Gestoofd lamsvlees met olijven…

Gestoofd lam met olijven...Sinds Ellen het gerecht ontdekte, begin 2015, heeft ze het een aantal keren klaargemaakt. De receptuur komt oorspronkelijk uit het onvolprezen De Smaken van Italië van Claudia Roden. Het is zo’n typisch recept dat op zich helemaal klopt, maar dat je uitnodigt om elke keer weer een kleine variatie aan te brengen in het oorspronkelijk concept. Ellen deed dat een aantal keren door te variëren met vlees, met ingrediënten en met verhoudingen. Het leverde steevast een lekker gerecht op.

Ik wilde het recept ook wel eens op tafel brengen, maar ik zou me strikt houden aan de receptuur en bereiding van Mevrouw Roden. Nou ja, helemaal lukte dat natuurlijk niet. Enfin, ik geef je het gerecht zoals ik het klaarmaakte. Voor twee personen is het ruim voldoende, je zult er zelfs wat aan overhouden…

  • 500 gram lamsvlees (ontbot boutvlees of schouder),
  • klein beetje bloem.
  • 4 eetlepels olijfolie,
  • 1 grote ui,
  • 1 rode peper,
  • 2 tenen knoflook,
  • 100 gram zwarte olijven,
  • 1 deciliter witte wijn.
  • peper en zout uit de molen.

Snijd het vlees in flinke dobbelstenen, bestuif die lichtjes met bloem en bak ze vervolgens in een stevige stoofpan aan alle kanten bruin. Hak de ui, de knoflook en de rode peper (ontdaan van zaad en zaadlijsten) tot pulp. Haal het vlees uit de pan en zet het apart. Bak in dezelfde pan nu de groentepulp, onder voortdurend roeren, tot alles goudgeel en glazig begint te worden. Doe de wijn erbij en laat het geheel een minuut of vijf doorkoken. Schraap ondertussen met een houten lepel de aanbaksels van de bodem van de pan, die geven extra smaak en binding. Doe vervolgens het vlees terug in de pan en ook de olijven. Laat het gerecht met de deksel op de pan stoven tot het lamsvlees botermals is, dat is in een krap uur. Houd het vocht in de pan in de gaten. Het is de bedoeling dat de saus dik en gebonden is, maar bij te weinig vocht zal de zaak verbranden.

Aardappelpuree is een uitstekende begeleider. Een kleine salade completeert de maaltijd.

(Zie ook: Lamsschenkels met zwarte olijven: een variant op…)

© paul

Zoals moeder kookte…

Porkölt (goulasch)...

Jij hebt ongetwijfeld ook die ervaring: dat ene gerecht van je moeder, waarvan jij de receptuur heel zorgvuldig noteerde en dat je minutieus nakookt, smaakt altijd anders dan wanneer je moeder het klaarmaakte. En hoe je ook je best doet, het lukt je eenvoudigweg nooit om die unieke smaak uit je jeugd terug te halen…

Een paar verklaringen zijn daarvoor wel te bedenken. Op de eerste plaats zou je bij je falend geheugen te rade moeten gaan. Verdichtung is geen uitzondering, het is juist regel. Je geheugen verdicht je herinneringen tot een bruikbaar concept, een concept waar je de rest van je leven mee vooruit kan. Dat daarbij de waarheid of werkelijkheid geweld wordt aangedaan zal je geheugen een worst wezen; alles voor de bruikbaarheid.

Iets wat in de buurt komt van Verdichtung is nostalgie. Je wilt je iets anders herinneren dan er in werkelijkheid was; je wilt die beschermde wereld van je kindheid terug, de warmte van het ouderlijk nest, het eenvoudige en eenduidige wereldbeeld van toen. En daarbij horen de geuren en smaken uit je moeders keuken. Maar dan wél in de kontekst van je verlangen. (En zo ben je weer terug bij Verdichtung…)

Een reden van meer technische aard is de veranderde kwaliteit van producten. Tomaten smaken heden ten dag anders dan vijftig jaar geleden. En dat geldt voor een hele boel andere groenten ook, en ook voor het merendeel van het vlees en voor de vetstoffen die je gebruikt.

Ach, er valt op mijn redeneringen heus wel een en ander af te dingen, ik weet het. En er zullen best nog andere verklaringen voor het fenomeen denkbaar zijn. Feit blijft dat iedereen er wel eens mee te maken krijgt en dat niemand, bij mijn weten, een afdoende oplossing heeft voor het debacle. Enfin, genoeg gefilosofeerd op een late zondagmiddag. Hoewel…

Ik schenk me een glas Laphroaig in, die voortreffelijke Whisky van dat eiland voor de Westkust van Schotland (Island of Islay, hoofdstad Port Ellen). Die whisky met z’n geur van jodium en verbrande turf, z’n teer- en fenolsmaak, ziltig en een tikkeltje zoet. Die whisky die sommige drinkers hemels vinden en andere het grootst denkbare bocht. (Ik behoor tot de eerste categorie, dat mag duidelijk wezen.)

Ik word altijd wat bedachtzaam, wat beschouwend, wat stilletjes van die drank. (Tot ik natuurlijk aan mijn zoveelste glas nip: dan ga ik praten. Tegen die tijd lezer, zoek je maar een ander tafeltje.) Enfin…

Gegroet lezer, het Ministerie sluit haar burelen. Vergeet niet vanavond naar Tatort te kijken.

(Lees ook: Landlord of Islay…)

© paul

Alweer gedroogde pepers…

Gedroogde pepers van de Witte Brug...

Ze noemt het: Winters strijklicht over een partij gedroogde pepers. Het is één van de probeersels van Ellen, gemaakt met haar nieuwe telefoon. Ze is er nog lang niet over tevreden, maar de mogelijkheden van het apparaat dient ze optimaal te beheersen. Vindt zij…

Ik ben al blij als ik met een telefoon kan bellen; appen en SMSen kosten me bloed, zweet en tranen. Eén keer heb ik het gewaagd om een filmpje te maken. Bij de start van een motocrosswedstrijd was dat. Ik filmde de toen nog bloedjonge Jeffrey Herlings terwijl hij doende was om zijn startplaats te prepareren. Ik heb het filmpje nooit meer teruggevonden op de camera annex telefoon. Het ding gaf wel degelijk aan dat er ergens een filmbestand rondspookte, maar ik heb het nooit aan de praat gekregen. Enfin…

Een nieuwe lading pepers is intussen verwerkt tot chilivlokken (lombokvlokken, Spaanse pepervlokken, bedenk het maar…). De schilletjes werden in de blender fijn gehakt, de zaadjes had ik grotendeels verwijderd. Die zaadjes hebben intussen hun weg gevonden naar een paar liefhebbers die er dit jaar plantjes uit zullen kweken. Mogelijk hoor je er nog van.

Conserveren van pepers kan op allerlei manieren. Je kunt ze op olie of op zuur zetten, zowel in gedroogde vorm alsook vers. Je kunt ze invriezen en je kunt er sauzen van maken (sambal, zhoug, harissa). Maar dat drogen gaat dus ook heel goed. In dit geval lagen de pepers op de centrale verwarming, op keukenpapier. Al met al een goede maand hebben ze daar gelegen. Het is dan ook zaak dat écht al het vocht uit de vruchtjes is verdwenen, je krijgt anders gegarandeerd trubbels op een later tijdstip (rotting, schimmel).

En nog maar eens voor alle zekerheid: ook bij het schoonmaken van gedroogde pepers dien je handschoenen te dragen. Geloof me nu maar…

(Zie ook: Gedroogde Chilipepers…)

© paul

Puree van aardappel en knolselderij…

Puree van aardappel en knolselderij...
Knolselderij, je hebt er altijd teveel van. Wij in ieder geval wel.

Er zijn nog steeds plaatsen waar men een halve knolselder aanbiedt, maar doorgaans ga je na gedane inkopen weer met zo’n hele knol naar huis. En dat terwijl je maximaal één helft nodig hebt voor je klassieke mosselbereiding, of een slechts een kwart om je soepschenkel te ondersteunen bij de wording tot een krachtige bouillon. Je kunt knolselderij eten als groentegerecht, maar ach, dat doe je ook niet dagelijks. En dus zit je weer met een halve knol in je groentelade. Ligt-ie te lang, dat wordt-ie week en bruin en verdwijnt-ie uiteindelijk in de kliko. Zonde toch…

De beste oplossing is en blijft het om de restanten van de knolselder te verwerken in een puree. Het is makkelijk, handig en smakelijk. Gebruik je alleen knolselder dan wordt het een bijgerecht, combineer je met aardappelen dan houd je een lekkere basishap over bij de warme maaltijd. En dat laatste is wat wij meestal doen.

Ik probeer altijd gelijke delen aardappel en knol te gebruiken. De knolselderij wordt in veel kleinere partjes gesneden dan de aardappel. Doe je dat dan kun je alles in een keer in dezelfde pan opzetten en koken. De gekookte aardappelen en de gekookte knolselder gaan daarna door de pureeknijper, naar mijn overtuiging verreweg de aantrekkelijkste manier om puree te maken. De structuur blijft zo enigszins rul en luchtig. Bij het op smaak brengen van de puree ga je net zo te werk als bij gewone aardappelpuree. Room, melk, ei, boter en nootmuskaat naar eigen inzicht en behoefte. (Ik gebruik graag olijfolie als toevoeging, ik vind dat lekker…)

Enfin, gisteren maakte ik dus die knolselder uit de groentelade op aan die puree. Maar intussen moet ik voor het weekend alweer zo’n knol aanschaffen, want ik wil mosseltjes maken. Ach, zo blijf je aardig aan de gang…

© paul

Spaghetti met zalm en room…

Spaghetti met zalm...
Hoe was het mogelijk? In heel het huis was geen spat witte wijn te vinden, alles was op. Ik wist het zo goed en ik had me dan ook voor genomen om vandaag de lacune te dichten. En een bestelling bij de wijnboer hadden we al voor het weekend gedaan, ik hoefde alleen nog even langs te gaan om de wijn op te halen. Vergeten!

Een fles Blanquette de Limoux (Champagne, maar het mag zo niet heten omdat het niet uit de Champagnestreek komt) die lag nog verscholen in de kelder uit te rusten van de Feestdagen. En omdat het buiten koud was en omdat ik zojuist, ijs en weder dienende, mijn boodschappen bij die pooltemperaturen bij elkaar had gesprokkeld, weigerde ik om de deur nog uit te gaan. De witte wijn voor het koken werd vervangen door de Limouxchampagne.

Spaghetti met champagne, gekker moest het niet worden. En dan vooral toch omdat spaghetti het eigenlijk nooit hoefde te hebben van dure ingrediënten (truffel daargelaten…). De spaghettischotel met zalm en room werd al vaak beschreven op deze website, maar het is zo’n snel en smakelijk gerecht, dat er niet vaak genoeg over  gesproken kan worden. Ik geef je geen exacte hoeveelheden, je kunt er met een klein beetje gevoel voor koken vrijelijk mee spelen.

Snijd zalmfilet in niet te kleine brokken. Je hebt niet zo heel veel nodig, het is al snel teveel. Bak in een hapjespan een gesnipperde sjalot en twee heel fijngehakte teentjes knoflook in olijfolie (Ellen vindt boter beter…) op een niet te hoog vuur. Wanneer de sjalot glazig is geworden en de knoflook begint te geuren gaat er een glas wijn (champagne, crémant, desnoods cider) bij. Laat alles even opkoken en daarna enkele minuten op een laag vuurtje trekken. Voeg nu een ferme scheut room toe en meng de saus en laat ze inkoken tot de gewenste dikte. Na een enkele minuut kunnen de brokjes zalm erbij. Afmaken met peper zout en een paar lepels vers gehakte peterselie. De zalm is in een mum van tijd gaar. Eventueel wat vers geraspte nootmuskaat misstaat beslist niet. Intussen is de pasta al dente gekookt. Stort de pasta in de hapjespan en schep goed om. Doe vervolgens de spaghettischotel over op een voorverwarmde schaal en dien op….

Een salade eet je vooraf, want de spaghettischotel verdient het om solitair genoten te worden. In al z’n eenvoud schenkt de schotel je een smaakexplosie van zacht en vol tegelijk, Daar moet niks anders aan te pas komen.

(En of deze schotel nu rijker was geworden door de champagne? Ach, ik weet het niet, ik proefde het niet. Deze schotel is altijd goed, welke wijn je ook toevoegt. De champagne tutterden we in de loop van de avond op. Daar was ook niks mis mee…)

© paul

 

Deutsche Leberwurst…

Deutsche Leberwurste...
We waren gisteren even in het Duitse grensstadje Kleef (Kleve). Kwestie van wat literatuur bij elkaar sprokkelen en ook een paar Dvd’s (Götz George speelt scenes uit het controversiële leven van zijn vader, Heinrich George). En als je dan toch in Duitsland bent dien je en-passant gebruik te maken van de culinaire mogelijkheden die dat land te bieden heeft, die kans moet je niet willen laten schieten.

We lunchten er met omelet, gebakken aardappeltjes en spek. Plus een goed glas wijn uit de Ahrstreek. We kochten er een zwaar roggebrood bij een kleine bakker en we bezochten de Stadt Cafe Conditorei Kleve. We kozen er een assortiment chocoladetruffels en twee stukken van hun huistaart Aïda. En voor vleeswaar was een bezoek aan Metzgerei Quartier aan de Grosse Strasse het meest voor de hand liggend. Hun vlees komt uit de directe omgeving (Rijnland) en hun vleeswaar is doorgaans zelf gemaakt. De kwaliteit van het vlees is meestal van scharrelkwaliteit en de smaak stelt nooit teleur (en dat wil wat zeggen…). Behalve een gerookte varkensknie (hachsen, haxen) kochten we er twee stukjes uitgelezen leverworst.

Ach, de Duitsers en hun Leberwurst. Je vindt Duitsland breed ruim 300 soorten, tel de leverworstachtige verwerkingen in glazen en potten mee, en je komt aan een nog veel groter aantal. Pfälzer Leberwurst en Berliner Kalbsleberwurst vind je in de hele Bondsrepubliek, verder heeft elke streek en elk Bundesland zijn eigen specialiteiten.

Dat er zoveel soorten zijn valt te verklaren uit het feit dat lever een zeer bederfelijke waar is die in vroeger dagen niet geconserveerd kon worden (behalve wanneer ze als worst werden ingelegd in het zuur). Leverworsten werden dan ook traditioneel gemaakt, direct na de huisslacht. Ze moesten ook snel geconsumeerd worden en kwamen om die reden de streek of regio niet uit. En de Duitsers, culiconservatief als ze zijn, zijn die traditionele bereidingen blijven koesteren en doen dat nog steeds.

Er bestaat een soort concept, een basisrecept, waarmee in veel gevallen leverworstmassa wordt bereid. Het bestaat uit 40 % lever en 60% buikspek. Er wordt gebruik gemaakt van pekelzout, peper, gember, foelie, vanille en honing. Vaak horen er ook uien bij, in Schmalz goldgelb gedämpft… De rest hangt af van de lokale en streekgebonden voorkeuren en van de fijnheid en kwaliteit van de grondstoffen. Per streek voegt men naar eigen goeddunken zaken toe, of laat zaken weg. Men rommelt met de verhouding lever-vet en voegt andere vleessoorten toe. Het kan écht alle kanten op.

Leverworst kan heel fijn zijn van structuur, maar ook heel grof. Leverworst is vaak smeerbaar, maar ook weer lang niet altijd. Er bestaat bakleverworst en er zijn gerookte soorten te vinden. Leverworst zit in natuurdarm geperst, maar vaak ook in een kunststof omhulsel. Soms wordt de worst in parafine gedompeld, soms krijgt-ie een pekelbad. Dat laatste om het verkleuren tegen te gaan.

Evenals in Nederland komt de meeste Duitse leverworst uit de vleesfabriek. Dat is best wanneer je goedkoop broodbeleg zoekt en geen last hebt van goede smaak. Maar de leverworsten die ik bedoel, die écht de moeite waard zijn, komen van de kleine vleesverwerker. In Nederland zie je her en der nog een slager die zelf produceert, in Duitsland kost het aanmerkelijk minder moeite om huisgemaakte worsten te vinden. Kwestie van je ogen de kost geven en navragen. Onze ervaring is dat de slager je met genoegen en geduld te woord staat. De Metzger is trots op zijn worsten…

Wij namen gisteren twee worstjes van het smeerbare type mee naar huis. Een leverworst verrijkt met truffel(smaak) en een leverworstjes waarin kalfsvlees en kleine zoete besjes zijn verwerkt. Allebei zacht, zoet en delicaat van smaak. Het werd dan ons avondmaal. Grof roggebrood, bestreken met goede boter en belegd met een grove lik van die leverworst. Himmel über Deutschland…

© paul

Ps: Wurst is vrouwelijk, dus Leberwurst ook. Deutsche Leberwurst is 1e naamval vrouwelijk en Deutscher Wurst is vloeken in de kerk. (Of het moet 2e of 3e naamval vrouwelijk betreffen, maar dat is weer geheel iets anders. Ik begin me geloof ik een beetje te verliezen. Enfin…)

Stoof van wildzwijn…

IMG_0780
Een frietje stoofvlees zou je kunnen zeggen, maar dat is te oneerbiedig. Stoofvlees met fritten klinkt al wat beter, maar ook die benaming doet te weinig recht aan de schotel. Stoverij of stoof van wildzwijn dekt de lading pas echt…

Ik bezocht gisteren het Café van Meester Jan, en tegen de tijd dat ik huiswaarts wilde keren kreeg ik een bak stoverij toegestopt. Vriend Jan had het vlees die ochtend bereid en natuurlijk was de hoeveelheid veel te veel voor het tweepersoonshuishouden dat Ans en Vriend Jan tegenwoordig voeren ( stoverij maak je altijd teveel…). En omdat ik stiekum een brokje uit de pan had gestolen, maar daarna niet kon nalaten om zijn schotel te roemen, besloot Vriend Jan om de helft van de schotel te verpakken en hem mij bij het afscheid mee te geven. Ik was er verguld mee…

Het is wonderlijk hoe gerechten volkomen anders kunnen smaken terwijl de ingrediënten nagenoeg dezelfde zijn, Vriend Jan gebruikt nauwelijks andere zaken dan wij zouden doen, en toch lijkt het alsof je volkomen andere gerechten zit te eten…

Nou ja, een beetje verklaren kan ik het wel. Daar waar wij doorgaans de gekweekte versie van het wildzwijn gebruiken verwerkte Vriend Jan de wilde variant. En verder is het voornamelijk een kwestie van dezelfde groenten en specerijen, maar in andere verhoudingen. Zoiets…

Thuisgekomen lieten we de plannen voor de maaltijd van deze avond voor wat ze waren en gingen meteen aan de slag met de stoverij (opwarmen…). We bakten er frietjes bij en meer hoefde dat niet te zijn. We beleefden een culinaire vrijdagavond.

Een stevig glas rode wijn uit Asti erbij en een kopje espresso toe…

© paul

Worteltjes gestoofd in Nouilly Prat…

Worteltjes gestoofd in Noilly Prat...
Je zou peen moeten zeggen, want dat is de eigenlijke benaming voor die oranje dingen. Het woord wortel kan in principe een aanduiding zijn voor allerlei knol- en wortelgespuis. Maar hier in Zuidoost-Brabant heet peen nu eenmaal wortel. Ik ben het niet anders gewend en dat houd ik dan maar zo.

Elke keer wanneer ik over een Franse markt struin vallen de enorme hoeveelheden wortelen me op. Torenhoge stapels winterwortel, bospeen, waspeen. Voor het deel van Wallonië waar we regelmatig verblijven geldt hetzelfde. En ook de groetenafdeling van de Supermarché in die streken laat zich niet onbetuigd, hele bergen worden er aangeboden. Wat doen ze er toch mee? De hoeveelheden suggereren dat men een paar maal per week worteltjes eet, ik kan me dat nauwelijks voorstellen. En ik weet wel dat in heel veel bereidingen wortel een noodzaak is (stoofpotten, sauzen, bouillons en soepen), maar daar kan dat giga-kwantum toch ook niet aan opgaan? Enfin, het zal een raadsel blijven…

In mijn omgeving worden eigenlijk weinig worteltjes gegeten. Ze gaan door de stamppot en vullen in minivorm soms de groenten van de avondmaaltijd aan, en dat was het dan wel. In vergelijk met onze omgeving is het Ministerie grootverbruiker, want hier wordt nog wel soep getrokken, vlees gestoofd en saus bereid. En met regelmaat verschijnt het worteltje of zijn grote broer als groentegerecht op tafel. We proberen er wel altijd nét iets meer van te maken…

  • 350 gram wortelen,
  • 30 gram boter,
  • 1theelepel suiker of honing,
  • 1/2 theelepel karwijzaad (kümmel),
  • peper en zout,
  • 3 eetlepels witte wijn,
  • 2 eetlepels Noilly Prat (Franse vermouth).
  • vers gehakte peterselie

Schrap de wortelen en schaaf ze in heel dunne plakjes. Smelt in een stevige stoofpan met deksel de boter en stort de wortelschijfjes daarin. Doe er de suiker en het karwijzaad bij. Geef een flinke zwieper met de pepermolen en sprenkel zout naar smaak. Laat alles op een hoog vuur twee minuten doorbakken onder voortdurend omscheppen. Giet er dan de witte wijn en vermouth bij en breng de vloeistof even aan de kook. Zet de pan dan op een klein pitje en laat alles een goede tien minuten stoven met de deksel op de pan. Controleer na tien minuten smaak en gaarheid, bestrooi rijkelijk met peterselie en dien vervolgens warm op.

We aten er lamskarbonaadjes bij en aardappeltjes uit de oven. Kopje espresso toe…

© paul

 

Gebakken mosseltjes als lunch…

Gebakken mosseltjes...
En natuurlijk aten we mosselen, want het was er de tijd voor. (Maar het is eigenlijk altijd tijd voor mosselen…)

En natuurlijk hielden we mosselen over. (De één kiloverpakking is te weinig, de twee kiloverpakking is teveel. We kiezen altijd voor twee kilo…)

En natuurlijk gooiden we het restant aan mosselen niet weg. (Je kunt er van alles mee doen: als garnering bij een vissoepje, als vulling bij een pastasaus, als koud hapje in een salade, als tapashapje in tomatensaus…)

En natuurlijk bakten we de mosseltjes de volgende dag op. (Want dat vinden we het lekkerst…)

Enfin…

Haal na de reguliere mosselmaaltijd de diertjes uit de resterende schelpen en zet ze in de koelkast. Laat ze de volgende dag even op temperatuur komen. Dep dan de mosselen droog met keukenpapier en bestuif ze vervolgens lichtjes met bloem waar je naar behoefte peper en zout door hebt gemengd. Verhit olie of boter in een koekenpan en bak de mosseltjes mooi lichtbruin op een niet al te hoog vuur.

Dien de mosselen warm op. Een schijf citroen erbij vinden ze heerlijk. En natuurlijk een klodder van de beste mayonaise, liefst zelfgemaakt. Mosselen zijn dol op knoflookmayonaise. Een beetje sla erbij mag ook best. Een droomlunch lezer, een droomlunch…

© paul

Knoflooksoep tegen griep en andere ongemakken!

soep uit La Macha
Half Nederland loopt te snotteren en te sniffen, (ik schrijf expres niet snuiven, dat heeft hier in het Zuiden tegenwoordig een andere betekenis), men heeft griep, is verkouden of hoe je het ook noemen wilt. Ook wij ontkwamen er niet aan, een fikse verkoudheid met rillingen en een onbehaaglijk gevoel. Je kunt dan naar de huisarts gaan maar die hebben het al druk genoeg met ernstige gevallen. Beter is om deze soep te maken en te eten, je zult zien, soep helpt! Ik maak deze soep altijd flink heet met spaanse pepers, dán kun je snotteren!

Voor vier personen:

  • De oven voorverwarmen op 200 graden.
  • 4 flinke sneden oud witbrood, of oud stokbrood, in kleine stukjes gesneden
  • 1 liter bouillon
  • 75 gram gerookte ham in kleine sliertjes
  • 1 theelepel paprikapoeder mild
  • 1/2 theelepel chilipoeder
  • eventueel, voor de echte liefhebbers, een Spaanse peper in reepjes gesneden
  • 4 eetlepels olijfolie
  • zeker 8 ferme tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 eetlepel vers gehakte platte peterselie
  • 4 eieren

Verwarm de olijfolie en bak daarin het brood goudbruin. Voeg de knoflook toe en de reepjes ham en laat ze even meebruinen. Doe er het paprikapoeder de chili en eventueel de Spaanse peper bij, roer even goed om en giet de bouillon er bij. Laat de soep zo ongeveer 20 minuten zachtjes pruttelen.

Verdeel de soep over vier ovenvaste kommen of schaaltjes en laat in elk schaaltje voorzichtig een ei glijden. (zonder de schaal natuurlijk!) Zet de kommen dan 10 minuten in de hete oven, strooi er wat peterselie over en dien meteen op. Deze soep moet gloeiend heet gegeten worden. De bedoeling is dat het eiwit gestold is en het geel nog wat zacht en vloeibaar.

Kopje espresso toe, en beterschap!

© ellen.