Ah-shit…

We zijn weer thuis, dat is het goede nieuws. Mochten we klagen over de internetverbinding op onze Luxemburgse stek, het zou nu allemaal weer beter moeten gaan. Tijdens onze afwezigheid echter is een en ander fout gelopen met het internet hier te onzent… Reacties plaatsen lukt even niet, post beantwoorden ook niet. Het ziet ernaar uit dat de euvelen in een dag of twee verholpen zullen zijn.

De titel van dit stukje ontleen ik aan een rubriek van de web-site van Wateetons. (Lezen, je doet er je voordeel mee!…). Zelf beleefde ik mijn ah-shit moment enige dagen terug.

Zestien monden voeden onder kampeeromstandigheden legt je enige beperkingen op. Voor ieder een kippetje, een tomate crevette of een kalfswang in oude gueuze zit er nauwelijks in. Het is verstandiger om te kiezen voor wat meer bulk-achtige gerechten. Spaghetti met bolognesesaus en een grote bak salade komt meer in aanmerking. Het is redelijk eenvoudig, onwaarschijnlijk lekker en je maakt gemakkelijk massa.

Het probleem blijft altijd de spaghetti. De hoeveelheid voor zestien personen is te groot om af te gieten in een vergiet. Het past niet. In gedeelten overhevelen in een zeef is ook geen optie, de helft is koud voordat je aan het eind bent. De massa in de pan laten en vanuit het kookvocht uitserveren bevordert verweking van je pasta. Dan maar afgieten met de deksel als natuurlijke barrière. Ik heb het vaker gedaan, het gaat eigenlijk altijd goed. Nu echter gulpte er wat van de kokende brij over mijn hand. Mijn schrikreactie zorgde ervoor dat de deksel verschoof, en de rest is geschieddenis.

Neel schoot me onmiddellijk te hulp. Aangezien de actie buiten het zicht van de groep plaats vond ondernamen we nog een poging om de zaak te redden. Met onderzetters schepten we de smurrie terug in de pan, te vergeefs… De paste was té vervuild en dat zou aan tafel opvallen. Iedereen wist immers dat Ellen niet kookt met gras, laat staan met bruine klei.

Enfin, we zijn dan maar weer van voren afaan begonnen, er was gelukkig voldoende ongekookte pasta op voorraad. Het duurde alleen zo verdomde lang voordat de grote pan ijskoud water weer aan de kook raakte. We gingen laat aan tafel…

© paul

Varkensstoofpot met Orvalbier

stoofpot met Orvalbier
Stukjes over het eten schrijven zit er hier even niet zo in… Internet werkt maar heel af en toe, en eerlijk gezegd hebben we ook maar héél af en toe tijd om iets te schrijven… We genieten van het mooie weer, nu samen met vriend Jan en Ans. We toeren wat rond door de Gaume, doen onze boodschapjes en drinken daarna een mooi glas bier, ook uit de Gaume. Er zijn hier flink wat kleine brouwerijtjes die prachtig bier produceren. Paul en Jan mogen er graag van genieten, één blijft echter favoriet: Orval! Je ontkomt er hier niet aan, Orval is overal, wordt overal gedronken en ook op veel plaatsen gebruikt bij het koken.

Een recept met Orvalbier dus: voor vier personen

  • 800 gram varkensvlees van onbesproken kwaliteit (fricandeau of schouder zonder bot) in flinke stukken gesneden
  • 2 sjalotten fijn gesneden
  • 2 stengels bleekselderij fijn gesneden
  • 1 wortel fijn gesneden
  • 3 teentjes knoflook, geplet en fijn gesneden
  • geklaarde boter of olijfolie
  • een flesje Orvalbier
  • peper en zout
  • wat versgehakte platte peterselie

Verhit een deel van de olie of boter in een grote braadpan en bak daarin de sjalotten en de knoflook mooi lichtbruin. Voeg er de bleekselderij en de wortel bij en stoof het geheel zachtjes. Verhit de rest van de olie of boter in een koekenpan en bak daarin de stukken varkensvlees mooi bruin. ( bak in gedeeltes zodat alles echt goed bruin wordt en meteen dichtschroeit) Voeg de bruingebakken stukken vlees bij de groenten. Schep alles goed om en om. Blus de koekenpan met het Orvalbier en roer de aanbaksels los. Giet het vocht bij de stoofpot. Laat alles even aan de kook komen, schep nog eens goed om en laat de stoofpot dan langzaam garen met de deksel op de pan. Als het vlees bijna gaar is de deksel van de pan halen en de saus nog wat laten indikken. Strooi er eventueel nog een lepeltje vloeiende bloem over en roer goed. Breng verder op smaak met peper en zout.

Dien het vlees op met de Orval/groentensaus en geef er wat pasta bij. (bijvoorbeeld die kleine handgmaakte ‘oortjes’.

Kopje espresso toe! Weer een mooie vakantiedag!

© ellen.

 

Revolutie in het grillgebeuren…

Kotlet vom Schwenkbraten

Ik vertelde je al vaak over de nationale sport van Luxemburg: grillen. Écht waar, ze doen het altijd en overal. Zelfs Groothertog Jean, die gisteren nog bij jullie op het koningsfeest acte de présance gaf verzorgt vandaag alweer het vleesgedeelte van de Groothertogelijke maaltijd met zelf geroosterde Metties, Grillis, Thüringer en natuurlijk de nationale trots: Kottlets

Enfin, die Kotlets die horen erbij. En wanneer Ellen zin heeft in Kottlets dan zoeken we KottletsOoit gaat dat fout, maar op 1 mei weet je zeker dat de pompeejers van Differdange garant staan voor je gegrilde maaltje.

Nu worden Kottlets altijd geserveerd met twee plakken klef wit brood. Dat brood heeft een zelfde doel als dat het had bij banketten in de middeleeuwen: het omvatte het vlees als een soort servet en je kon er na het eten je vette vingers aan afvegen.

Wie schetste onze verbazing toen we dan gisteren onze Kottlet verpakt zagen in een broodje? Nog nooit meegemaakt; nieuwlichtersgedoe? Plat brood uitverkocht? Gemakzucht?

Een kort interview met de verantwoordelijken leverde geen bevredigende verklaring op. Wel kwamen we aan de weet dat de Pompeejers (Vrijwillige brandweer) een goede zeshonderd van die Kottlets omzetten op het 1 mei feest. En van de worsten (metti’s, grillies enz.) een veelvoud.

En al staan die brandweerlieden dan tegenwoordig nog zelden in en écht vuur, ik kan je garanderen dat zo’n schwenkbraten heet is…Kotlet vom Schwenkbraten

© paul