kroketjes met grijze garnalen

garnaalkroketjes met grijze garnalen
Pfff, zo’n dag was het vandaag, warm, broeierig benauwd, geen zin om iets te ondernemen… hoewel…
Voor ons etentje gisteren had ik een mooie taart willen maken met vers zomerfruit; ik kocht frambozen, bramen en besjes, maar het kwam er gewoon niet meer van. Dat fruit moest natuurlijk toch snel verwerkt worden. Er lagen ook nog een paar aardbeien te wachten op consumptie dus ik besloot dan maar alle vruchten bij elkaar te voegen en er jam van te maken. Door mijn ijverig gedoe aangespoord ging Paul de garnalen pellen die we gisteren kochten op de markt. Prachtige Hollandse garnalen, of, zoals ze in België zeggen Grijze Garnalen. Ik was er niets speciaals mee van plan, gewoon op een sneetje brood, tomaatje erbij, tot we opeens zin in kroketjes kregen… Maar ja, eigenlijk moet de salpicon, de vulling zeg maar, een dag rusten in de koelkast. Ik werkte dus maar zo snel mogelijk door en plaatste de vulling zo rond half twaalf vanmorgen in de koelkast. Zojuist hebben we tegen de adviezen van de grote krokettenmakers in, toch maar vast een paar van die heerlijke kroketjes gegeten. Het ging best en ze smaakten ons prima! Een beetje veldsla erbij en een schijfje citroen… heerlijk! Het is even werken, maar dan heb je ook wat. De rest van de salpicon verwerk ik morgen.

  • Voor ongeveer 15 kroketten:
  • 1 kilo ongepelde grijze garnalen (zelf pellen en dan houd je ongeveer 300 gram garnalen over)
  • 10 gram roomboter
  • 300 ml water
  • 1 sjalotje, fijngesneden

 

Pel de garnalen en bewaar de schillen. Fruit het sjalotje in de boter even aan, voeg de garnalenschillen toe en het water. Breng aan de kook en laat even trekken. Giet de bouillon door een zeef en vang het vocht op. Gooi de garnalenschillen weg.

  • De roux
  • 80 gram roomboter
  • 100 gram bloem
  • 250 gram melk
  • 250 gram garnalenbouillon
  • 4 blaadjes gelatine, geweekt in koud water
  • 2 eidooiers
  • 50 gram room
  • witte peper
  • zout
  • cayennepeper
  • een paar druppeltjes tabasco
  • een eetlepel fijngehakte platte peterselie
  • 300 gram garnalen, dat is wat je ongeveer overhoud van een kilo ongepelde garnalen
  • paneermeel, fijn en grof
  • 5 eiwitten
  • 10 gram bloem
  • olie om te frituren
  • krulpeterselie om te garneren

Smelt voor de roux de boter in een pan met dikke bodem. Roer met een garde de bloem erdoor. Laat even doorgaren en giet er dan geleidelijk de bouillon en de melk bij. Laat de ragout al roerend even doorkoken tot de bloem gaar is. Je kunt zien dat de bloem gaar is als het mengsel glanst. Haal de pan dan van het vuur en roer er de uitgeknepen blaadjes gelatine door. Klop de dooiers los met de room en voeg dit mengsel bij de ragout. Breng het mengsel op smaak met peper, zout, cayennepeper en tabasco. Roer er tot slot de garnalen door en de gehakte peterselie. Schep de ragout op een platte schaal en dek meteen af met plasticfolie. Laat de massa een nacht in de koelkast opstijven.

Schep bolletjes van ongeveer 60 gram en rol ze door het fijne paneermeel. Klop de eiwitten los en roer er de bloem door. Haal de kroketten door het eiwit en vervolgens door het grove paneermeel. Frituur de kroketten 3 minuten in olie van 180 graden. Geef er een schijfje citroen bij en wat gefrituurde peterselie, de peterselie had ik vandaag niet in huis, wij deden het zonder. Minder mooi, maar toch.

Een glas mooie Riesling en een kopje espresso toe, wat wil een mens nog meer op een zompige zomerdag?

© ellen.