La Vache qui rit…

29 mei 2011

la vache qui rit

Tegen het einde van de zestiger jaren van de vorige eeuw kwam ik voor het
eerst in aanraking met Franse en Franstalige striptijdschriften. En hoewel
Kuifje en Robbedoes als weekblad gewoon verschenen in het Nederlands, vond ik de
Franstalige uitgaven van Tintin en Spirou zoveel aantrekkelijker, zoveel
exotischer. Mijn ULO-frans volstond beslist niet om de volle inhoud van de tekst
te ontcijferen, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik kon af en toe enkele
exemplaren aanschaffen. Niet opeenvolgend, ik had maar af te wachten wanneer er
zich weer een kansje voordeed om wat losse nummers te scoren. Ik vond het best.
Het meest verzot was ik op het blad Pilote. De verhalen daarin leken zoveel meer
volwassen. Het waren de verhalen die mondjesmaat ook verschenen in het
Nederlandse stripblad
.

Het moet in Pilote zijn geweest dat ik voor het eerst kennis maakte met La Vache qui
rit
.
Helemaal in stripstijl gepresenteerd. Ik stelde me
er iets waanzinnig lekkers bij voor.

Ik kende wel van die kaasblokjes uit het kerstpakket van mijn vader, en ook
op feestjes verschenen ze steeds vaker als voorzichtige borrelsnack. Maar dat
waren hele gewone dingen. Ze heetten Gouda of ERU (bestond dat eigenlijk al?).
Maar die konden het toch nooit halen bij die Lachende Koe, dat wist ik
zeker.

Het probleem was evenwel dat ik die Franse kaasjes nooit tegenkwam. Ze waren
in ons dorp niet te krijgen, en of ik er nu zo heel veel moeite voor heb gedaan
om ze van elders te betrekken betwijfel ik. Het was veel meer een mooie gedachte
dat er iets verschrikkelijk lekkers bestond, dat ik alleen kende. Welliswaar
niet van smaak, maar toch van naam. Mijn dorpsgenoten lazen geen Pilote! Wisten
zij veel… (Wist ik veel?!)

Het heeft nog jaren geduurd voordat ik La Vache
qui rit
voor het eerst proefde. En dat de blokjes nu
zoveel beter smaakten dan het Nederlandse equivalent durf ik niet te beweren.
Maar de betovering bleef. Kwestie van een overdosis nostalgie. Ik heb daarna
alle kaaspuntjes afgezworen. Ik bezondig me alleen nog aan die Lachende
Koeien.

De kaas is ontwikkeld in de Comté, zo rond 1921. Het was de eerste echte
smeerkaas ooit! De illustratie is van Benjamin Rabier en stamt uit 1922.
Intussen wordt de kaas over de hele wereld geproduceerd. En in allerlei vormen.
Maar die romige puntjes blijven voor mij toch de enige echte, vooral die met
ham.

We hebben ze tegenwoordig nog zelden in huis, die kaasjes. Ik kan er namelijk
niet afblijven en het gevaar dat ik me eraan vergrijp en me overeet is niet
denkbeeldig. Gelukkig ontdekten de Kids van Eupotours de romige driehoekjes. Ik ga dan maar bij
hen op bezoek en laat me mondjesmaat verwennen.

© paul

Snelle pasta met ham, knoflook en pepertjes…

pasta spek knoflook en pepertjes 006
Paul schreef het gisteren al, we hebben even weinig tijd gehad voor het weblog.Vandaag dus maar even een opsomming van de afgelopen dagen. Vrijdag aten we pasta, heel simpel met alleen wat stukjes ham, knoflook en peterselie. Een paar chilipepertjes voor een pittig accent even in wat olijfollie bakken. Dan de knoflook in snippertjes erbij en wat in blokjes gesneden gerookte ham. De pasta, in dit geval linguine, een dunne platte pastasoort, al dente koken, afgieten en bij het ham/knoflookmengsel voegen. Strooi er wat gehakte peterselie over en wat vers geraspte Parmezaanse kaas Een hele snelle, smakelijke maaltijd. Serveer er een mooie tomatensalade bij.

© ellen

Sumiranbrood…

brood van de Sumiranboederij

Bij het jongste bezoek aan de Sumiranbourderij bleek dat er de afgelopen tijd hard
is gewerkt aan bedrijfsinnovatie. Zo is er een bakhuis gebouwd, alwaar een
gepensioneerde bakker op houtvuur zijn beroepskunsten mag vertonen. Ik was er
niet bij, maar de foto’s die Ellen nam spraken boekdelen.

Het is me niet geheel duidelijk of het brood van de foto al op de boerderij
gebakken is, want de oven moet volgens mij nog in gebruik genomen worden. Enfin,
Ellen moet er maar over schrijven.

Het brood van de foto kreeg ze van Irene om alvast eens te proeven. En als
dit brood exemplarisch mag heten voor wat er in de toekomst gebakken wordt dan
belooft dat heel wat.

Heerlijk vast roggenbrood is het. Een stukje brie en een klodder
kruisbessengelei erop en je hebt een wereld-snack.

(Aan die groene nagels van Het Kind zal ik nooit wennen…)

© paul

Badenjan mutabbal (aubergine puree)…

25 mei 2011

aubergine 003

Er lagen nog een paar aubergines in de groentelade van de koelkast. Ze lagen
daar eigenlijk al iets te lang, maar het kon er nog nét mee door. Ik voelde me
dan ook verplicht om die groente te gebruiken voor de avondlijke maaltijd.
Terwijl ik daar zo over zat te denken realiseerde ik me dat ik eigenlijk niks
van de groente wist, hoewel we die vaak genoeg aten.

Even rondgoogelen werkt doorgaans snel, maar wanneer ik in mijn eigen
keukentje zit prefereer ik het om wat boeken uit de kast te pakken. Ik vind dat
fijner.  Ik begon met De Dikke Van Dam en het was meteen raak. Een
uitgebreid lemma over aubergines. Ik ga het hier niet nog eens dunnetjes
overdoen, want je hebt dat standaardwerk natuurlijk zelf ook in huis lezer. Kijk
het maar even na op pagina 55.

Een aardige bijkomstigheid van Van Dam is dat hij zijn produktinformatie vaak
afsluit met een favoriete be- of verwerking van het betreffend onderwerp. Bij de
aubergine dist hij een dip-sausachtig recept op, te eten met goed oosters brood.
Het leek mij evident dat de saus, of eigenlijk de puree, een uitstekende
begeleider is bij gegrild vlees. Het gerecht komt uit Libanon en luistert
naar de welluidende naam badenjan muttabal. Later leerde ik van
mevrouw Roden dat gelijksoortige bewerkingen van de aubergine in het hele
Midden-Oosten en de Oriënt voorkomen. Ik volgde min of meer de instrukties van
Van Dam, maar zette een en ander iets zwaarder aan met smaakmakers.

  • 2 aubergines,
  • 3 tenen knoflook,
  • 1 (kleine) theelepel zout,
  • 4 eetlepels tahin,
  • 3 eetlepels citroensap
  • 1 flinke hand verse peterselie.
  • 1 eetlepel harissa

Leg de aubergines op een bakplaat in een voorverwarmde oven bij 180 graden en
laat ze in veertig minuten gaar worden. Haal de aubergines uit de oven en laat
ze wat afkoelen. Pel de donkere huid eraf en pureer het vruchtvlees met de
staafmixer. Doe de groente over in een mengkom en werk zout en de teentjes
knoflook (uit de knijper) door de massa. Vervolgens de tahin, het citroensap, de
harissa en het grootste deel van de gehakte peterselie. Klop alles flink om
zodat alle ingrediënten goed veremengd zijn. Druppel er nog wat van je fijnste
olijfolie over en bestrooi de puree met de rest van de peterselie.

Opmekingen:

  • Je kunt natuurlijk alle bewerkingen met de keukenmachine doen, maar wanneer
    je met de hand mengt houd je een mooiere structuur over.
  • De aubergines kun je ook grillen boven open vuur of op de bbq tot het vel
    geblakerd is en je het eraf kunt trekken.
  • Het garen van de aubergines is een kwestie van smaak. Ik hield de gaartijd
    aan uit mijn Groetenboek uit oude Time Life serie, en dat was 40 minuten.
  • Tahin is een pasta achtige saus op basis van sesamzaad. Je kunt die
    kant-en-klaar kopen. Ik maakte hem zelf, het recept volgt.
  • Harissa is een Noord-Afrikaanse pepersaus. Te koop in tube of blikje, maar
    ook prima zelf te maken. Ik schrijf er nog over.

We aten brood en gegrilde lamskarbonaatjes bij de auberginepuree.

© paul

Fin de vacance….

24 mei 2011

PICT0330

Inmiddels zit mijn eerste nacht ná de vakantie erop. Het liep tijdens die
vakantie niet allemaal zoals gepland,  dat had je intussen al wel begrepen, maar
uiteindelijk kwam het allemaal goed. De keuken kreeg een beurt, de “nieuwe” auto
arriveerde. We maakten uitstapjes met vrienden, we aten en dronken er de drie
weken goed van. We hadden tijd voor de tuin en voor onze bibliotheek.

Ellen werd overigens in het midden van de vorige week al verwacht ten burele
van haar broodheer. Voor mij betekende het dat ik voor de overdaagse maaltijden
weer op mezelf was aangewezen. Ik heb er steeds maar een feestje van
gemaakt.

Enige tijd geleden schreef ik al eens over die wondermandjes uit China. Met weinig
fantasie, en nóg minder moeite bieden ze je de mogelijkheid om lekker te
eten.

Dim sum kun je kant en klaar kopen. Zelfgemaakt is beter, dat weet ik ook
wel, maar er zijn heel redelijke “fast food” alternatieven in de handel, vaak
voor weinig geld.

Het is dan zaak de deegtasjes uit de verpakking te halen en je wok op het
vuur te zetten met een klein laagje water. Je brengt het water aan de kook en
plaatst de dim sum op wat blaadjes groen in het stoommandje. Vwervolgens plaats
je het stoommandje in de wok en je gaart je maaltje klaar. In dit geval duurde
dat zeven minuten. In de tussentijd prepareer je een smaakbegeleider met wat
sojasaus, wasabi, gefermenteerde vissaus, of wat je wilt. Snel, handig,
lekker…

© paul

Linguine met vongole…

23 mei 2011

pasta vongole

Vrijdag kocht Paul bij de Sligro een portie vongole; in dit geval vongole
veraci, in Nederland ook wel tapijtschelpen genoemd. Ik ben er dol op maar
helaas zijn ze hier in Brabant bijna nooit te koop, mooi dus voor een zondagse
zonnige maaltijd. Je kunt er ongetwijffeld van alles mee doen maar ik houd het
maar simpel zodat de smaak van de schelpdiertjes zo natuurlijk mogelijk blijft.
De soort pasta die je gebruikt moet niet te dik zijn; een dunne spaghetti of
linguine. Ik gebruikte linguine van mijn favoriete merk De Cecco. Hier nogal
duur maar in Luxemburg altijd wel ergens in de reclame. Wij nemen dan ook altijd
een voorraadje mee naar huis.

  • Voor twee personen:
  • 500 gram vongole (met schelp)
  • 1 kleine sjalot, fijngehakt
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • een blikje tomaten
  • een klein rood pepertje, het zaad verwijderen en in dunne reepjes
    gesneden
  • wat olijfolie
  • peper en zout
  • linguine
  • een handvol verse gehakte peterselie

Verwarm de olie en smoor daarin de sjalot en knoflook zachtjes goudgeel. Voeg
de pepersnippers erbij en bak ze even mee. Doe er de tomaten bij en laat alles
even inkoken tot je een mooie saus hebt. Kook intussen de linguine. Voeg vlak
voor de linguine klaar is de schelpjes bij de tomatensaus en laat ze openstomen.
Het vocht dat vrij komt geeft een extra fijne smaak aan de saus.Giet de pasta af
en roer ze door de tomatensaus. Strooi er de peterselie over en dien snel op.
Een mooi glas witte wijn erbij en je hebt een heerlijke zonnige maaltijd in een
paar minuten.

Kopje espresso toe natuurlijk.

© ellen.

We waren even weg…

hemelvaart 003“>
We waren even weg, en nu zijn we weer terug. Lang weekend Luxemburg.
Traditioneel bezochten we op Hemelvaartsdag de vlooienmarkt in Tuntange. Die markt is altijd goed voor het aanvullen van keukenspullen. Dingen waarvan je het bestaan niet wist, maar die dan ineens onontbeerlijk lijken. Ellen vond een prachtige art deco koffiepot, en een taste-vin uit diezelfde periode. En oude Pernodglaasjes. En een casserole, zo groot dat je er het middagmaal van een weeshuis in kunt verstoppen. Ook de rest van het gezelschap wist een slag te slaan. Rian en Jeanne kochten twee prachtige mandflessen ten behoeve van hun wijnproductie.
Hond Max vond het allemaal best, hij was slechts geïnteresseerd in gegrilde carbonades die er bij dozijn werden uitgeserveerd.
Verder bezochten we afgelopen weekend het Maitrankfestival in Arlon. We zullen er over schrijven.
De afgelopen maand was so-wie-so een rijke maand voor het Ministerie. Er ligt nog een hele stapel etenswaardigheid te wachten op publicatie. Het is haast te veel om te kiezen waar te beginnen.
Enfin, je zult het wel zien de komende weken.

Er vliegt nu een jonge duif tegen het keukenraam. Ze zit wat amechtig te hijgen op de stoep. Laten we eerst maar eens bekijken wat we voor het beest kunnen betekenen…

© paul

Gnocchi van durumtarwe en ricotta in tomatensaus…

19 mei 2011

gnocchi

Hij sprak het uit als “doendaree“. Zo noemde de maat van Antonio
Carluccio het streekgerecht dat hij leerde maken van zijn Mama. Gennaro Contaldo heet de man. Hij is de kooklegende
die Jamie Oliver de Italiaanse keuken bijbracht. Samen met Antonio Carluccio is
hij te zien in de BBCkookserie Two Greedy Italians.

Ik heb een paar afleveringen opgenomen. In een van die afleveringen kwam het
recept van “doendaree” voorbij, gnocchi gemaakt van durumtarwe en
ricottakaas. Het stond me wel aan. En aangezien ik het recept nergens terug kon
vinden ben ik dan maar met een schrijfblokje en pen voor de televisie gaan
zitten. Het voordeel van zo’n filmpje is dat je niet hoeft te lezen over de
valkuilen, je kunt rustig bekijken hoe je ze kunt voorkomen. Enfin, dit is wat
ik ervan kon maken. Serveer je er nog een degelijke salade bij dan voldoet het
recept voor vier personen.

  • Voor de gnocchi:
  • 200 gram durumtarwe (hard tarwemeel),
  • 220 gram ricottakaas,
  • 3 stuks eigeel,
  • 30 gram parmazaanse kaas,
  • flinke snuif geraspte nootmuskaat,
  • pepr en zout.

 

  • Voor de tomatensaus:
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • 3 middelgrote tomaten, grof gehakt,
  • 1 vers pepertje,
  • 3 tenen knoflook,
  • 2 handen verse basilicum,
  • olijfolie.

Doe de eigelen en de ricottakaas in een kom en werk ze dooreen met een vork.
Voeg vervolgens de parmazaanse kaas, de nootmuskaat en de tarwebloem toe en
begin te kneden met je handen. Wanneer het deeg zich tot een bal gaat vormen
bestrooi je het met een beetje bloem. Je kneed nu verder op een gladde
ondergrond tot het deeg goed is. (Je voelt het vanzelf.) Snijd vervolgens hompen
van de deegbal en vorm er worstjes van. Blijf steeds wat bloem gebruiken om te
voorkomen dat alles gaat plakken. De worstjes worden op hun beurt weer versneden
tot brokjes (gnocchi betekent: bultjes). Bestuif de brokjes met meel om te
voorkomen dat ze aan elkaar plakken.

Doe olijfolie in een pan en bak er de grof gehakte konoflook en het versneden
pepertje in. Laat de knoflook even glazig worden en stort dan de tomatenstukjes
uit blik en de grof gesneden tomaten erbij. Indien je je saus te nat vindt laat
je hem even op hoog vuur inkoken. Doe dan het deksel op de pan en laat de saus
op een klein vuurtje nog even gaan.

gnocchi

Breng ruim gezouten water aan de kook. Kook hierin de gnocchi ongeveer 4
minuten. Indien je pan niet al te groot is dan kook je de gnocchi in kleinere
porties. Ze hebben echt ruim water nodig. Laat ze uitlekken en stort ze in de
tomatensaus. de gnocchi mogen nog een paar minuten “wennen” aan de saus. Hak de
verse basilicum en strooi die over de saus. Klaar is je gerecht. Het is wat
werk, maar na een paar keer zal het snel gaan. En de gnocchi zijn écht
onwaarschijnlijk lekker!

©paul

Verbouwingseten: Spaghetti aglio, olio e peperoncino …

18 mei 2011

schilderen keuken

Enfin, van die “verbouwing” van onze keuken heb je
intussen voldoende meegekregen lezer. En de belofte dat we over
van-alles-en-nog-wat zullen schrijven in verband met achterstallig onderhoud van
het web-log is ook alweer een paar keer gedaan. En geloof me lezer, het komt,
het komt…

Vanavond sloten Ellen en ik onze vakantie af. Ellen moet morgen weer beginnen
voor haar broodheer, ik heb nog een paar dagen vrij. Onze auto is nog stuk, en
de “nieuwe auto” laat op zich wachten. Dat wordt eind van de week…

We hadden het plan opgevat om dan maar een mooie maaltijd te kopen
buitenshuis, maar we konden niet bedenken waar we die maaltijd zouden gaan
genieten. Ellen hakte de knoop door, ze besloot zelf te koken. We kochten twee
entrecôtes van verantwoord Belgisch rund, we maakten aardappelpuree en we
gristen een portie doppertjes uit de vriezer. Daarbij kwam een soort van instant
cumberlandsaus, die Ellen oppepte met voldoende eigen ingrediënten om er een
smakelijke toevoeging van te maken. We dronken een ronduit voortreffelijke
Saint-Emilion Grand Cru uit 2003, een geschenk van Andy en het Kind. En we waren
voldaan… Stukje kaas toe, kaas uit Val-Dieu.

Maar goed, denk nou niet dat we hier op het Ministerie hebben zitten
arremoeien tijdens onze “verbouwing”, niets is minder waar. We aten meerdere
malen buitenshuis, we werden vergast op een maaltijd bij de Jongste Bediende. En
tussen al het gedoe door zag Ellen kans om in de onttakelde keuken zo nu en dan
nog wat achtenswaardigs te produceren.

Mijn ultieme troosteten bijvoorbeeld: Spaghetti aglio, olio e peperoncino..
En denk eraan, dat smaakte me!

© paul

Salade van tuinboontjes en bietjes

16 mei 2011

salade van tuinboontjes en bietjes

Ik las het recept een paar weken geleden in de NRC Next in de culinaire colum van Roos Ouwenhand. Roos kreeg
het recept van haar collega Loes Luca en ze schrijft dat deze salade een staande
ovatie aan haar tafel kreeg! Zaterdag waren we op de Helmondse markt en daar
lagen prachtige jonge bietjes, met het verse loof eraan te koop. Ook waren er al
mooie kleine tuinboontjes. Ik kocht beide en besloot het recept voor die salade
op te zoeken. De dressing van mayonaise en yoghurt leek mij niet zo lekker, ik
maakte een dressing van wat olijfolie, peper en zout en ciderazijn. Ook voegde
ik wat spekjes en uienringen toe. Zo werd het eigenlijk iets anders; maar ook
heel lekker.

  • 2 kilo tuinboontjes (ongedopt)
  • 4 bietjes
  • vier teentjes knoflook in de schil
  • 2 eetlepels kappertjes
  • 2 eieren hardgekookt
  • 1/2 rode ui in fijne ringen
  • olijfolie, ciderazijn, zout en peper
  • een handvol spekjes (biologisch, gerookt spek)

Was de bietjes en leg ze met de knoflooktenen in een ovenschaal. Dek af met
aluminiumfolie en zet de schaal in de voorverwarmde oven op 180 graden. Laat de
bietjes ongeveer één uurtje garen. Laat ze wat afkoelen en pel de schil eraf.
Snijd ze in kleine blokjes. Dop intussen de tuinboontjes. ik had mooie kleine
boontjes die hoef je niet dubbel te doppen, heb je grotere exemplaren dop ze dan
dubbel. Kook ze in ongeveer 8 minuten gaar. Bak de spekjes even uit. Maak een
dressing van de olijfolie, ciderazijn, peper en zout. Ik mengde ook nog nog wat
van de meegegaarde knoflook door de dressing. Spoel de kappertjes goed af en
meng alle ingredienten in een mooie aardewerk schaal. Wij zouden er
schouderkarbonaden gestoofd in kriek bij eten maar de zaterdagse borrel met
vrienden liep wat uit en iedereen wilde wel een hapje meeeten. Gelukkig hadden
we nog een flinke rest Boeuf Bourgingon over van de vorige dag. Wat knapperig
brood erbij en deze salade, en zo had toch iedereen wat te eten.

Kopje espresso toe!

© ellen.