Kopi Loewak, de gepoepte koffie…

DSC_0001

In de oertijd van deze website schreef ik er al eens over: Kopi Loewak. Ik schreef het stukje in verwondering, aanleiding was een krantenartikel. Ik kende het bestaan van mijn onderwerp voordien niet, ik had er nog nooit van gehoord.

Het betreft koffie van een heel bijzondere soort, ik mocht hem een paar jaar later proeven. Tot mijn verbijstering heb ik er toen niet over geschreven, terwijl het onderwerp toch typisch genoeg is. Afgelopen zondag maakte ik hernieuwd kennis met Kopi Loewak. Alle reden om het verzaken van enige jaren terug alsnog goed te maken.

Koffiebonen groeien niet zomaar aan een struik. Koffiebonen zijn de pitten van de koffiebes (koffiekers). Het vruchtvlees van de bessen moet verwijderd worden, zodat de pit vrij komt, gedroogd kan worden en daarna gebrand of geroosterd. Pas dan heb je koffiebonen. Het verwijderen van het vruchtvlees gebeurt soms met de hand, meestal echter machinaal. Maar soms kan het ook anders.

De Loewak (Luwak) is een civetkatachtige en komt voor in Zuid-Oost Azië. Voornamelijk leven de diertjes van vijgen, maar ook koffiebessen zijn gewild fruit op het menu. Met de pitten van de koffiebessen kunnen de diertjes niks. Die pitten worden dan ook weer in z’n geheel uitgepoept. Wel hebben de pitten dan het gehele maag- en darmstelsel van de Loewak gepasseerd. Onder anderen door de invloed van lichaamssappen en het afgesloten milieu treedt er een soort fermentatie op. De pitten worden nadat ze zijn uitgepoept verzameld, gewassen en verder behandeld. Wat je aan het eind van het proces overhoudt is een peperdure, want bewerkelijke en zeldzame koffieboon.

luwak coffee

Vroeger werd er verzameld in het wild, tegenwoordig worden Loewaks in gevangenschap gehouden om verzekerd te zijn van een beetje opbrengst. De koffieboer hoeft ‘s ochtends alleen maar de kooi uit te mesten. De strengen koffiebonen komt hij dan vanzelf tegen. Een vorm van bio-industrie, alleen de schaal is wat kleiner…

Bram en Maja maakten dit jaar een lange reis door de Indonesische Archipel, op zoek naar de roots van Bram en zijn ouders. Hoewel Brams achtergrond Moluks is dienden ze de hele Gordel van Smaragd te doorkruisen, de familie is uitgewaaierd over al die duizenden eilanden en eilandjes. Zo kwamen ze ook terecht in Bali. En dat nu is een van die streken waar de Loewak actief is. Bram, als gekend koffieadept, kon de unieke kans niet voorbij laten gaan. Kopi Loewak aanschaffen aan de bron, zonder tussenhandel, plaatselijk gebrand, zo uit de eerste hand (nou ja, hand?!).

Afgelopen zondag, tussen alle activiteiten van Stir-up Sunday door, mochten we proeven en genieten van de exclusieve waar. Bram bewaarde de Kopi Loewak voor een bijzondere gelegenheid, en dit was er een, vond hij.

Bram had een nieuwe Italiaanse espresso pot aangeschaft. Niet teveel water erin, zodat de koffie fors van smaak werd. Wat we proefden was een stevige, volle koffie, wat crèmig, mild-bitter, een beetje chocoladeachtig, een tikje zuur (Arabica?). Enfin, ik maak er niks van, van deze proefbeschrijving. Maar geloof me, het was eenmalig van smaak. Ben je een échte koffieliefhebber, schaf dan wat van die bonen aan. Je hoeft niet gelijk een kilo te kopen, dat is wel heel begrotelijk. Maar van een goede twintig gram zet je al een paar geweldige kopjes espresso. Het is net zoiets als met goede wijn: niet de kwantiteit telt, slechts de kwaliteit…

© paul

Christmas Pudding, de start

vulling Christmas Pudding
Jaren geleden maakten we al eens een echte Christmas Pudding. Ik heb daar toen niets van opgeschreven, jammer. Ik kan me alleen nog herinneren dat we erg ons best gedaan hebben om zo authentiek mogelijk te werk te gaan.

We zochten toen… Nee niet even op Google, dat was er nog helemaal niet! We zochten toen nog gewoon in kookboeken en encyclopedieën… Zo lang is dat al geleden… We, dat was een heel gezelschap, dezelfde vrienden waarmee we al jaren en jaren Kerst vieren. ‘We’, zochten, en iemand kwam met de mededeling dat we dan beslist Stir-up Sunday moesten vieren.

“Stir-up Sunday vier je op de laatste zondag vóór de advent en in Engeland maakt iedereen dan die Christmas Pudding. Dat is behalve even die pudding maken heel gezellig. Iedereen helpt mee en drinkt daarbij een borrel… ofwat… Die pudding bak je die dag en moet dan verder almaar lekkerder worden tot Kerstmis… ofzoiets…”.

Aldus onze Christmas-Pudding deskundige! Het werd een hele geslaagde Stirp-up Sunday. Er werd nog eindeloos gebakkeleid over wat er nou wél en wat er nou juist níet in de Pudding moest, maar het uiteindelijke resultaat van de ‘Pudding’ was prima en de Stir-up Sunday was… nou ja, heel Engels, vooral nogal overgoten met de  restanten van de alcoholische bestanddelen zullen we maar zeggen. (Misschien ook de reden dat ik er nooit iets over opgeschreven heb?) Ons hele gezelschap at dat jaar met Kerst de Christmas Pudding en iedereen vond het heerlijk. Vooral de Whiskysaus werd met algemene stemmen tot Super gestemd. ( het recept voor die saus heb ik nog niet kunnen achterhalen, dat komt nog)

Goed, dat was lang, lang geleden… Daarna volgden weer andere Kerstdiners met andere nagerechten… Eigenlijk al jaren niet meer aan die Pudding gedacht… Tot Marja mij twee weken terug vroeg of ik wist hoe je nou zo’n echte Christmas Pudding moest maken…

“Moet lang van tevoren heb ik gelezen. Misschien als jij dat weet hoe het gaat… en kunnen we volgend jaar misschien?…”

Dat vond ik eigenlijk wel een uitdaging, hoezo volgend jaar? Doen we gewoon volgende week, of beter nog; op Stir-up Sunday!

Even Google leerde ons dat dit jaar Stir-up Sunday valt op 24 november, dat was dus nog wel te doen. Maar nader onderzoek leerde ook dat zo’n Christmas Pudding eigenlijk véél eerder gemaakt wordt. Zo’n Pudding moet ‘rijpen’, en wel liefst een jaar of meerdere jaren…

Nou ja, we besloten dan toch maar een snelle Pudding te maken in een flinke hoeveelheid. Kunnen we altijd nog besluiten om één of twee Puddingen te bewaren tot volgend jaar! En wij vieren dus komende zondag Stir-up Sunday!

Maar dat gaat allemaal niet zomaar. Deze week heb ik recepten verzameld en vergeleken en ik kwam al snel tot de conclusie dat we nog veel voorbereidingen moesten treffen voor ‘Stir-up Sunday’.  Er moesten kommen gezocht worden die de goede inhoudsmaat hadden. Het ‘deeg’ moet na het mengen 48 uur op een koele plek rusten. Als we dus zondag willen ‘Stirren’ moesten we vandaag al snijden, hakken en mengen…

Ik besloot het recept te volgen, ongeveer, van de Gebroeders Michel en Albert Roux. En zij hebben het recept weer gekregen van Mrs. Bradbrook, ‘een fantastische Engelse kok’.

Omdat het ‘deeg’ 48 uur moet rusten zijn we vanavond alvast begonnen met het mengen, en omdat een aantal vrienden zich verheugen op een echte Stir-up Sunday Party hebben Marja en ik besloten dat we twee partijen Pudding maken; één voor Marja’s familie/kerstgezelschap en één voor ons kerstdiner. Om iedereen toch mee te laten delen in het plezier van de voorbereidingen en het bakken hebben we vanavond het eerste ‘deeg’ gemaakt. Dat kan zondag in de oven. Zondag maken we samen het tweede deeg, vieren Stir-up Sunday en stoven/bakken de eerste lading Pudding. Het tweede ‘deeg’ stoom/bak ik dinsdag in alle stilte…

Voor wie nog even snel Stir-up wil vieren… Schrik niet van de ingrediëntenlijst, het valt allemaal nogal mee…

  • Aan Keukengerei
  • een grote mengkom (zeg maar een grote soeppan)
  • 4 porseleinen kommen van 850 ml inhoud, lossende vorm (ik kon deze kommen zo snel niet vinden, wij gebruiken nu 2 kommen met een inhoud van 1700 ml, Blokker, € 5,00. erg lelijk, maar wel geschikt)
  • vetvrij papier
  • kaaslinnen, genoeg om de kommen te overspannen
  • keukengaren
  • een braadslede minstens 8 cm diep
  • aluminium folie

 

  • Ingrediënten:
  • 250 gram gedroogde cranberry bessen
  • 375 gram sultanas
  • 375 gram krenten
  • 200 gram gehakte amandelen
  • 400 gram fijngehakt schoon niervet
  • geraspte schil en het sap van een citroen
  • geraspte schil en het sap van een sinaasappel
  • 1 flinke appel geschild, klokhuis eruit en geraspt
  • 1 flinke winterwortel, geschild en fijn geraspt
  • 250 gram broodkruim
  • 250 gram bloem
  • 400 gram bruine suiker
  • 6 eieren
  • beetje zout
  • 1 theelepel kaneel
  • 1 eetlepel all spice
  • 150 gram gekonfijte vruchten, grof gehakt
  • 5 eetlepels amarenekersen, grof gehakt
  • 1 glas cognac ( en nog meer cognac voor na het stomen van de pudding)
  • 1 flesje Stout, bier
  • 150 gram geklaarde boter om in te vetten als de pudding gestoomd is

Deze hoeveelheid is dus voor vier kleine Puddings. 4x vorm inhoud 850 ml. ik gebruik 2 schalen van 1700 ml)

Het mengsel staat nu mooi koel lekker te worden in een grote pan, deksel erop. (Even deksel eraf en ik ruik al bijna Kerst… heerlijk!)

Phoeh, een heel verhaal, en wordt vervolgd dus nog!

© ellen.

 

 

 

 

 

Kalfsniertjes in madeirasaus…

meivakantie uit eten

Er valt nog een en ander te beschrijven, maar ik kan er even niet mee verder. Dus duikel ik een vakantiefoto op, afgelopen voorjaar genomen in het Portugees restaurant Ribatejo, vlak bij de Luxemburgs-Belgische grens. Het gerecht heet (ongeveer) Rins em Vitela Madeira, niertjes in madeirasaus.

Hoewel het tot mijn lievelingsgerechten behoort eet ik het thuis zelden. Kwestie van moeilijk aan een bevredigende kwaliteit kalfs- of lamsniertjes te geraken. Twee à drie keer per jaar maakt Ellen het gerecht voor me, standaard begeleid door een romige saus met whisky of cognac. Dat is dan altijd in Luxemburg, daar heb ik zo mijn adresjes.

En ook eet ik mijn kalfsniertjes, zoals gezegd, in dat Portugese restaurant. De kwaliteit is er prima. Nooit te lang gegaard, altijd nog een tikje roze van binnen. Saus van het braadvocht, room en een scheut madeirawijn, kwistig aangezet met peper uit de molen.

En dan dat torentje rijst. Boterrijst is het, smeuïg, vol, tongstrelend. Zoals de naam zegt is de rijst rijkelijk aangemaakt met boter. Bij die rijst hoef je eigenlijk niks anders te eten, dat smaakt al geweldig van zichzelf… De lichtgele kleur komt van tartrazine, de kleurstof waar Portugezen en Sjanjaarden een patent op hebben.

Enfin, het is bevredigend om wat weg te dromen bij vakantiefoto’s. Bevredigender is het om te eten bij Ribatejo. Mischien moesten we maar weer eens naar Luxemburg…

© paul

 

Slaoliestijl…

toorop_delfseslaolie

Duitsland en Oostenrijk zijn de landen van de Jugendstil, Franrijk en België van de Art Nouveau. In beide gevallen gaat het om dezelfde kunststijl, al zijn er nationale en regionale varianten te onderschijden. Ook in Nederland deed de stroming opgeld, zij het in aanzienlijk mindere mate. Belangrijkste exponent was wel Jan Toorop, de man van het affiche. Hij maakte het in 1894 in opdracht van de NOF, de Nederlandse Oliefabriek (van Arretje Nof!).

Klonk er in de woorden Jugendstil en Art Nouveau een eerbiedige waardering door, in Nederland adopteerde men al snel de naam Slaoliestijl… Tsja, we zijn altijd al een poëtisch volkje geweest.

Apropos, in een paar stokoude kookboeken vind ik slaolie nog terug, maar is er heden ten dage nog iemand die het woord gebruikt? (Ikzelf alleen wanneer ik in mijn dialect spreek…)

© paul

 

Gevulde speculaas

gevulde speculaas
Het is al een paar dagen van dat sombere druilerige weer. Lekker binnen zitten met een mooi boek is een goeie oplossing als je geen andere verplichtingen hebt. En dat was ik dus van plan, eigenlijk. Ik bedacht vanmorgen dat een stuk gevulde speculaas het genot helemaal compleet zou maken. Gelukkig had ik alle ingrediënten in huis en kon ik snel deeg maken. Het deeg moet even rusten en toen begon het…Goh, ovendeur wel erg vies… rooster ook… dat lampje is ook al lang niet meer echt helemaal helder geweest… en ojé, die kruidenpotjes moeten ook nodig gepoetst worden… Goed, vier uur en een paar emmers sop later blinkt alles weer en ruikt het huis naar poetsmiddelen in plaats van gebakken speculaas. Tja, soms moeten dit soort klusjes even gebeuren. Maar nu de speculaas!
gevulde speculaas
Voor een flink stuk gevulde speculaas:
◾300 gram bloem
◾150 gram donkere basterdsuiker
◾2 eetlepels speculaaskruiden
◾150 gram koude boter
◾1/2 zakje bakpoeder
◾snufje zout
◾2 eetlepels melk
◾300 gram amandelspijs ( te koop bij een goede banketbakker, of zelf maken)
◾garneeramandelen
◾1 losgeklopt ei

Meng bloem, zout, bakpoeder, suiker en speculaaskruiden. Hak de boter met twee messen door het mengsel tot piepkleine stukjes. Voeg de melk toe en kneed er een mooie deegbal van. Leg het deeg afgedekt een uur in de koelkast. (of poets intussen de keuken, hoe langer het deeg ligt, hoe beter de smaken zich mengen)
Verdeel de deegbal in twee gelijke stukken. Rol elke stuk deeg met de deegroller uit tot een lap van ongeveer 20 x 30 cm. Leg 1 lap op de bakplaat.
Kneed de helft van het losgeklopte ei door de amandelspijs en rol de spijs op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een lap van ongeveer 20×30 cm. Leg de spijs op de lap deeg en leg de tweede deeglap erop. Druk de zijkanten goed op elkaar.
Bestrijk de bovenkant van het deeg met de rest van het ei. Druk de amandelen in het deeg als versiering. Schuif de bakplaat in het midden van de oven. Bak de gevulde speculaas op 160 graden in 40-45 minuten gaar.

Kopje espresso erbij, kaarsjes aan en een mooi boek. Zo komen we de donkere dagen wel door!
© ellen

Spaghetti met peper, ansjovis en kappers…

spaghetti met kappers, ansjovis, pepers en knoflook.

Ik heb altijd gedacht dat het een volkse klassieker was, maar hoe ik ook zoek, ik kan het recept in geen enkel kookboek terug vinden. Laat ik ervan uitgaan dat het een bedenksel van Ellen is…

Het gerecht staat al jaren op onze menulijst, we eten het vaak. In zijn eenvoud benadert het die andere (échte) klassieker: spaghetti aglio, olio e peperoncino. Het is in een handomdraai klaar, de ingrediënten zijn goedkoop en de smaak is superbe… Het geraffineerde zit ‘m in de toevoeging van ansjovisflites. Een stevige lunch voor twee personen:

  • 1 verse peper,
  • 1 uitje,
  • 2 tenen knoflook.
  • 1 eetlepel kappertjes,
  • 2 rijpe tomaten,
  • 3 ansjovisfilets
  • olijfolie.

Verhit de olie in een koekenpan en bak dan op halfhoog vuur de gesnipperde ui, de gehakte knoflook en de gehakte peper tot de uisnippers mooi glazig zijn (niet bruin!). De in blokjes gehakte tomaten erbij en ook de kappertjes. Snijd de ansjovisfilets kort en laat ze vervolgens smelten in de saus. Kook intussen spaghetti naar believen. Schep de spaghetti dan door de saus en dien heet op. Zo simpel, zo lekker…

Die ansjovisjes smelten echt weg in de saus. We gebruiken ze regelmatig op deze manier. Denk aan gestoofd lamsvlees, denk aan romige tomatensoep….

Nou nog een naam bedenken voor dat gerecht…

© paul

Spaghetti met kabeljauw en cantharellen…

spaghetti met kabeljouw en cantharellen

Met de Europese cantharel is het zo zoetjes aan gedaan, het seizoen is voorbij. Wat nu nog in de handel wordt aangeboden komt uit de Verenigde Staten en Canada. En weer wat later zullen het paddenstoelen uit China zijn. Of je die cantharellen van zo ver wilt eten is aan jou. De kwaliteit is over het algemeen wat minder, onder meer door de lange tijd tussen het plukken en het moment van consumeren. Wij beperken ons doorgaans tot de Europese cantharel. We aten een paar weken geleden dan ook de laatste exemplaren van dit seizoen.

Cantharellen met omelet, cantharellen in de saus bij vlees. In een schoteltje met aardappelen en spek of eenvoudigweg zonder toevoeging gebakken op een geroosterd sneetje toast. Het klinkt allemaal vertrouwd. Maar cantharellen met vis?… Reken maar dat het heel goed kan, nou en of. In Duitsland, in Frankrijk, op het platteland vind je nog steeds klassieke schotels met cantharellen en zoetwatervis.

Voor de gelegenheid bedacht Ellen een pastagerecht. Mét vis, mét cantharellen… Als hoofdgerecht voor twee personen, als voorgerecht voor vier.

  • 250 gram kabeljauwfilet
  • 100 gram cantharellen,
  • 1 sjalotje,
  • scheut witte wijn,
  • scheutje room,
  • paar druppels citroensap,
  • rasp van een kwart citroen,
  • wat blaadjes basilicum,
  • olijfolie
  • peper en zout.
  • spaghetti naar behoefte.

Kook de spaghetti zodanig dat hij gaar is tegen de tijd dat je saus klaar is. Poets de cantharellen schoon en scheur ze in stukken. Bak de gesnipperde sjalot in de olijfolie tot hij glazig wordt. Voeg de gescheurde cantharellen toe en laat ze een paar minuten meebakken. Voeg witte wijn en room toe en laat het geheel even opkoken. Dan de in dobbelstenen gesneden vis erbij. Na een minuut of vier is de vis gaar. Maak het gerecht af met citroenrasp, citroensap, gehakte basilicum en flink peper en een beetje zout uit de molen. Stort de spaghetti op de saus en schep goed om. Klaar!

© paul

Bonenstoofpot met avocadosaus…

bonenstoofpotje met avocadosaus

Morgen zal Ellen helpen om de laatste bonen, spekbonen, uit de tuin van Marleen en de Jongste Bediende te oogsten. De tuin wordt winterklaar gemaakt. Alles moet eruit, alleen de prei mag nog even. Over een eerdere oogst vertelde ik je al eens, het betrof piepers en bonen. We hebben er intussen volop van gegeten.

Vorige week nog maakte ik een maaltje Picassobonen klaar. Ik bereidde de bonen op dezelfde wijze als ik al eerder deed met citroenboontjes: al fiasco… En ook deze keer liet ik de bonen relatief kort weken, een goede drie uren. Dat werkte toen prima bij de citroenboontjes, maar deze bonen hadden definitief een langere tijd nodig. Toen de bonen uiteindelijk uit de kookpot kwamen waren niet alle schilletjes zacht. Volgende keer dus maar weer ouderwets een nacht in het water zetten…picassobonen

En natuurlijk hielden we ook een ferme portie over van de maaltijd. Ik bewaarde de boontjes twee dagen in de koelkast en maakte er later een schotel mee die iets weg had van chili con carne.

Ik maakte een eenvoudige tomaten- gehaktsaus. Gesnipperd uitje in de pan, gesnipperde knoflook erbij. Wanneer het aankleurt gaat het gehakt erbij. Is het vlees gebruind, dan twee gehakte tomaten en een flinke slobber passata toegevoegd. Peper en zout uit de molen.

In deze saus mochten de gare bonen heel langzaam opwarmen. Ik liet het geheel een goed half uur doortrekken. Dan kon het gerecht heet op tafel.

Erbij wat stukjes taco, opgewarmd in de koekenpan en een flinke lik avocadosaus. Die avocadosaus is heel snel te maken, effectief bij allerlei gerechten en verschrikkelijk lekker.

Zorg dat je een rijpe avocado hebt. Halveer hem , wip de knikkerpit eruit en schep het zachte vruchtvlees met een lepel uit de schil. Druppel er onmiddellijk wat citroensap over om verkleuren te voorkomen. Voeg twee eetlepels crème- fraiche toe en wat tabasco. Pureer het geheel en je saus is klaar. Er kan dan nog vanalles aan smaakmakers bij, maar de simpele versie zoals hierboven beschreven voldoet in al zijn eenvoud.

© paul

Wortelstamp…

wortelstamp

De lange wandelingen met Hond Jaros zijn ideaal om na te denken. In het dorp is het nog een kwestie van opletten (wie rijdt je dood? Poept de hond niet op een onverkwikkelijke plaats?) Eenmaal buiten de bebouwde kom valt al dat gedoe van je af.

Ik had alle tijd om wat ingewikkelds te bedenken, bijvoorbeeld iets met kool. Dat zullen we eten, dacht ik nog stellig. Tot ik via een omweg weer terug keerde in het dorp. Bij een van de eerste huizen rook het naar gekookte uien, een wat weeïge, zoete geur. Het deed me onmiskenbaar aan vroeger denken. Op sommige hefstige dagen, op de terugweg van school, rook het dan huis voor huis naar wortelstamp. Alsof de hele buurt het afgesproken had. Ik realiseerde me dat het alweer jaren geleden was dat we een eenvoudige stamppot met wortel aten. En dat terwijl we normaal gesproken de ingrediënten altijd in huis hadden. Niks kool dus, wortelstamp werd het.

Heel eenvoudig, naar de ijzeren stelregel: twee delen aardappel, een deel wortel. Uitje erbij, de grootte ervan is afhankelijk van de hoeveelheid aardappel en wortel. Geen gebruik maken van de knijper, en al helemaal niet van de keukenmachine. Gewoon stampen met de stamper. Scheutje  room erdoor en een klont boter. En flink peper uit de molen.

De laatste keer dat we wortelstamppot aten hadden we er klapstuk bij. Vandaag koos ik voor varkenskarbonaden, eenvoudig en je hebt jus. Ik kon het evenwel niet nalaten om de jus een beetje te verrijken met een scheut witte wijn en een gulpje room. Even door laten koken en onderwijl de aanbaksels van de bodem van de koekenpan losschrapen. Dat geeft smaak…

Hond Jaros als deurmat…

Hond Jaros als deurmat

Ellen had zich ten doel gesteld een aantal platte foto’s te maken. Mij lukt dat vrijwel altijd, hoewel het echt nóóit mijn bedoeling is. Ellen evenwel zag het als een uitdaging om haar techniek aan te scherpen. Opnamen, zo plat als een dubbeltje… Een van de resultaten van het experiment was de foto hierboven. Eigenlijk denk ik dat het nog stukken platter had gekund, maar dan zou het ook heel griezelig worden.

Hond Jaros, moe van het slopen van een speelgoedkip, twee kluiven en een deel van zijn kussen lag uitgeteld op het linoleum in de keuken. Flits …, ze had hem.

Ellen was matig tevreden over de foto. Maar zoals het gaat, de kijker gaat aan de haal met het gebodene, en uiteindelijk heb je je als maker daar maar bij neer te leggen.

Zie ik zo’n afbeelding dan is de kans groot dat mijn romantische inslag met mij aan de haal gaat. Uiteindelijk zie ik een plaatje uit een natuurkundige atlas uit de negentiende eeuw, tonend exotische hondenrassen… Prototype van een Afgaanse Fakirdrijver, een Russische Werstmeter, een Tibetaanse Yakmelker. Mooi vind ik de contourlijnen, alsof ze met een pennetje getrokken zijn…

Hond Jaros ligt intussen (nu op dit eigenst moment) met Ellen op bed te kijken naar het televisieprogramma Tussen Kunst en Kitsch. Ellens voorkeur voor antiek en mooie spullen ken ik intussen wel. Ik ben zo benieuwd naar de smaak van die hond…

© paul