Kleine taartjes deel een, met abrikozen en amandelcrème

Kleine taartjes met abrikoos en amandelcrème...
Ik schreef hier enthousiast over het boek “Kleine taartjes” en natuurlijk wilde ik meteen zelf van deze schattige kleine taartjes maken. Probleem was dat ik niet van die mooie vormpjes had. Natuurlijk kun je via internet de juiste vormpjes kopen maar daar had ik even niets aan in het weekend. Ik gebruikte dus voor de eerste taartjes siliconenvormpjes voor cupcakes van ongeveer dezelfde doorsnee. De hoeveelheid deeg was genoeg voor 10 vormpjes.

  • het deeg
  • 120 gram bloem
  • 50 gram poedersuiker
  • 20 gram amandelmeel
  • mespuntje zout
  • 75 gram koude boter
  • 1 biologisch ei, losgeklopt
  • siliconen cupcake vormpjes of ringen van 6 cm doorsnee

Doe de bloem, poedersuiker en het amandelmeel en zout in een kom. Breek de koude boter in kleine stukjes en verdeel die over de droge ingrediënten. Wrijf net zolang tot er een kruimelige massa ontstaat. Voeg dan een eetlepel van het geklopte ei toe en meng  de deegmassa tot een samenhangende bal. Is het deeg nog te droog dan voeg je wat ei toe. Wordt het deeg te nat dan voeg je wat bloem toe. Kneed het deeg losjes tot een mooie bal en verpak die in plasticfolie. Laat het deeg zeker een uur rusten in de koelkast. Het deeg voor deze kleine taartjes is altijd hetzelfde. Ik dacht eerst dat het veel te weinig deeg was maar de hoeveelheid blijk prima te kloppen.

Nadat het deeg gerust heeft en gekoeld is kneed je het nog een keer door en rol je het uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een lap van ongeveer 3 mm dik. Gebruik een uitsteekvorm van 9 cm doorsnee. Steek rondjes uit en vul de vormpje met het deeg. Prik een paar gaatjes in de bodem.

Dit is de basis van de taartjes, nu kun je verder eindeloos variëren met smaken en texturen. Fris, fruitig, chocolade, karamel, crumble, noem maar op. Ik geef je wat ideetjes, koop het boek en je maakt je eigen variaties!

  • Klassiek is de vulling met amandelcrème, die maak je zo;
  • 50 gram amandelmeel (in het boek worden de amandelen eerst nog eens in de oven geroosterd, daar was ik te lui voor. Het zal ongetwijfeld meer smaak geven)
  • 1/2 vanillepeul
  • 50 gram boter op kamertemperatuur
  • 50 gram poedersuiker
  • 1biologisch ei
  • 5 gram maizena

Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap met een mes het merg er uit. Roer de boter zacht en romig. Voeg het vanillemerg, de poedersuiker en het amandelmeel toe en roer alles tot een gladde massa. Klop dan met een garde het ei en de maizena erdoor.

Schept een dessertlepel  amandelcreme in de deegbakjes en bak ze dan in een op 170 graden voorverwarmde oven ongeveer 8 minuten. Laat de taartjes afkoelen en maak intussen de topping.

5 abrikozen, in reepjes gesneden, pocheren in water met een theelepeltje honing en een steranijs. Laten uitlekken. Leg de abrikozenreepjes op de afgekoelde taartjes. Abricoteer ze met wat verwarmde abrikozenconfituur en strooi er wat amandelschilfers over.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.