Fair Trade/Max Havelaar…

fairtrade

Gisteren begon de Fair Trade Week 2008. Tot 9 november
gaat die duren. Doel van deze week is om zoveel mogelijk consumenten en
bedrijven te overtuigen van het belang van eerlijke handel voor boeren in derde
wereld landen. Het zal wel geen toeval zijn dat er juist nu een gedegen
wetenschappelijke studie verscheen naar de effecten van “Fair Trade”. Ik las er
vorige week vrijdag over op de economiepagina van NRC Next en ik liep de hele
week te denken dat ik erover moest schrijven. En dus grasduin ik nu maar wat
door het NRC-artikel (van de hand van Toon Beemsterboer).

De bedoeling van “Fair Trade” is simpel. Je betaalt producenten een eerlijke
prijs voor spullen die op een verantwoorde manier zijn gemaakt. Dit in
tegenstelling tot de bodemprijzen die de grote multinatinals bedingen, waarbij
het alleen om geld gaat en het miljeu en de menselijkheid nog wel eens in het
gedrang willen komen.

Fair Trade/Max Havelaar bestaat intussen twintig jaar. Het werd tijd om de
balans op te maken. De ontwikkelingsorganisatie Solidaridad gaf daarom
wetenschappers opdracht een onafhankelijk onderzoek te doen. Het werk werd
gedaan door het Centrum voor Ontwikkelingsstudies (CIDIN) van de Radboud
Universiteit van Nijmegen. De uitkomsten van dat onderzoek zijn vervat in een
boek met de titel: The impact of Fair Trade.

Het werkt dus écht, dat Fair Trade. Niet is het zo dat Fair Trade boeren nu
zoveel meer aan directe inkomsten hebben, maar uiteindelijk levert het ze een
hoop op. Door hun stabiele inkomen kunnen boeren gemakkelijk geld lenen bij
banken om te investeren in hun bedrijf, en zijn ze niet afhankelijk van lokale
geldwoekeraars. Een deel van de fair trade gelden worden geïnvesteerd in hun
gemeenschap in de vorm van onderwijs, gezondheidszorg en zaken als
bodemverbetering. Fair Tradeboeren sluiten hun contracten voor meerdere jaren af
en hebben zo over langere tijd een stabiel inkomen.

Ook de “gewone” boeren profiteren van de ontwikkelingen. Als dertig procent
van de boeren aan Fair Trade levert, dan gaan de “grote” handelaren de andere
boeren in de regio namelijk dezelfde prijs betalen. “Je wordt een belangrijke
regionale speler,” zegt onderzoeker Ruerd Ruben. “Het collectieve
arbeidscontract dat de Fair Tradeplantage in Ghana sloot met zijn werknemers
schiep een precedent. Toen de vakbonden een jaar later onderhandelden met gewone
plantages dwongen ze hetzelfde salaris en dezelfde arbeidsvoorwaarden af.”

De Fair Tradeboeren die organisch verbouwen hebben wél een flink hoger
inkomen dan gewone boeren. De prijs voor biologische producten ligt veel hoger
en die markt is de afgelopen jaren veel sneller gegroeid dan de gewone Fair
Trademarkt.

Enfin…, ik hoopte het, ik dacht het, en nu weet ik het zeker. Het heeft zin
om Fair Trade te kopen. Intussen gaat het allang niet meer over koffie alleen.
Het gaat ook over fruit, thee, wijn, cacao, textiel, cosmetica en talloze andere
zaken. Er bestaan tal van certificaten: Max Havelaar, Fair Trade, EKO, Demeter,
Faifood en UTZ Certified zijn er slechts enkele. Maar die zijn in ieder geval
betrouwbaar.

Fair Trade biedt dus garanties voor duurzaamheid en humanitaire en eerlijke
behandeling van boeren. Het zegt weinig of niks over smaak, net zo min als bij
voorbeeld biologische wijn automatisch ook de garantie biedt goede of lekkere
wijn te zijn. Zo zijn wij alweer enige tijd naarstig op zoek naar andere Fair
Trade koffie. Die we nu kopen smaakt ons niet zo best. Het is wat dat betreft
net als in de grote wereld, je moet het toch weer zelf uitzoeken.

© paul

Kip met ratatouille

kip

Ik zit al een uur te grommen achter de computer. Inloggen op mijn weblog lukt
niet, ik weet niet of het aan web-log ligt of aan mij, maar ik wordt er knap
vervelend van. Al dagen gaat er van alles mis, dus ook al dagen geen stukje
vanaf onze thuis-pc. Gelukkig kon Paul in de nachtuurtjes een paar stukjes
schrijven. Denk dus niet dat we niets gegeten hebben deze dagen, erover
schrijven was gewoon even niet mogelijk. Vandaag lijkt het eindelijk te lukken.

Dus met nieuwe moed; gisteren aten we kip. Ik had een paar mooie biologische
kippenpoten en wat overgebleven groenten van een ratatouille die ik eergisteren
maakte. Ik besloot er een simpele maaltijd van te maken. De kippenpoten waren
nogal groot, dus sneed ik er twee drumsticks van en twee, hoe heet dat bovendeel
eigenlijk? Ik gebruikte de groenten die over waren, een halve courgette, een
halve aubergine, een halve paprika een flinke handvol krielaardappeltjes. Van
alles wat ofwel ratatouille.

  • twee biologische kippenpoten, doormidden gesneden
  • een kop bouillon
  • een pluk saffraandraadjes
  • een eetlepel olijfolie
  • een eetlepel citroensap
  • peper en zout
  • een paar takjes rozemarijn
  • courgette, aubergine, paprika, een paar tomaten, een ui, alles in blokjes
    gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en grof gehakt
  • 4 gedroogde chili pepertjes
  • een flinke handvol krieltjes
  • wat verse basilicum

Laat de saffraan even weken in de bouillon. Meng er vervolgens de olie, peper
en zout en citroensap door. Leg de kipdelen in een ovenschaal en schik er de
groenten en de aardappeltjes omheen. Giet er het bouillonmengsel over en laat
dat even intrekken. Verwarm intussen de oven op 200 graden. Zet de schotel in de
oven en laat het gerecht zo in ongeveer 1 uur garen. De bovenkant van de kip
krijgt een knapperig korstje terwijl de groenten tot een mooie ratatouille
stoven.

Een smakelijk éénschaalsgerecht, dat weliswaar een uur in de oven moet, maar
waar je verder weinig werk aan hebt. De groenten snijden en alles in de
ovenschaal schikken kost een paar minuten tijd. Daarna kun je met een glas wijn,
lekker even bijpraten voor het eten!

Wij aten een stukje kaas toe, Morbier dit keer. en daarna, natuurlijk een
kopje espresso.

© ellen.

Imbriago, Embriago, Ubriaco…

kaas

 

 

De Slag bij Caporetto
vond rond deze tijd plaats, eenennegentig jaar geleden. Het begon op
24oktober en eindigde op 9 november. Het jaar was 1917, plaats van
handelingen het Oostenrijks-Italiaanse front in het noord-oosten van Italië. In
een massaal offensief werden de Italianen ruim honderd kilometer terug geslagen
tot aan de rivier de Pavia. Een en ander ging gepaard met verschrikkelijke
verliezen aan Italiaanse zijde. De terugtocht verliep chaotisch. Op de betekenis
van deze opening van mijn artikel  kom ik terug. En wil je meer
weten over die Slag bij Caporetto, vraag het aan Alex. Hij is
expert.

Ans en Alex verbleven, alweer enige tijd
terug, in het noord-oosten van Italë. Zondagmiddag kwamen zij kond doen van de
belevenissen tijdens die reis. En ze brachten, naast nog heel andere zaken, een
harde, goudgele kaas voor ons mee. Imbriago had de verkoopster
op een kaartje geschreven, dat zou de naam zijn.

Doorgaans documenteer ik me goed voordat
ik een artikel schrijf. Gokken of verzinnen starft zich snel af . In het geval
van deze kaas sprokkelde ik echter met moeite gegevens bij elkaar. Gegevens die
elkaar op verschillende plaatsen aanvullen, maar elkaar op evenveel plaatsen
tegen spreken. Ik heb er maar een soort gemiddelde uit gedestilleerd. Weet jij
het beter, dan hoor ik dat graag.

Imbriago” betekent:
bedronken, zoveel is zeker. Dronken kaas dus. Verder betreft het kaas uit een
klein gebied in de Veneto, de productie is voornamelijk gesitueerd in de
provincie Treviso. Het duurde een tijd voordat ik het type kon achterhalen. Ik
kwam erop via de naam van een beroemde kaas uit de streek: de Montasio. Er
bestaat een variant die dan weer Ubriaco heet, hetwelk óók
bedronken betekent. Verder kwam ik nog het woord Embriago
tegen. Ook dat woord betekent dronken. Embriago is een dialectwoord,
Imbriago zal dat ook wel zijn, ik heb het niet meer uitgezocht. Sommige
bronnen vermelden dan ook nog eens dat de beroemde harde bergkaas Asiago
d’allevo dienst doet als basis voor de Imbriago, andere beweren dat het alletwee
kan. Ik houd het erop dat de Montasio het uitgangspunt is voor onze
kaas.

Ik schrijf over uit mijn kaasatlas:
“ De geschiedenis van Montasio is minstens 700 jaar oud. Waarschijnlijk is
deze kaas ontwikkeld door monniken van de abdij van Moggio, die hun koeien
lieten weiden in het gebied van de Julische Alpen in Friuli. Montasio is een
stevige kaas en komt in drie types, afhankelijk van de rijpingsduur. Het zijn
uitstekende tafelkazen, en de oude leent zich bij uitstek om te raspen.”

De productie en kwaliteit worden
wettelijk beschermd (Denominazione di Origine Protetta). Er wordt uitsluitend
koemelk gebruikt, soms rauw, maar meestal gepasteuriseerd. De bergweiden leveren
kruidig gras en dat proef je terug in de melk, en dus ook in de kaas. De
rijpingsduur kan oplopen tot ruim één jaar. Montasio is een bergkaas, een beetje
te vergelijken met een oude Comté. Bij de Imbriago-variant is de korst van de
kaas behandeld met most. Het kan zowel witte most zijn als
rode.

En wat voor een kaas
hadden wij dan… Krachtig, kruidig en uitgesproken notig smaakte hij. En dan was
er die fruitige, wat zoetige toets. Een direct gevolg van de mostbehandeling.
Voortreffelijke kaas om na de maaltijd te genieten, met wat walnoten en een glas
stevige Bordeaux. Of zoals wij zondagmiddag deden, met een glas van het beste
bokbier.

En zo kom ik dan weer
terug op mijn verhaal van de inleiding.

Het zit namelijk zo:
De hals-over-kop terugtrekkende Italiaanse legers namen in hun kielzog tal van
burgers op sleeptouw. Mensen die huis en haard verlieten, slechts bepakt met het
allernoodzakelijkste. En wat men niet mee kon sjouwen werd zo goed en zo kwaad
als ging verstopt. Een deel van de kaasvoorraad werd opgeborgen in oude
wijnfusten. Lege wijnfusten, waarvan nog slechts de bodem bedekt was met drab.
Het idee was dat de Oostenrijkse legers de volle wijntonnen wel zouden
plunderen, maar de lege fusten ongemoeid zouden laten. Later, als men weer terug
kon naar huis, zou de kaas dan wel bedorven zijn, maar liever bedorven kaas eten
dan honger lijden. Toen in een verder stadium van de oorlog het gebied weer werd
ontzet, vond men de kazen terug. En in plaats van bedorven waar vond men kazen,
doortrokken met het aroma van druiven en most. Waarlijk een “dronken” kaas. Het
verhaal dat Alex vertelde over de oorsprong van de kaas had ongeveer een zelfde
strekking.

Ach lezer, het zou
best een apocrief verhaal kunnen zijn. Het behandelen of wassen van kazen met
bier, wijn, marc of brandewijn gebeurt overal, en het gebeurt al eeuwen. Een
mooi verhaal is het wél. En een mooie kaas was het voorzeker. Je mag je best
doen om de Inbriago te vinden, ze komen nauwelijks Italië
uit…

©
paul

Spaghettisaus van restjes…

pasta 033

“Een dag zonder pasta is geen dag…”

Het is een uitspraak van Sophia Loren, en heel spaghetti-producerend Italië
mag haar “one-liner” graag te pas en te onpas uitventen. Ik geloof haar
overigens onvoorwaardelijk, ze meent het écht.

Wel weet La Loren maat te houden, dit in tegenstelling tot
ondergetekende. Door de jaren heen heeft ze op bewonderenswaardige manier haar
lijn behouden. Niet te dun, niet te dik. En dat nu lezer, is bij mij wel anders.
En zou ik elke dag pasta eten, de rampen waren niet te overzien. Staat er pasta
op tafel dan verlies ik elk maatgevoel. Vandaar dat er niet elke dag pasta op
dit web-log verschijnt. Het zou niet goed zijn. Ach, was ik maar een beetje
Loren…

De pasta die ik als lunch maakte is niet zomaar na te koken. Ik beschrijf het
gerecht meer omwille van de truuk, want je kunt dit foefje met van alles en nog
wat uithalen. Het gaat namelijk om restverwerking.

Van de munstersaus van zaterdag bleef fors wat over.
Mooie dikke romige kaassaus. Ook lag er nog een flinke dobbelsteen ontbijtspek
in de koelkast en harde kaas is er altijd wel in huis. Ik sneed het spek tot
kleine reepjes en bakte die in heel weinig olie. Daarna stortte ik de saus in de
pan en liet het geheel op temperatuur komen. In de tussentijd kookte ik de
platte spaghetti (linguine) gaar en stortte die uit over de saus. Even
omscheppen en klaar. Op het bord een beetje geraspte Parmezaanse.

De portee van dit verhaal: Met een beetje fantasie en wat goede wil zijn de
meeste resten uit de koelkast om te werken tot een pastasaus.

Ik zit intussen wat “gevuld” achter het toetsenbord. Mezelf zojuist toch weer
laten gaan…

© paul

Schouderkarbonaden, zuurkool en Munstersaus

schouderkarbonaden zuurkool en munstersaus 017

Naar de markt in Helmond dat zat er nog niet in vandaag, maar er moesten toch
dringend boodschappen gedaan worden. Gewoon te voet naar de buurtsuper, dat
moest te doen zijn! Een beetje wiebelig nog in de benen en, zo bleek wel, nog
wat wiebelig in het hoofd, toog ik met mijn superboodschappenkarretje, naar onze
supermarkt. Vergeten een lijstje te maken, maar er is van alles op! Dus maar dat
ingekocht, waarvan ik dacht dat we nodig hadden, lekker vers, kaas, groenten,
fruit, frisdrank…Dan kom je bijna tot voer voor psychologen…

Met een kar vol groenten, fruit en frisdrank kwam ik thuis. Dat zullen we dan
wel nodig hebben dacht ik nog. Paul zag onmiddelijk dat het ingrediënten voor
ratatouille waren, Vreemd, ik had heel andere ideeën. Winter wordt het, de klok
gaat vandaag terug en het begint aangenaam koud te worden. Tijd voor zuurkool en
varkensvlees!

Gelukkig waren er nog twee mooie dikke schouderkarbonades in de diepvries en
puur op gevoel had ik een pakje biologische zuurkool gekocht. Tussen de aankopen
trof ik ook nog een stukje Munsterkaas, prima voor een mooie
einde-herfst-maaltijd!

De zuurkool heb ik een half uurtje zachtjes gestoofd met een scheut witte
wijn en een paar fijngesneden stukjes spek.

Karbonaden met Munstersaus voor twee personen:

  • twee dikke schouderkarbonaden (biologisch natuurlijk)
  • wat boter, peper en zout
  • scheutje witte wijn (een droge Riesling is prima)
  • een theelepel komijn, 1 blaadje laurier
  • 1/4 l. room
  • 100 gram Munsterkaas, in kleine blokjes gesneden

Wrijf het vlees in met peper en zout en bak het in de boter rondom bruin.
Blus af met de witte wijn en voeg de komijnzaadjes toe. Laat de karbonaden zo 45
minuten zachtjes stoven. Doe er eventueel wat bouillon bij. Haal het vlees uit
de pan en houd het warm. Voeg dan de room toe en laat de saus wat inkoken. Smelt
de kaas in de saus en roer tot je een mooie gladde massa hebt. Dien het vlees op
en giet er wat van de saus over.

Serveer het vlees met de zuurkool met wat uitgebakken spekreepjes en gekookte
aardappelen.

Voor twee personen bleek dit teveel saus, geen paniek, van het restant maken
we morgen een mooie soep voor bij de lunch!

Een stukje appeltaart toe met natuurlijk een kopje espresso!

© ellen.

Appeltaart naar het recept van Bakker Holtkamp

appeltaart

In de Allerhande van vorige maand stond een recept voor appeltaart volgens
het recept van Bakker Holtkamp. Het gebak van bakker Holtkamp is beroemd, zo
schrijft Allerhande. Ik heb de beroemde taarten van deze bakker zelf nooit
geproefd, maar het recept sprak mij aan en ik nam me voor om deze appeltaart
eens te maken. Zoals dat gaat verdwijnt zo’n recept ergens onder op een
stapeltje…Tot ik vanmorgen de kolom
van Janneke
las. Zij schrijft al de hele week over appels en peren en
vandaag was daar een artikel over de taart van bakker Holtkamp, dezelfde als in
het Allerhandeartikel.

Het regent hier al de hele dag, van dat druilweer, dus wat kan je dan beter
doen dan een appeltaart bakken!

Voor een springvorm van 24 cm doorsnee

  • 1/2 citroen, schoonboenen en de helft raspen, dan uitpersen en 1 eetlepel
    sap gebruiken
  • 125 gram boter (natuurlijk liefst biologische roomboter)
  • 125 gram witte basterdsuiker
  • 250 gram zelfrijzend bakmeel
  • 1 1/2 kilo friszure appels, ik gebruikte Elstar, geschild en in plakjes
    gesneden
  • 75 gram blanke rozijnen
  • 10 gram krenten
  • wat gemalen kaneel
  • 1 el custard
  • 10 eetlepels abrikozenjam
  • 150 gram amandelspijs
  • 1 eidooier

Wrijf de boter met de suiker en de citroenrasp tot een egale massa. Voeg 1
eetlepel water toe, kneed tot het water helemaal opgenomen is en meng het
bakmeel erdoor. Voeg dan nog een eetlepel water toe en laat het deeg dan een
paar uur, afgedekt, rusten in de koelkast.

Doe de appelschijfjes, rozijnen, krenten, de custard, de kaneel en vier
eetlepels van de abrikozenjam in een grote kom en schep alles goed door elkaar.
Bakker Holtkamp noemt dit de ‘Appelsmort’.

appeltaart 004

Verwarm de oven tot 200 graden en laat het deeg weer op kamertemperatuur
komen. Rol het uit tot een dunne lap genoeg om de bodem en de randen van de vorm
te bedekken.

Kneed de amandelspijs met de eidooier en rol het mengsel uit op een met bloem
bestoven werkvlak tot het groot genoeg is om de deegbodem te bedekken. Leg de
spijs op de deegbodem en druk goed aan.

appeltaart 005

Schep het appelmengsel erop en verdeel hierop de overgebleven appelschijfjes,
druk alles goed aan.

appeltaart 009

Bak de taart 50 minuten op 200 graden, verhoog de temperatuur tot 220 en bak
nog 10 minuten.

Laat de taart afkoelen en bestrijk de bovenkant met de resterende 6 eetlepels
abrikozenjam dat je met het citroensap even verwarmd hebt. Bestrooi de taart met
poedersuiker.

© ellen (met dank aan bakker Holtkamp)

Kaasfondue (uit een pakje)…

kaas en wijn 006

Ik moet er niet over zeuren, maar het is ook raar er helemaal niks van te
zeggen: wij zitten in de “lappenmand” !  Nou ja, zitten?… Het is meer liggen,
hangen. Kwestie van forse verkoudheid, bulderende hoest, griepachtige spierpijn,
verhoogde lichaamstemperatuur. Voor écht koken of een spetterend geschreven
achtergrondverhaal ten behoeve van het web-log is even geen ruimte.

Gisterenavond besloten we tot een makkelijke maaltijd: kaasfondue. Zelf maken was geen optie, we hadden geen kirsch meer in huis en de juiste
kaas niet was even niet te bekomen. Ik kocht bij de plaatselijke AH een pak
Fondue Suisse van het merk Emmi. Mét Vacherin Fribourgeois (kaas uit het
Zwitserse kanton Fribourg). Rustig smelten en op temperatuur laten komen in een
stenen pannetje, stukjes stokbrood erbij en klaar was de maaltijd. En een flink
bord sla erbij voor de broodnodige vitamines.

Om het geheel toch nog een feestelijk tintje te geven diepte ik een fles
Zwitserse wijn op uit de kelder. Ik had die speciaal bewaard voor als we eens
kaasfondue zouden eten. En ik wist dat het de meest perfecte begeleider zou
zijn. Een beetje gevaarlijk was dat wel. Door al dat gesnotter kon het wel
gebeuren dat er weinig van de wijn te proeven was. Het viel gelukkig mee. Ik kom
nog over die wijn te schrijven.

Later op de avond kwam Piet nog even langs. Hij bracht linzen uit Frankrijk.
Lentilles vertes du Berry, sinds jaar en dag concurent van die andere beroemde
linzen, die uit Puy. Over de Berry-linzen zal ook nog geschreven worden. We zijn
benieuwd of ze zich in competitie met onze Puy-linzen staande kunnen houden.

© paul

Gebraden kwartel met linzen uit Berry

kwartels en linzen Du Berry 007

Wij voelen ons nog steeds belabberd maar er moet toch wat gegeten worden. In
boodschappen doen heb ik geen puf, er zal dus gekookt moeten worden met dat wat
er in huis is. Paul schreef al dat Piet gisteren linzen uit Berry meebracht en
kwartels waren er nog in de diepvries, dus dat kon een mooie maaltijd
worden.

De linzen uit Berry zijn heel goed te vergelijken met de linzen uit Puy. Ze
hebben allebei een Label Rouge zegel. De linzen uit Du Berry kregen het Label
Rouge zelfs al iets eerder dan de linzen uit Puy. Ze smaken ook ongeveer
hetzelfde. Prima kwaliteit!!!

Voor twee personen;

  • 1 kop linzen
  • wat olijfolie
  • 1 teen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 blaadje laurier
  • een stukje biologisch gerookt spek
  • een flinke handvol platte peterselie
  • peper en zout.

Smoor de knoflook even in de olijfolie en voeg linzen en water toe.
Laat
de linzen zo  20 tot 25 minuten zachtjes koken. Giet eventueel overgebleven
water af.
Bak de spekjes in een pan en roer ze door de linzen.
Strooi er
wat verse peterselie over. Breng verder op smaak met peper en zout. Doe het zout
er pas door als de linzen gaar zijn anders worden ze taai.

2 kwartels (Label Rouge of biologisch) op de rugzijde doorgeknipt en even
platgeslagen.

Wrijf de kwartels in met peper en grof zeezout en bak ze in wat olijfolie om
en om bruin. Laat ze dan zachtjes ongeveer 25 minuten doorbakken. Haal ze uit de
pan en bestrooi met wat peterselie. Dien ze op op een bedje van linzen.

kwartels en linzen Du Berry 002

Wij aten er een salade bij van lauwwarme tomaatjes met ruccola. Ik gebruikte
cherrytomaatjes. Voor ons twee een flinke handvol. De tomaatjes met een vork
inprikken en samen met een teentje gehakte knoflook even in wat olijfolie een
paar minuutjes smoren. Dan van het vuur halen en een flinke pluk ruccola er
doorroeren. De tomaatjes zorgden voor een frisse zure toets. Mooi van smaak bij
de linzen.

We dronken nog een kopje espresso toe en gaan weer naar bed.

© ellen