Kerstkoekjes met honing en gember…

kerstkoekjes

Ik had vandaag een verschrikkelijk vervelende dag op mijn werk, álles zat tegen, en ik beslist niet mee! Soms gebeurt dat. Dan kun je thuis gaan zitten balen, of mopperen, of droevig in een hoekje gaan zitten. Je kunt gaan hardlopen of fietsen om alle kwade energie weg te laten vloeien. Je kunt een trommel koekjes leegeten om het vervelende gevoel kwijt te raken. Maar fietsen of hardlopen in de regen is niet zo “mijn ding” en een trommel koekjes leegeten ook niet. Koekjes bakken, dat is voor mij een prima bezigheid na een vervelende dag. Een flinke bol deeg kneden, er eens flink mee op het aanrecht meppen en daarna de troostende geur van koekjes met honing die uit de oven opstijgt…

  • Honingkoekjes met gember:
  • 75 gram geconfijte gember, heel fijngehakt
  • 200 gram zachte boter
  • 50 gram honing
  • 60 gram bruine basterdsuiker
  • de schil van 1 sinaasappel, geraspt
  • 250 gram bloem
  • 100 gram gemalen amandelen (ik koop amandelschilfers en maal die zelf fijn)
  • voor de garnering; wat pistachenoten, fijngehakt en nog eens wat bruine basterdsuiker

Doe de zachte boter in een kom en meng er met de mixer in de laagste stand de honing, suiker, sinaasappelrasp en geconfijte gember door. Kneed er dan met de hand de gemalen amandelen en de bloem door tot je een mooie bal deeg hebt. Dit is even een kledderig karweitje maar prima om alle ergernissen kwijt te raken. Pak het deeg in folie en laat het een uurtje in de koelkast rusten.

Verwarm de oven op 180 graden. Vorm kleine balletjes van het deeg, ongeveer zo groot als een walnoot. Leg de deegbolltjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Maak in elke bolletje een klein kuiltje en druk daarin wat pistachenootjes. Strooi er nog wat bruine suiker over en bak de koekjes ongeveer 10 tot 15 minuten.

kerstkoekjes

De koekjes blijven zacht van binnen met een krokante buitenlaag; heerlijk! Je kunt ze bewaren een een trommel; telkens een laag koekjes en een vel bakpapier ertussen. Ik gebruikte hiervoor, enigszins aangepast, weer een recept van Essen und Trinken. Zie ook kerstkoekjes  deel 1.

© ellen.

“Hutspot Anders”, ofwel creatief met de Sint-restanten…

wortel, ui aardappel, "hutspot anders"

Toen ik vandaag de groentenlade inspecteerde lag er een grote zak biologische winterwortels en een bosje uien met groen. Een beetje karige inhoud, ik heb al dagen geen boodschappen meer gedaan en ik had vandaag nog geen zin om naar de winkel te gaan.

Wortels dus. Eigenlijk heel toepasselijk zo begin december. De tijd dat Het Kind haar schoentje zette is allang voorbij maar ik herinner me nog goed het vaste ritueel. Een mooie tekening en een borreltje voor Sinterklaas (tegen de kou op het dak) én een wortel in de schoen voor het paard! Na een aantal dagen hadden we natuurlijk een zak vol wortelen en moesten we nodig wortelstamppot eten. Ik ben niet zo dol op de gewone hutspot of wortelenstamppot ik besloot er vandaag een zuiders tintje aan te geven;

  • aardappelen, schillen en in mooie partjes snijden
  • winterwortelen schillen en in evengrote stukjes snijden
  • 2 bosuien met wat groen ook in partjes gesneden
  • 100 gram ontbijtspek in reepjes gesneden
  • een handvol zwarte olijven
  • een paar taakjes rozemarijn
  • peper en zout
  • olijfolie

Kook de aardappelen en de wortels in wat water bijna gaar. Giet ze af en schik ze op een ovenschaal. Leg er de ui, het spek en de olijven tussen en hier en daar wat rozemarijntakjes. Strooi er flink zwarte peper op en giet er de olijfolie over. Zet de schaal in een voorverwarmde oven. Ongeveer 20 minuten op 20 graden.

Kopje espresso toe.

© ellen.

update: 20 graden moet natuurlijk zijn 200 graden. Met dank aan Karen!

Plat Préféré…

broccoli met garnalen

Het stikt van de kookprogramma’s op de televisie. De meeste kijk ik niet, het is me veel te veel gehijg, gegooi, geschreeuw, gedoe! Het gaat daar ook helemaal niet over koken of gastronomisch genieten. Het gaat over Moderne Televisie, c.q. héél vervelende egootjes die zó ingenomen zijn met zichzelf dat ze netaan de andere opgevoerde egootjes kunnen tollereren. En samen blért dat dan een beetje in de rondte, slaat eens een pollepeltje door de brij en kwettert weer vrolijk (lees opgefokt) verder. Ik heb genoeg aan mijn eigen egootje. Als ik weer eens zonodig moet, dan ga ik wel een potje zitten navelstaren in mijn badkamertje.

Enfin…, er zijn natuurlijk uitzonderingen. Belgen maken doorgaans uitstekende kookprogramma’s. Dat deden ze vroeger, en dat doen ze nog. Plat Préféré is zo’n programma. (Canvas). In elke aflevering kookt de jonge chef Jeroen Meus het lievelingsgerecht van een Overleden Wereldburger. Op lokatie, met medewerking van bekenden van de overledene. Alles wordt gefilmd in een acceptabel tempo, en het geheel straalt integriteit en eerlijkheid uit. De chef kookt voortreffelijk en tussen de bedrijven door krijg je ook nog handige keukentips. Ook dit programma is televisie en ook dit programma wordt gemaakt om te amuseren. Maar het is degelijk en de kijker krijgt niet het gevoel als infantiel te worden behandeld. Het heeft kwaliteit!

(“Kwaliteit”, zo noemt men het begrip dat intussen langzaam maar onafwendbaar afzinkt in de mestkuil van onze amusementsbeschaving. Je ziet het gebeuren, als je je ogen maar open houdt! )

Vorig jaar schreven we al met veel enthousiastme over Plat Préféré, en dit jaar is het programma alleen nog maar beter geworden. We waren op bezoek bij Greta Garbo, bij Bob Marley en bij Charles de Gaulle. Bij Astrid Lindgrenn, bij Ian Fleming en bij Bruce Lee. En ook nog bij Armand Pien, de aardigste weerman ooit!

Nog twee afleveringen zijn er te gaan en dan is deze serie alweer voorbij. Ons resten nog over twee weken Frank Sinatra en aanstaande dinsdag Hergé, de geestelijke vader van Kuifje.

Eén Overleden Wereldburger noemde ik nog niet: Toon Hermans. In zijn zoektocht naar Hermans’ favoriete maaltijd belandt Meus in Hilversum, bij Mevrouw Boerenkamp, die aldaar een Indonesisch restaurant runde. Toon Hermans was dol op haar Nasi Goreng en op een gerecht met de welluidende naam Toemis Broccoli Oedang. Belgen hebben van ouds niks met de Indonesische keuken, maar Mevrouw Boerenkamp helpt Meus een aardig eind op scheut. (Ronduit hilarisch in die aflevering is de kleine zoektocht van Meus naar het “Frietje Oorlog”, een voor Belgen onbestaanbare verkrachting van hun geliefde Patat.)

Gisteravond kwamen Andy en het Kind even langs, zo ook de Baas van Monera. We deden niks aan het Sinterklaasfeest, maar een klein samenzijn vonden we wel gepast. We aten samen. En voor de gasten werd er gekookt naar het voorbeeld van Mevrouw Boerenkamp. De maaltijd was een succes, de pannen werden tot op de bodem leeggeschraapt. En dat terwijl ik toch een aanzienlijk hoeveelheid had aan te bieden. Het recept lees je na bij Plat Préféré. We hebben er ons nagenoeg aan gehouden.

Aangezien Ellen op het moment niet in de best denkbare conditie is moet ik vanalles zelf doen. Foto’s maken bijvoorbeeld. En dat vergeet ik dan weer. Enfin, op het allerlaatste moment, nadat alle schalen al waren schoon gelikt, werd de foto alsnog getrokken.

Jeroen Meus houdt er zelf een heel aardige web-site op na.

© paul

Boeuf bourguignon…

Boeuf Bourguignon

Het recept is afkomstig van de Oostenrijks-Duitse sterrenkok Sarah Wiener, die het op haar beurt doorgegeven kreeg van de herbergierster Paulette Galin uit het plaatsje Chatenay, een gat in de zuidelijke Bourgogne. Ik wilde dit pracht-gerecht maken voor een groot gezelschap, dus bedacht ik dat het niet geheel overbodig zou zijn om eens te oefenen. Met een kleinere portie, gewoon thuis. Er waren namelijk een aantal zaken waarvan ik me niet zeker was…

In Bourgondië komt alleen vlees van het Charolais rund in aanmerking voor deze stoofpot,ik heb daar alle begrip voor. Maar daar begint dan ook meteen het “gedoe”, ik kan dat vlees hier nu even niet bekomen. Daar komt nog bij dat de Fransen hun beesten anders versnijden dan Nederlandse slachters plegen te doen, dus ook daar moest een oplossing voor gevonden worden.

Ook was het oorspronkelijk recept bedoeld voor een groot gezelschap, zodat ik voor hier thuis een en ander terug moest rekenen naar voor ons te behappen hoeveelheden. Het recept zoals ik het hier geef is berekend op vier personen.

  • 1 kg rundsvlees aan het stuk (b.v. ribstuk van de voorste ribben),
  • 100 gram ontbijtspek,
  • fles rode Bourgogne (Pinot noir),
  • 1 grote ui,
  • 300 gram winterwortel,
  • 4 tenen knoflook,
  • 1 bosje peterselie,
  • 1/2 bosje selderie,
  • ‘n flinke pluk verse tijm, 1 laurierblad,
  • peper en zout,
  • olijfolie.

Dep het brok rundvlees droog en versnijdt het in grove stukken. Snijdt het ontbijtspek in dobbelsteentje en hak de ui in grove stukken. Bak het vlees in een stoofpan in hete olie aan alle kanten bruin en strooi er flink peper en zout over. Bak onderwijl het ontbijtspek uit in een koekepan en doe er de ui bij. Is de ui mooi aangefruit dan kan die samen met het spek bij het vlees gevoegd worden. Schudt een scheutje van de rode wijn in de uienpan en roer de aanbaksels los. Stort dat op het vlees en voeg vervolgens de resterende inhoud van de fles wijn toe. Het vlees mag nagenoeg helemaal onder staan. De tenen knoflook gaan in hun geheel in de pan, en ook het boeketje smaakmakers, de selderie, de helft van de peterselie, de tijm en het laurierblad. Op het zachte vuur van het allerkleinste pitje mag het gerecht nu twee en een half uur stoven. De wortelen worden grof geneden en gaan na die twee en half uur bij het vlees. Nog een half uur doorsmoren en het gerecht afmaken met de resterende fijngehakte peterselie en eventueel wat peper en zout. Het gerecht kan op tafel.

Enige opmerkingen:

  • Het vlees dient écht in grote brokken versneden te worden, in ieder geval zeven bij zeven bij zeven centimer Laat je het echter door je slager doen, dan is de kans groot dat je met te kleine stukjes thuis komt. Wij zijn nu eenmaal niet gewend om met grote brokken vlees te werken.
  • Een kilo vlees is voor de doorsnee stoofpan te veel om in één keer bruin te bakken. Ik gebruikte dan ook twee pannen. Heb je teveel vlees in één keer in je pan, dan zal het niet snel genoeg dichtschroeien, maar vocht gaan verliezen, zodat het al begint te stoven voordat het er eigenlijk aan toe is. En dat wil je niet!
  • De wortelen gaan pas in het laatste stadium van het kookproces bij het gerecht. Ze blijven enigzins gaaf en geven een aangename “bite” aan het gerecht.
  • Mijn saus bleef erg aan de dunne kant, ik vond hem een nét te dun van consistentie (de smaak was voorterffelijk!). Ik heb een minimum aan bindmiddel gebruik (johannesbroodmeel, hetwelk smakeloos is) zodat de saus een heel klein tikje minder vloeibaar werd.
  • Ik serveerde er aardappelen bij, naar voorbeeld van Sarah Wiener. Het gaat als volgt: schil vier grote aardappelen. Kook ze in hun geheel nagenoeg gaar. Leg ze dan 15 minuten op een bakplaat in een voorverwarmde oven bij 180 graden. Er vormt zich een heel dun vliesje om de aardappelen. Wanneer je die bij het gerecht serveert blijven ze in vorm, en verdwijnen niet als kruim in je saus. Met je vork pik je steeds een stukje aardappel af, dat je dan alsnog naar believen kunt prakken. De rest van de aardappel behoudt echter zijn vorm. Je hebt het verdelen van het bijgerecht volkomen in de hand. Een gouden tip…
  • En zoals het gaat bij dit soort klassiekers, er zijn talloze recepten in omloop. Men neemt hele andere stukken vlees, men gebruikt bouillon in combinatie met rode wijn, en soms wortel als bindmiddel, of ook wel raapjes. De aardappelen stoven mee, en de knoflook wordt juist fijn gesnipperd. Ik geef je hier een degelijke basis, verder kun je ermee fantaseren. Maar een fles Bourgogne moet erin. Je kunt best andere wijn gebruiken, maar dan wordt het geen Boeuf Bourguignon…

© paul

Boeuf Bourguignon