Blog over je Moederdag…

 

Ik schreef deze week over het initiatief van Marina om op moederdag te schrijven over onze moeders. Ik heb vanmorgen gezocht in de oude dozen naar mooie oude foto’s, maar helaas staat natuurlijk net die ene doos even helemaal achter op de zolder…

moederdag

En natuurlijk is ook uitgerekend vandaag de scanner kapot. Ik heb dus maar een foto gemaakt van de foto. Het plaatje is gemaakt op de 40-jarige bruiloft van mijn vader en moeder, 9 januari 1969. Op de foto mijn moeder met twee van haar zussen. Van links naar rechts; Tante Bets, mijn moeder Nellie en Tante Marie. Ze drinken een of ander likeurtje en roken daarbij, heel stoer, een sigaret. Roken deden ze eigenlijk alleen bij feestelijke gelegenheden.

Mijn moeder is geboren en getogen in Hillegom. Zij was het laatste kind van de 21 kinderen die mijn opa en oma samen kregen. De drie zussen waren nakomertjes, ze werden een aantal jaren ná de rest geboren en hadden een zeer hechte band met elkaar.

Alle broers en zussen van mijn moeder kregen zelf een groot aantal kinderen mijn moeder ‘maar drie’. Mijn zus werd geboren in 1932, mijn broer in 1934 en daarna duurde het 20 jaar voordat ik geboren werd! Intussen had mijn moeder energie voor wel 20 kinderen. Ze had graag een groot gezin willen hebben, maar helaas…Die leemte vulde ze op door overal te gaan helpen als er weer eens een neefje of nichtje geboren werd. In de oorlog ving ze familieleden op uit den Haag en Amsterdam (bij ons was nog wel iets te eten en van een klein beetje werden maaltijden voor de hele familie getoverd.)

Mijn belangstelling voor koken en eten heb ik niet van een vreemde, mijn moeder kookte graag en goed, enorme hoeveelheden vaak. Als er in de familie een feestje was maakte mijn moeder de maaltijden en de hapjes klaar. In de vakanties ging ze samen met haar zus Marie koken op een kamp voor… kinderen.

Op mooie zomerse dagen gingen we met de buren, vriendjes en vriendinnetjes op de fiets naar zee. Enorme tassen met broodjes en drinken werden thuis al klaargemaakt. Het strand waar wij naar toe gingen werd in die tijd het ‘Stille Strand’ genoemd. Er was toen nog geen horeca waar je iets te eten of te drinken  kon kopen, dus namen we zelf alles mee. Tussen de middag kwam mijn vader op de fiets naar het strand met een pan vol pannenkoekenbeslag en mijn moeder bakte dan op een kampeerbranderje pannenkoeken voor het hele gezelschap. Later in de zomer gingen we de duinen in om bramen te plukken. De kinderen met een beschuitbus en de groten met een emmertje. Na een lange warme dag had mijn moeder dan nog genoeg energie over om er thuis liters bramensap en potten vol jam van te maken, genoeg voor een lange winter. Het sap werd bewaard in schone melkflessen en afgesloten met een laagje paraffine. De hele winter aten we op zondag griesmeel- of vanillepudding met bramensap. Ik was in die tijd geen grote eter en vaak had ik geen zin in de griesmeelpudding. Ik roerde dan het sap door de pudding tot er een onduidelijke en onsmakelijke brei op mijn bord lag. Dan werd ze boos, knoeien met eten was bij ons thuis zo ongeveer het ergste wat je kon doen; eten mocht nooit verspild worden en eten moest met respect behandeld worden. Ik ben heel blij dat ik deze stelregel van haar meegekregen heb.

koninginnedag

Deze foto is gemaakt op koninginnedag, ik denk 1958. Mijn vader en moeder en ik, op weg naar de grote- versierde-fietsenoptocht.

Vóór ik dit stukje ging schrijven heb ik lang nagedacht wat nu hét superrecept was van mijn moeder. Moeilijk, ze schreef bijna nooit iets op en ze hield zich ook nooit strak aan één recept, bovendien wisselen de gerechten met de seizoenen. Eén ding bleef altijd; kippensoep. Zomer en winter kun je kippensoep eten. Elke zaterdag werd er bij ons een grote pan kippensoep gemaakt. Met het vlees maakte mijn moeder dan ragout, en als er weinig bezoek was geweest op zaterdag en er dus nog genoeg ragout over was, maakte ze op zondag kipkroketjes. Ik maakte gisteren een grote pan kippensoep en wilde er ragout van maken voor kroketjes maar wij kregen zoveel bezoek dat er geen tijd over was om de ragout te maken. Dat ga ik vandaag doen. Morgen maak ik dan kipkroketjes naar mijn moeders recept.

Vandaag een ander recept van mijn moeder; krentenbollen.

moederdag 001

Voor ongeveer 10 krentenbollen; 500 gram bloem, 1 zakje gist, een beetje zout, 2 1/2 dl melk, 1 ei, 50 gram boter, 50 gram krenten, 50 gram rozijnen, een paar stukjes sucade, wat geraspte schil van een citroen.

Maak een zetsel van bloem, gist, het zout en een deel van de melk.  Smelt de boter en doe daar de rest van de melk bij.  Voeg dit lauwwarm toe aan het zetsel. Doe het ei erbij en kneed alles goed om. Doe er dan de gewelde krenten en rozijnen, de sucade en de citroenschil bij en meng goed. Laat het deeg op een warme plek, afgedekt met een doek, ongeveer 1 1/2 uur rijzen. Vorm er bolletje van en leg die op de bakplaat. Laat de krentenbollen nog een half uurtje rijzen en bak ze dan in een voorverwarmde oven op 200 graden 15 minuten. Bestrijk na 15 minuten de krentenbollen met een losgeklopt ei en bak ze nog ongeveer 5 minuten.

Ik liet de krentenbollen afkoelen op het taartenrekje van mijn moeder en daarna aten we ze, dikbesmeerd met boter. Een mooi moederdagontbijt!

© ellen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *