Zo’n nacht…

15 december 2006 006

Het gebeurt niet vaak dat ik ‘s nachts niet even tijd kan nemen om een artikeltje te maken, maar dit is zo’n nacht…

Vandaar dat ik je deze foto geef. Hij lag al weer een tijdje te wachten op publicatie. De kaas kregen we geschonken van Marleen. Hij komt van Zuivelboerderij De Hooiberg te Bladel. Een aardige foto, vandaar. Over de kaas schrijf ik binnenkort.

© paul

De Kelder…

27 januari 2007 001

Produkten die je altijd op voorraad zou moeten hebben deel 2.

Er zijn opeens allemaal keukenkastjes te zien in weblogland, ik schreef er hier al over . Vandaag is onze kelder aan de beurt. Onze kelder is niet zo heel diep, maar toch wel diep genoeg om van alles in op te bergen en altijd lekker koel, een prima bewaartemperatuur dus. In het bovenste gedeelte bewaren we de voorraad; blikjes voor hond Max, koffie, pakken risottorijst, gewone bloem en meel om pasta te maken (van harde durumtarwe), wat chocolade en zo nog wat gedoe. Maar het belangrijkste wat je altijd op voorraad zou moeten hebben; een paar blikken pomedorini (kleine tomaatjes op sap) en beneden een paar flessen pulpo di pomedore. Samen met een flinke voorraad pasta (ik prefereer voor kant en klaar pasta het merk Barilla) en wat blikjes tonijn en ansjovis kun je altijd een snelle smakelijke maaltijd maken. Ook onze voorraad zelfgeplukte en gedroogde paddestoelen staat hier, voor snel gebruik staat een pot in de keuken. Natuurlijk staat er ook van alles op die planken waarvan ik denk wat moet ik ermee; restanten van kerstpaketten bijvoorbeeld.

27 januari 2007 003

Dieper in de kelder nog een aantal onmisbare zaken; een groot blik brokken voor Max, frisdrank, “gewone” witte wijn, (“gewone” rode bewaren we in de keuken) een paar flessen Luxemburgse champagne en tomatenpulpo. Helemaal beneden is het een kakelbonte verzameling van keukenapparaten, extra borden en glazen, een diepvries. Linksonder een wijnrek met de “zondagse” wijn, van die wijn waarbij je van te voren gaat bedenken wat je erbij wil eten en die je ruim van te voren uit de kelder moet halen om te acclimatiseren.

De keukenkasten

8 februari 002

Er staat een stoofpot met lamsvlees op het vuur zachtjes te pruttelen, het duurt nog even voor dat klaar is dus ga ik gewoon verder over de voorraad. Onze keuken bestaat uit twee tegenover elkaar liggende werkvlakken. Ergonomisch, in één draai zijn beide werkvlakken te bereiken. Boven elk werkvlak open kastjes. Aan één kant het kookgedeelte, daarboven open kastjes. Wij bewaren daar alle gangbare kruiden; kruidnagel, foelie, nootmuskaat, paprikapoeder, zwarte, witte, groene en roze peperbolletjes, chili pepertjes, gedroogde oregano, kurkuma, mosterdpoeder en ga zo maar door. Ik bewaar de kruiden in afgesloten potten. Er komt in dit gedeelte van de keuken geen direct zonlicht en weinig daglicht. Bovenop staan grote potten met meel, rijst, paddestoelen, suiker, cacao, pastarestanten, linzen, zeezout. Boven het kookgedeelte en paar van de espressopotjes.

8 februari 001

Ook messen en ander gereedschap hangen hier aan stalen houders. Op het aanrechtblad altijd een voorraad eieren. Ik bewaar eieren nooit in de koelkast, dan worden ze te koud. Bovenop ook nog verschillende soorten olie, gewone olijfolie om te bakken, superolijfolie voor salades, zonnebloemolie, truffelolie en diverse soorten azijn.
Nadeel van al die open kastjes is dat alles vaak schoongemaakt moeten worden. Ondanks een geniaal afzuigsysteem worden de glazen potten snel vet. Maar dat heb ik er wel voor over, het is handig om alles binnen bereik te hebben en het ziet er ook nog gezellig uit vind ik.
@ ellen

Lamsvlees met ansjovis en kappertjes…

8 februari 013

Gisteren had ik problemen met het openbaar vervoer. Niet omdat er sneeuw lag of andere natuurrampen. Ik, en met mij nog zo’n 30 mensen, stapten in de bus met het voor ons juiste nummer 121. Daarna wisselde de chauffeur het nummer en zaten we dus allemaal in de verkeerde bus. Dat bleek pas nadat we in de verkeerde richting reden. Gelukkig mochten we er van de grommerige chauffeur allemaal weer uit. Gewoon even terug lopen naar het station!!! Daar was onze echte 121 natuurlijk al weg!!! Gevolg dat ik een uur later dan normaal thuis was. De lust om nog iets lekkers klaar te maken vergaat je dan wel. Dat werd dus een pizza gisteren.

Vandaag sneeuwde het ook bij ons in Brabant, ik had geen zin in weer een “laat-thuis avontuur” en heb vanmiddag vrij genomen. Mijn collega Elma kon het makkelijk alleen aan; bijna alle studenten waren om twaalf uur al vertrokken, bang om niet meer thuis te komen!
Vandaag verliep de thuisreis voorspoedig en was er dus tijd genoeg om een mooi stoofpotje van lamsvlees te maken;

Lamsvlees met ansjovis en kappertjes:

Voor 4 personen
1 kilo lamsvlees (van de bout of schouder, zonder bot, in dobbelstenen gesneden)
wat olijfolie of boter
2 uien in kleine stukjes
2 teentjes knoflook, even pletten en fijnhakken
1 laurierblad, 2 stukjes foelie, 4 kruidnagelen, peper
1 klein glas witte wijn, eventueel wat bouillon
1 kopje room
1 schoongeboende citroen in kleine partjes
1 eetlepel kapertjes
4 ansjovisjes
een handvol fijngehakte verse basilicum

Verhit de olie in een grote braadpan en braad het vlees daarin bruin. Voeg ui en knoflook toe en braad even mee.
Blus af met de wijn, voeg de kruiden toe en laat het geheel ongeveer 1 uur zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe.
Doe er dan room, partjes citroen, ansjovis, basilicum en kappertjes bij en laat alles nog zo’n 10 minuten stoven tot je een mooie gebonden ragout hebt.

Wij aten er wat rijst met saffraan bij en koolsalade.
Espresso toe.

© ellen

En epoisses toe…

6 februari 012

Een jaar of wat geleden schreef ik dat je voor Epoisses niet in de supermarkt terecht kunt. Het is een kwetsbaar kaasje, het verdient wat extra verzorging, net als Camembert van rauwe melk of Brie de Meaux. Eergisteren liep ik snel even binnen bij de Plusmarkt in Beek en Donk. Ik kom daar nooit, ik doe mijn boodschappen in mijn eigen dorp. Of ik bezoek speciaalzaken en daar vallen supermarkten in de omgeving van mijn woonplaats niet onder. Maar goed, ik was in Beek en Donk en het kwam zo uit dat ik en passant die Plusmarkt binnen schoot voor iets onbenulligs. Hoefde ik straks thuis de deur niet meer uit. En daar zag ik dan tussen een klein, maar aardig assortiment kazen deze Epoisses liggen. Gewoon de goede: uit Bourgogne, gemaakt van rauwe melk en met AOC keurmerk. Het kaasje woog 250 gram en kostte € 6,–.

Gisteravond aten we de kaas. Hij was al aan de oude kant. Niet dat er enig spoor van bederf te bespeuren was, het tegendeel. Alleen betekent ouder worden bij kaas ook dat er vocht is verdampt. En daarom was deze kaas aanmerkelijk zouter geworden dan de makers oorspronkelijk hadden bedoeld. Verder alleen maar lof. De kaas rook sterk, heel sterk, maar niet penetrant. De zuivel kleurde prachtig goud en was bijna helemaal vloeibaar. Niet iedereen kan dat laatste waarderen, maar wij vonden het heerlijk. We hebben de inhoud met een lepeltje gegeten. De dunne rode korst was erg zout. Het was zaak het restant snel weer te verpakken omwille van de vloeibaarheid. De kaas liep helemaal uit over de plank. Ik verheug me vanavond, dan eten we de rest.

Ellen dronk er een witte wijn bij uit Australië, gemaakt van de Semillion en de Chardonnay druif. Ze vond het geen ideale combinatie. (Mij viel het wel mee.)

© paul

Sukadelappen, bijna Provincaals…

 5 februari 006

Ellen kocht het vlees zaterdag bij onze Turkse slager in Helmond. Prachtige dikke, sappige sukadelappen, rund dus. En wat is er prettiger dan op een verloren maandagmiddag te gaan zitten lezen aan de keukentafel terwijl het vlees langzaam klaar stooft. Het huis hult zich in de heerlijkste geuren en je droomt weg naar een vacantieoord, ergens in Zuid Frankrijk.

Het recept is een beetje Provincaals. (Met dank aan mevrouw Born.) Ik kookte voor ons twee, maar de sukadelappen waren van dien aard dat we er best met z’n vieren van hadden kunnen eten.

500 gram sukadelappen, olijfolie en een klont boter, 2 eetlepels cognac, 1 glas rode wijn, 1 deciliter bouillon, 1 blad laurier, thijm, 1 gedroogd pepertje, 1 theelepel paprikapoeder, 2 tenen knoflook, drie reepjes sinaasappelschil, 2 eetlepels vers gehakte peterselie, 20 olijven, peper en zout.

Ik verwarmde de olie (hitte) en boter (smaak) en bakte de sukadelappen snel op een fors vuur bruin. De cognac deed ik in een metalen opscheplepel en verwarmde die een beetje. Toen de vloeistof brandde goot ik die uit over het vlees. (Flamberen; let op dat je afzuigkap uit staat en zorg dat je de deksel van de braadpan onder handbereik hebt voor het geval dat het mis dreigt te gaan.) Na de gecontrolerde brand gingen de wijn en bouillon bij het vlees. Ik liet het vocht heel kort aan de kook komen. Toen ging de pan op laag vuur en voegde ik de laurier, de thijm, het pepertje en het paprikapoeder erbij. Daarna versnipperde ik de 2 tenen knoflook in de pan en voegde de drie reepjes sinaasappelschil toe. Ook de helft van de peterselie. De deksel kon op de pan en het geheel mocht 2 uren stoven op een zacht vuurtje. Tussendoor moest ik nog wat water toevoegen omdat het vocht iets te snel verdampte. Tien minuten voor het opdienen van het vlees deed ik er de olijven bij. Al met al een hele mooie combinatie van smaken, vooral de sinaasappelschil geeft een hele speciale toets. Ik maakte de schotel af met de rest van de verse peterselie (platte).

We aten er aardappeltjes uit de oven bij en witlof, gewikkeld in spek.

© paul

Zalmmoot met mierikswortel

6 februari 004

Een snelle maaltijd vandaag. We hadden nog een mooie film op video en wilden die vanavond zien.
Ik ben meestal rond half zes thuis en als Paul dan s’nachts weer moet werken is er niet zoveel tijd over om te koken en te eten. Het hoeft dan toch niet persé een kant-en-klaar-maaltijd uit het schap van de super te worden, het is heel goed mogelijk om in een kwartiertje een smakelijke maaltijd op tafel te zetten.

Wij aten vanavond een mootje zalm, gewoon even gebakken in de pan. Drie minuten aan beide kanten. Erbij een salade van sla, ruccola, tomaatjes, en dungesneden ui, een sausje van zure room en mierikswortel over de zalm en voor mij een paar zelfgebakken frietjes.

Voor de saus raspte ik een flinke eetlepel mierikswortel, ik deed er meteen een theelepel citroensap bij en vervolgens 125 ml zure room, een beetje peper en zeezout. Goed roeren en klaar.
Eenvoudig, snel klaar en simpel, kan niet mislukken!

Een stukje kaas toe, Epoisses ditmaal.
En espresso.

Snoekbaars met mierikswortelsaus

 4 februari 009

Gisteren aten we snoekbaars. Een smakelijke vis, deze kwam uit het IJselmeer. Ik zag deze week een Hongaars recept met mierikswortel en besloot dit recept eens uit te proberen. In de Nederlandse keuken wordt bijna geen mierikswortel gebruikt in tegenstelling tot Duitsland, Oostenrijk, en de Balkanlanden. Echt Oost Europees kun je wel zeggen. Ik houd wel van de smaak; pittig tot scherp en toch ook zoet, moeilijk te omschrijven.
Ik kocht op de markt een hele mierikswortel. Je moet de wortel schillen en dan fijn raspen. Zet een bril op tegen het tranen want dat is meestal nog erger dan bij het snijden van uien!
Het recept sprak van moten snoekbaars, mijn vis was niet zo groot dus besloot ik hem in zijn geheel klaar te maken. Jammer genoeg niet goed nagedacht in welke pan de vis zou passen. Ik had de kop er al afgesneden toen bleek dat hij eigenlijk wel helemaal in de pan kon. Jammer! Zonder kop dus.

Voor vier personen;
ongeveer 1 1/5 kilo snoekbaars
1 grote wortel
peterselie en selderij samengebonden
1 ui in grove stukken
1 eetlepel citroensap
zout
3 dl zure room
2 eetlepels bloem
100 gram geraspte mierikswortel
peper
1 eetlepel boter

Maak de snoekbaars schoon en verwijder de schubben
Maak een courtbouillon van water, de ui, wortel, selderij, peterselie, citroensap en zout. Laat de buoillon 20 minuten trekken en doe er dan de vis in. Pocheer de vis op een zacht vuur in ongeveer 25 minuten gaar.

Maak intussen de saus;
Doe de mierikswortel in een sauspan voeg de zure room erbij en dan de bloem. Roer alles goed door elkaar en giet er wat van de bouillon bij. Kook de saus 10 minuten zachtjes door en breng op smaak met peper en zout.

Schep de vis voorzichtig uit de pan en schik hem op een voorverwarmde schaal. Schenk de saus erover.
Wij aten er gekookte aardappelen bij en wat salade.

Een smakelijk gerecht, wij vonden het beslist voor herhaling vatbaar!
Espresso toe.

@ Ellen

Carnaval?!

 2 februari 014

Je ontkomt er niet aan bij ons. Aan Carnaval…
Het bouwt altijd langzaam op. Je denkt er eens over na, je hebt zo je bezwaren tegen de verplichtingen. Het is een tamelijk slopend feest, vijf dagen is voor de ouder wordende medemens nog nauwelijks vol te houden. Je overweegt hoe je een en ander korter en minder vermoeiend kunt organiseren, je raadpleegt je vrienden en vriendinnen.
En al doende komen de herinneringen aan de mateloze feesten weer boven. Je praat je bezwaren weg, jij, en zij ook.
Gefeest moet er worden, gedronken en geflirt. Gelachen en gejankt, gezongen en gemusiceerd. Zo zit dat…

Maar eerst heb je de praktische problemen: de “pèkskes” moeten bedacht, ontworpen en gemaakt. Want een degelijke verkleedpartij is de helft van het plezier.
Gisteravond was de eerste bijeenkomst ten huize van Eupotours .
Hijn en Ans vonden in een Belgiesche uitdragerij ( bij ons net over de grens) een partij armbandjes uit Zuid-Amerika, zes honderd stuks. Daar moet je wat mee, met Carnaval…
De vergadering verliep tamelijk warrig, en de gemoederen raakten al snel aan de kook toen “Het Nieuwe Leren” zich opdrong als belangrijker gespreksthema. Toch behield één van ons de positieven en ontwierp een Carnavalsorde die uitgedeeld en opgespeld kon worden. De armbandjes worden aan één zijde voorzien van een sluitspeld, en aan de andere van een dubbelgenepen biercapsule. Het klinkt wat flauw, zoals ik het nu schrijf, maar het ziet er prachtig uit. (We zitten nu dus verlegen om zeshonderd biercapsules, maar dat probleem laat zich ook wel oplossen.)
Hoe de kostuums eruit gaan zien is nog niet geheel duidelijk. Legio gedachten, nul overeenstemming. Maar ook daar komen we uit!

De maaltijd gebruikten we thuis op het Ministerie, tussen onze zaterdagmiddagverplichtingen en de vergadering ‘s avonds. De Keizer van Monera mocht aanschuiven aan de dis.
Ellen maakte kalfsschenkels in tomatensaus en een mooie salade met spekjes.

© paul

Crémant d’Alsace…

2 februari 017

Misschien herinner je je nog dat artikel op dit web-log over onze expeditie naar kasteel Croy, die uiteindelijk niet door ging. Het is alweer een jaar geleden. De uitspanning aldaar brandde enkele uren vóór ons bezoek uit. Aangezien wij geen ramptoeristen waren stelden we ons bezoek dan maar uit tot een betere gelegenheid. Vandaag was zo’n gelegenheid. Het weer gedroeg zich lenteachtig zacht en de middag had geen enkele verplichting in petto. Ik was hard toe aan een mooi donker bier en dus togen we naar Croy.
Dat viel tegen; de uitspanning was nog onder constructie. Alles was weer aardig hersteld, behalve de buitenkant van de voormalige hoeve, die moest nog worden bezet en afgewekt. Ook in de omgeving konden we niet doen wat we wilden. De marinoschapen en de gerestaureerde schapenboet waren niet te bereiken. En van de hopplantage was alleen het staketsel te zien.
Op de terugweg naar huis overlegden we waar we de zondagmiddag dan zouden doorbrengen. We kwamen er niet uit. Ellen vond het eigenlijk best, zij verlangde naar haar boek (Hammesfahr), maar ik had dit weekend al effectief negen uren gelezen. Zo kon het wel…
Wat verwezen zat ik aan de keukentafel. Altijd viel er volk “op de klep”, waar waren ze nu?
Ik besloot dan maar vertroosting te zoeken in de fles.
Er lag een mooie bubbelwijn in de kelder. Geschonken door de Jongste Bediende. Troostrijk vocht voor een wat duffe zondagmiddag.

Het betrof een fles Crémant d’Alsace 2003 van het wijnhuis Beck uit Dambach-la-Ville. De tiende generatie wijnmakers alweer van dat huis. Het werd gesticht in 1596 en bleef daarna altijd in de familie.
Ter opfrissing van het geheugen: de naam Crémant betekent altijd dat het gaat over iets anders dan bubbeltjeswijn. Crémant mag de wijn alleen heten wanneer hij de kwaliteiten van een Champagne bezit. Champagne mag hij niet heten, omdat hij uit een andere streek dan Champagne komt.

Ik kende al Crémant de Bourgogne en natuurlijk Crémant de Luxemburg. Die laatste komt dan wel niet uit Frankrijk, maar de kwaliteitseisen in Luxemburg doen niet onder voor die in Frankrijk.
Verder is het een goede gewoonte om een Crémant te drinken wanneer je er zin in hebt, en niet om die te bewaren tot Nieuwjaar.
Op Oudejaarsavond eet je oliebollen en andere hapjes. En je drinkt zo eens het een en ander. Het gevolg is dan ook steevast dat tegen de tijd dat de “bubbels” worden open getrokken je gewoon niks meer proeft.
Zonde van de Champagne, zonde van de Crémant.

In Luxemburg, maar ook aan de Duitse Moezel en in Noord Frankrijk is het een goede gewoonte een glas Crémant te drinken in het café. De kastelijn heeft altijd wel wat lekkers onder de kurk, en terecht.

Deze Crémant d’Alsace voldeed wat ons betreft aan de verwachting. Lekker fris, sprankelend, mooi droog met toch een heel onschuldig zoetje op de achtergrond. Het rook een beetje naar limoen. En dan die typische gewaarwording die bij Champagne of Crémant hoort: het drinkt lekker weg, nooit is het zwaar of koppig. Maar na je tweede glas nestelt er zich zo’n rare lichtheid in je hoofd die de hele wereld tot een feestje maakt. Ben ik duidelijk?
Bedankt Jongste Bediende…

© paul