olijfolie, en je doet wat je moet doen… Je gedraagt je als ideale gastheer, als allesbegrijpend baasje en je maakt in alle rust je bijgerechten af. Het moet allemaal geen uren duren, maar een redelijke marge heb je.

Wij aten een degelijke aardappelpuree erbij en ook een schoteltje gebakken spinazie. De wijn was wit en kwam uit het zuiden van Frankrijk. Droog, een beetje obstinaat, een beetje weerstand.

Kopje espresso en een Tatort toe…

© paul