Sucadelapjes met paddenstoelen…

Het was me vorige week weer prima bevallen, dat langzaam garen. Ik besloot dan ook afgelopen zondag het kunstje nog eens toe te passen, nu met sucadelapjes en paddenstoelen. Het recept voldoet voor vier personen.

  • 4 sucadelappen (600 gram),
  • 250 gram kastanjechampignons,
  • 2 sjalotjes,
  • 2 tenen knoflook,
  • blaadje laurier,
  • peper en zout uit de molen,
  • olijfolie,
  • bouillon,
  • rode wijn.

Snijd de sucadelappen door de helft. Verhit olijfolie in een zware pan met deksel. Wrijf het vlees in met peper en zout en bak alle stukken aan beide kanten mooi bruin. Haal het vlees dan uit de pan, maar houd het warm. Bak nu in de pan de gesnipperde sjalotjes en de grof gehakte knoflook tot alles mooi glazig ziet. Voeg dan de gesneden champignons toe. Gebruik eventueel nog wat extra olie. Doe het laurierblad erbij en laat de paddenstoelen een minuut of vijf smoren op een middelhoog vuur. Leg nu het vlees terug in de pan, op de paddenstoelenbodem, en voeg gelijke delen rode wijn en bouillon toe totdat het vlees goeddeels onder staat. Zet vervolgens de pan in een op 150 graden voorverwarmde oven en laat het gerecht een goede twee uur garen. Kijk af en toe even of er nog voldoende vocht in de pan zit en vul eventueel wat aan (water, wijn, bouillon, wat je wilt). De bedoeling is dat je uiteindelijk botermals vlees in een ingedikte paddenstoelensaus overhoudt. (Ik gebruikte overigens vlees van het angusrund.)

We aten er witlof bij en aardappelpuree. En we dronken een prachtige Barolo. Esprersso en een stukje chocolade toe.

© paul

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *