De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 86…

22-06-2014. De etappe ging van Ferreiros naar Hospital de la Cruz, 20 kilometer.

Queso de Tetilla heet het kaasje, Tietjeskaas. Je mag het grof vinden, je mag het grappig vinden, je mag zelf een naam verzinnen (Borstjeskaas, Bustenkaas), maar de kaas heet in het Spaans Tietjeskaas.

Het is een halfhard koemelkkaasje, friszurig met een iets zoutige boventoon. Het kaasje ontleent zijn aroma aan de koolzaadbloemen die het vee als voeder krijgt. Oorspronkelijk kwam de kaas uit de buurt van La Coruña en Santiago de Compostella, maar tegenwoordig mag hij in heel Galicië geproduceerd worden. Het kaasje heeft een Europees beschermde status. Het wordt ‘t liefst gegeten in blokjes gesneden of in plakken. Kweepeergelei is er een ideale begeleider bij.

Ans wist slechts virtueel van het bestaan van de kaas, maar toen zich deze dag een mogelijkheid voordeed om in het écht kennis te maken liet ze die kans niet voorbij gaan. Er moesten so-wie-so boodschappen worden ingeslagen en de grutterszaak waar de wandelaars binnenstapten verkocht ook kazen.

Ans vroeg in haar beste Spaans naar Tetilla. De man keek haar wat vreemd aan, hij verstond haar niet. Ze vroeg het nog eens, maar de man bleef zijn wenkbrouwen fronsen. Tot hem een licht opging. Ah, Queso de Tetilla sprak hij en maakte met zijn hand een bollende beweging ter hoogte van zijn borst. Dan troonde hij de wandelaars mee naar de kaashoek. Daar lagen ze netjes uitgestald, de Tietjeskazen. De kaas was zo zacht als een vrouwenborst, schrijft Ans… Het was slechts een klein intermezzo en het geschiedde in de stad Portomarin. Voordat de pelgrims die stad bereikten hadden ze er al de nodige kilometers opzitten.
IMG-20140623-WA0000

Een vroeg ontbijt was snel genuttigd en de wandelaars stonden dan ook al om 07.00 uur op het Pelgrimspad. Het had die nacht geregend en de hele atmosfeer ademde frisheid uit. De zon steeg langzaam boven de kim en de temperatuur voelde prettig aan. Het eerste stuk van de route liep over een onverhard pad, maar langs een autoweg. Gelukkig was er niet veel verkeer.

Na een paar kilometer draaide het pad van de weg af en leidde het de wandelaars door oude eikenbossen. Op sommige stukken was het pad afgeboord door met allerhand struweel begroeide muurtjes, dan weer waren het akkervelden en weilanden die het landschap vormden waar de weg doortrok.
IMG-20140623-WA0003

De stad Portomarin werd bereikt via een lange brug over de rivier de Miño. Aan het eind van de brug diende zich een hoge stijle trap aan die naar het centrum van de stad leidde. Een mooie stad, meenden de wandelaars, en erg rustig.

In 1962 damde men de Miño in om het Stuwmeer van Belesar te vormen. Ten gevolge daarvan kwam de oorspronkelijke gemeente Portomarín onder water te staan. Heel wat waardevolle historische gebouwen werden zorgvuldig afgebroken en in het naburige Monte do Cristo steen voor steen weer opgetrokken. Het bekendste voorbeeld was de romaanse kerk San Nicolás waarvan elke steen genummerd werd. Op veel stenen kon het nummer nog afgelezen worden. Als het waterniveau van het stuwmeer laag stond, zag men de overblijfselen van de oude gebouwen nog.
IMG-20140623-WA0004

Na het bezoek aan Portomarin en het kaasavontuur volgde nog een pittige klim. De pelgrims kwamen nauwelijks andere wandelaars  tegen. Het brood werd gegeten op een verlaten picknickplaats in het bos. Daarna legden Ans en Jan het laatste stukje van de etappe af om ten slotte te eindigen in Hospital de la Cruz, een nauwelijks dorp te noemen gat. Een Pelgrimsherberg, een restaurant en vier huizen, meer was het niet. Raar genoeg kwamen de wandelaars voor het eerst sinds tijden geen enkele bekende tegen.

De relatieve rust op dit deel van de route viel Ans en Jan reuze mee. Het was nog steeds niet écht filelopen en ook de drukte bij de diverse slaapplekken bleek te overzien.

De lucht begon te betrekken, er kwam regen. Snel werd de was binnen gehaald en opgeborgen. Het was tijd voor de avonddis.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 85…

IMG-20140602-WA0003
21-06-2014. De etappe ging van Samos naar Ferreiros, 28 kilometer.

Logroño zie ik je denken, daar kwamen die gasten toch al een dag of twintig geleden doorgetrokken. En ja, dat weet ik natuurlijk ook wel. Maar het gaat me hier om de artistieke kwaliteit van de tegel op de foto. Dat vind ik namelijk misschien wel de mooiste Jacobswegwijzer die ik in al die tijd gekregen heb. Destijds kon ik hem niet kwijt in het artikel en daarna schoof de foto steeds verder op in ons archief, op weg naar de vergetelheid. Tijd voor eerherstel…

De kracht zit ‘m in de tegenstelling van de strakke eenvoudige letter en de gestileerde schelp tegenover de organische pijl. Die picturale inhoud én de kwaliteit van de compositie verraden dat een beeldend kunstenaar zijn of haar best heeft gedaan. Het werk doet me onweerstaanbaar denken aan het oeuvre van de door mij bewonderde Antoni Tàpies, de Spaanse kunstenaar en Zenboedist, die met een op straat gevonden touwtje een meesterwerk maakte.

Vanaf een foto determineren is altijd ingewikkeld. Met paddenstoelen bijvoorbeeld doe ik het nooit! Je voelt niks, je ruikt niks, je kunt niet proeven. Je kunt alleen afgaan op wat je ziet en dan maar hopen dat de foto niet bedriegt. (Breng me een paddenstoel in levenden lijve en ik vertel je of je hem eten kunt..)

In het geval van deze bewegwijzering is uit de foto niet écht op te maken of die van keramiek is of van metaal, maar laten we er vanuit gaan dat het gebakken klei is. De witte letters en de schelp liggen verhoogd op het oppervlak van de tegel, ze zijn waarschijnlijk met behulp van een roller geglazuurd. De pijl echter is vormgegeven met een andere techniek, genaamd Verloren Was.

Je gebruikt vloeibare was (of een equivalent daarvan) en schildert een afbeelding op de kale tegel en vervolgens giet je een laag glazuur over de tegel, op de plaats waar was zit zal het glazuur niet pakken. Bij het bakken in de oven zal de was verbranden, het glazuur brand een huid op de tegel. Daar waar het glazuur zich niet kon hechten, op de plaats dus waar oorspronkelijk de was zat, ontstaat een afbeelding in de kleur van de kale, ongeglazuurde, gebakken  klei.

Bij het doorploeteren van al die Santiagoblogs op internet kwam ik meer afbeeldingen tegen van dit ontwerp, met andere plaatsnamen. Ik kon ze tot mijn spijt niet meer terug vinden. De wandelaars hadden evenwel andere zorgen aan het hoofd deze ochtend…
IMG-20140621-WA0003Om 06.00 uur ging de grote lamp aan in de Pelgrimsherberg en iedereen sprong uit bed, zo ook Ans en Jan. Het ontbijt werd in zeven haasten weggewerkt in de Bar aan de overkant, de wandelaars wilden snel op pad.

Na enkele minuten, ja wat dacht je, kwamen de pelgrims er tot hun verbijstering achter dat alweer de Staf van Zjoske ontbrak aan hun schamele bezittingen. Er zat niets anders op dan terug te lopen naar de Ontbijtbar. Tot hun schrik moesten Ans en Jan constateren dat de Staf daar niet was achtergebleven. Dan maar snel naar de Herberg, hopend dat daar nog vrijwilligers aanwezig waren en de deur nog niet was gesloten voor de dag. Evenwel bleek ook de Herberg niet het onderkomen voor het kleinood. Dan volgde er een tocht langs de Horecaf van Samos. De Staf werd uiteindelijk terug gevonden in het café waar de dag hiervoor het aankomstbier werd gedronken. Wat een geluk! schrijft Ans, alweer!
IMG-20140620-WA0002

Over de route vermeldt het verslag van Ans en Jan niet erg veel. Ook vandaag werd er veel geklommen en gedaald. Het wordt er niet gemakkelijker op nu we dichter bij Santiago komen schrijft Ans, pittige klimmetjes…

Evengoed was het een mooie tocht in een groene omgeving. En hoewel de wandelaars door een aantal kleine dorpjes trokken was de algemene indruk er een van verlatenheid. En die zochten ze ook, de wandelaars vonden het de moeite waard om een omweg te nemen ten einde de grote stroom van pelgrims op de Camino te vermeiden. In de middag regende het een beetje…
IMG-20140621-WA0004Jan, kun jij aan Paul vragen om de foto van het eten met onze Amerikaanse vrienden te plaatsen op de site? Zij kijken ook op het Ministerie! Groet aan allen…

Ans, je vraag is mij een bevel. Asjeblieft, op je wenken bediend. (Voor het thuisfront: dat mannetje met bril en hemelsblauw T-shirt is ons vreemd. De man met het donkerblauwe T-shirt is David, de Presbyteriaanse dominee en vader van het meisje met de groene trui, Karin. We hebben hen al eens eerder ontmoet. De mevrouw in het midden heet Bamy, zij is de echtgenote van David en moeder van Karin. De jongeman in de roestbruine sweater heet Tyler. Hij blijkt de vriend van Karin te zijn. Bamy en Tylor voegden zich bij hun geliefden om de laatste 100 kilometer van de Camino de Santiago de Compostella mee te lopen. Oh ja, die andere twee gasten zijn pelgrims uit Nederland.) Zoiets Ans?..

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 84…

IMG-20140618-WA0009

20-06-2014. De Etappe ging van Fonferia naar Samos, 20 kilometer.

Ik weet niet goed waar ik moet beginnen lezer. Het einde van de pelgrimage zit eraan te komen. Ans en Jan hebben een reisschema gemaakt om te zorgen dat ze op een afgesproken tijd in Santiago zijn. Dat is belangrijk omdat er hulptroepen onderweg zijn vanuit Gemert. Hulptroepen (Marjan en Theo) die garant staan voor de repatriëring van de pelgrims.

En aangezien Ans en Jan de voorgaande maanden voortdurend lange marsen maakten, meer kilometers dus dan noodzakelijk was voor het tijdsschema, hebben ze nu tijd over. De etappes worden dus korter en de wandelaars zijn nagenoeg elke dag vroeg in de middag op hun plaats van bestemming.

Zeeën van tijd hebben ze; ze gaan te laat naar bed, ze frequenteren de Spaanse Horecaf, doen wat cultuur op en pappen aan met elke reiziger op het Pelgrimspad.  Ik gun het hen van harte, dat ongebreideld genieten. Mede daarom ging men toch op pad.

De onvermijdelijk euforie die de pelgrim oploopt op het laatste stuk van de Camino lijkt ook Ans en Jan in zijn greep te nemen. De verslagen die ik binnen krijg worden warriger, de dagen beginnen door elkaar te lopen, er passeren pelgrims de revue waarvan we nog nooit gehoord hebben, terwijl Ans en Jan het doen voorkomen alsof wij al tijden geleden vriendschap met hen sloten.

Ach, het is allemaal niet erg, behalve dan dat ik mijn eigen warrige geest tot het uiterste moet inspannen om er nog chocolade van te maken.

Zo verteld Ans over de avondmaaltijd van de vorige dag (en als Ans erover schrijft dan is het belangrijk, dus moet ik erover berichten).

Het was een pelgrimsmaal, genoten in de Herberg waar men logeerde, samen met een hele hoop andere pelgrims. Stoofvlees kregen de reizigers voorgeschoteld, met verse doperwten, paddenstoelen en die geweldige aardappeltjes uit de streek. Een punt amandeltaart als toespijs. Maar waar het vooral om ging was die goed gevulde soep aan het begin van de maaltijd. Bonen zaten erin, en aardappelen. Verder peulen, wortel en ui. En een lokaal ingrediënt, Berza genaamd. Ans accentueert die Berza, ze vond het bijzonder en smakelijk.
cavolo nero

Enfin, die Berza kenden wij vroeger ook. Hij heette dan Mergkool en werd aangebouwd als veevoer, bij ons in Brabant, op de zandgronden van Limburg en in Gelderland. In de jaren vijftig van de vorige eeuw teulde men nog een goede 900 hectare, in 1976 was het areaal gereduceerd tot één enkel hectare.

Berza wordt nog veel gegeten in Portugal en in delen van Spanje. Die Berza vond jij lekker Ans, misschien moesten we dan een bondje sluiten. Berza is een volle neef van de Cavolo Nero, de Italiaanse zwarte kool. De smaak en de structuur van het blad zijn dermate hetzelfde dat je ze bij een blinde proeverij niet kunt onderscheiden. De Jongste Bediende bouwde een paar jaar geleden die kool voor Ellen aan. Kijk jij die man bij terugkomst een beetje lief aan en het zou zomaar kunnen gebeuren dat we volgend jaar met z’n allen weer achter een bord Berza/Cavolo Nero zitten. Enfin, laat ik maar aan het verslag beginnen.
IMG-20140621-WA0002

Ans en Jan hadden zich voorgenomen om uit te slapen, ze konden het zich permitteren. Echter na maanden van vroeg opstaan bleek het onmogelijk om plotsklaps dat ritme te veranderen. Allebei waren ze om zes uur wakker en met moeite bleven ze nog een half uur liggen, toen hadden ze er genoeg van en stonden op.
Die nacht sliepen er een goede 70 pelgrims in de herberg. De meesten waren al op pad, maar Ans en Jan hadden alle tijd van de wereld, ze hoefden slechts 20 kilometer deze dag. Wil uit Friesland liep de afgelopen dagen op met de wandelaars, maar ze ging het nu rustiger aan doen, ze zou de reizigers slechts de eerste 10 kilometer begeleiden.

Na een rustig ontbijt begaven Ans en Jan zich op pad. Mist hing in het dal en de bewolking hing laag, maar de omstandigheden om te wandelen waren prima. Het eerste deel van de etappe trok door groene heuvelen en langs mooie oude dorpjes. De open mestvaalten brachten herinneringen aan het oude dorp in Brabant in gedachten, het rook naar vroeger, naar Ome Antoon en Tante Drieka

Na 10 kilometer namen Ans en Jan dan afscheid van hun reisgenote van de voorbije dagen. Dag Wil, tot ziens! En getweeën trokken ze verder. Naar de kloosterherberg van Samos ging de tocht, en om het elkaar niet te moeilijk te maken kozen de wandelaars een alternatieve route. Het lag in de lijn der verwachtingen dat de tocht aardig vlak zou wezen, maar dat pakte anders uit. Het was een aaneenschakeling van klimmen en dalen. Uiteindelijk maakte het niet zoveel uit, de wandelaars hadden voldoende hellende kilometers in de benen. Ook deze tocht ging ze gemakkelijk af en het landschap toonde zich weer van de schoonste zijde.
IMG-20140621-WA0001

Albergue de los Padres Benedictinos, zo heette de kloosterherberg, er was plek voor 70 pelgrims. Zelf koken behoorde niet tot de mogelijkheden, dus werd het avondmaal genoten in de Bar tegenover het klooster. Gislène uit Perpignan was tafelgenoot.

De broodnodige cultuur voor deze dag werd opgesnoven in een middeleeuwse kapel in de buurt van het klooster, onder leiding van een gids van het toeristenbureau. En daarna spoedden de reizigers zich weer terug naar de Bar tegenover het klooster, waar ze verder een aangename avond doorbrachten met Alex uit Zürich en een Mevrouw uit België.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 83…

IMG-20140620-WA0005
19-06-2014. De etappe ging van Vega de Valcarce naar Fonferia, 24 kilometer.

Ergens onderweg kwamen Ans en Jan dit plaatje tegen. Het moet heel recent geschoten zijn, want het type huisjes, zoals op de achtergrond komt nauwelijks buiten Galicië voor en daar waren ze pas met deze etappe aangekomen.

Het lijkt alsof de afbeelding is uitgebeiteld uit een plaat steen, maar ze zou ook van metaal kunnen zijn, gegoten in een mal. In dat laatste geval mag je ervan uitgaan dat de afbeelding eerst in klei is gemaakt.

Het mannetje op de voorgrond speelt op een doedelzak, een Gaita. Een eenvoudig instrument vergeleken bij dat Oorlogskanon van Jan. Het heeft maar één muziekpijp, één bardon en een eenvoudige inblaaspijp met een beperkt fluitmechanisme.

Ik heb op zolder nog een Gaita liggen, ik kreeg hem lang geleden van Vriend Hijn. Hij ziet er klassiek Spaans uit: gele zak, rode franjes. Die van mij komt uit het Baskenland. Eigenlijk dient een Gaita van geitenvel te zijn gemaakt, overtrokken met een fijne stof. Het heeft iets primitiefs, maar ook iets romantisch. Bij die van mij echter bestaat de blaaszak uit de binnenband van een automobiel. Ik heb er nooit geluid uit gekregen. Tsja…

Ans en Jan maakten deze dag wél geluid. Puffen deden ze, hijgen en steunen, op zoek naar hun tweede adem. Er moest deze dag gewerkt worden. Ik geef je het etappedraaiboek van Ans.

Na 2 kilometer begint de klim op 620 meter. Na 6,5 kilometer op 920 meter, na 9 kilometer op 1150 meter, na 12 kilometer op 1250 meter, na 18 kilometer op 1270 meter, na 21 kilometer op 1340 meter, schrijft Ans…

Er werd dus een hoogteverschil geslecht van 720 meter. Dat is op zich al niet niks, maar je dient erbij te bedenken dat na elke klim er een afdaling volgde waarbij de pelgrims onvermijdelijk en noodgedwongen weer een fors aantal geklommen meters prijsgaven. En ach, het lijkt welhaast ondenkbaar, maar het verslag van deze dag, inclusief die rotklimmen was een blijmoedig verslag. De wandelaars hadden zelfs ruim tijd om flink wat cultuur op te snuiven onderweg.
IMG-20140620-WA0004

Om 07.00 uur waren ze vertrokken en al na twee kilometer begon de klim. Door het dal van Valcarce ging het eerste stuk en dan omhoog naar de top van de Cebreiro, op 1250 meter. De beloning was echter een overweldigend vergezicht, afgeboord met hoge bergruggen. De wandelaars staken er de grens over, verlieten Castillië en trokken Galicië binnen. Er was  een grenssteen geplaatst. Nog 152 kilometer naar Santiago stond erop.

Evenals het Baskenland en Catalonië was Galicië een autonome staat binnen de Spaanse grenzen. Men koesterde de eigen cultuur, men sprak er de eigen taal, een taal eerder gelieerd aan het Portugees dan aan het Spaans. Galicië had de hoogste bevolkingsdichtheid van Spanje en het gold tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw als een van de armste gebieden van West-Europa.

Ans en Jan namen de kans waar en bezochten een Palloza en bekeken binnen-en buitenkant. Die Pallozas gingen qua type en bouw direct terug naar Keltische tijden aan het begin van onze jaartelling. Je vond ze overigens in grote delen van Europa, deze bouwwerken. Maar dan slechts als archeologische site, slechts het grondplan was overgebleven. Hier, in Galicië, stonden ze in het echt. Ze waren tot voor kort nog in gebruik als overwinteringshutten voor het vee. In wat vroeger dagen huisde er ook het volk van Galicië in. Heden ten dage werden de Pallozas gekoesterd, gerestaureerd, opnieuw gebouwd.
IMG-20140620-WA0001

Een aardigheidje: toen aan het eind van negentiende eeuw de Etnografie in zwang kwam werd er uiteraard ook volop onderzoek gedaan naar het toen nog achterlijke deel van Europa. De Pallozas werden voor het eerst wetenschappelijk beschreven door de volkenkundigen; Duitsers en Britten waren daar goed in. Toen ze dan uit hoofde van hun onderzoek vroegen naar de naam van de bouwwerken kregen ze te horen dat het Pallozas waren. Wat de wetenschappers niet wisten was dat Palozza in de Galicische taal staat voor het woord Paleis; de authentieke naam voor de bouwwerken was Casa de Teito. En zo kwam dan de benaming Paleis in de wetenschappelijke analen van de historie van deze primitieve bouwwerken. De Galiciërs koesterden de naam tot aan vandaag als een geuzennaam.

In O Cebreiro werd dan de kerk bezocht. De pelgrims vonden er de Galicische Graal en nog ander wonderlijk zilverwerk uit de hoogtijdagen van de middeleeuwen. Met lede ogen zagen de wandelaars aan hoe de toename van de drukte en het toerisme aan de Camino de Compiostella O Cebreiro langzaam veranderde in een soort Efteling. Jammer, maar waarschijnlijk onvermijdelijk.
IMG-20140620-WA0003

De hoogvlakten en dalen in het vervolg van de etappe waren dan weer oogstrelend. Het goede open weer maakte dat de reizigers onwaarschijnlijk ver konden kijken, Galicië oogde nog groen. En toen dan de top van de Alto de Poio, op 1340 meter, werd bereikt trakteerden Ans en Jan elkaar op koel schuimend bier. Het was de ultieme beloning na deze klimtocht. De laatste vier kilometer naar Fonferia liepen naar beneden.

De Pelgrimsherberg in Fonferia bleek een aangenaam onderkomen. Er werd gezamenlijk gegeten. Daarna volgde een gezellig avondje voetbal. En de wandelaars gingen wéér te laat naar bed.

En dan was er onderweg nog dat mannetje, laten we hem Don Q. noemen. Hij had een ateliertje waar hij stokken en staven maakte voor de pelgrims naar Santiago. Je kon ze bij hem kopen, ze waren niet duur. Ans en Jan raakten aan de praat en mochten zijn werkplaats bekijken. De Staf van Zjoske vond hij maar niks, die dikke knobbel aan het eind was hem te onpraktisch.
IMG-20140620-WA0000

Ach lezer, allemaal naijver en achterklap. Wat denkt zo’n mannetje wel niet. Onze Staf van Zjoske niet goed? Nou ja…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 82…

IMG-20140618-WA0010
18-03-2014. De etappe ging van Cacabelos naar Vega de Valcarce, 25 kilometer.

Mogelijk is het je opgevallen lezer, maar van die Kabouters hoor je weinig meer. Toen Ans en Jan eenzaam liepen te zwerven door de wouden van Frankrijk, soms dagen verstoken van enig menselijk contact, ja toen wel…

Dezer dagen is het waarschijnlijk te druk, té veel pelgrims op de Camino, om de fantasie de vrije loop te laten. De noodzaak om via hallucinatoire visioenen weerstand te bieden aan ontbering en verlatenheid zijn ver op de achtergrond geraakt.

Ook al is nu de bewegwijzering van het Pelgrimspad vele malen beter dan in Frankrijk, de dag hiervoor liepen de pelgrims dan toch weer eens hartstikke verkeerd, het kostte hen zomaar een aantal kilometers extra sjouwen. Waarom riepen ze nu niet de hulp in van die Kleine Mannen?

Duende noemen ze hem in Spanje. Het is duidelijk een etnisch afwijkend type, vergeleken met de Noord-Europese Dwerg. Hij (en zij ook) staat de mensheid ten dienste als wegwijzer. De Duende brengt het grotemensenvolk thuis wanneer dat verdwaald is in het bos.
Goya

En er is meer bekend over het Duendevolkje. Zo wonen ze in de muren van oude gebouwen en huizen, en het liefst in de buurt van de slaapkamer van kleine kinderen. Ze houden er de gewoonte op na om ‘s nachts de teennagels van de kindertjes te knippen. Op zich is daar niks mis mee, maar de Duendes bezitten een tamelijk gebrekkige fijne motoriek, zodat een en ander nogal eens leidt tot de amputatie van een teentje. Zeggen ze in Spanje

Fransisco Goya maakte de afbeelding, dus zal ze betrouwbaar zijn. Het is een ets-auqatint en ze behoort tot een serie van 80 prenten, allen met als onderwerp het bijgeloof, onwetendheid en onkunde. Los Caprichos was bedoeld als een artistiek experiment waarmee Goya de universele dwaasheden van de Spaanse gemeenschap waarin hij leefde wilde uitbeelden. Hij maakte de serie in 1797 en 1798, een paar jaar voordat hij zich ging toeleggen op het uitbeelden van de verschrikkingen van de Napoleontische Oorlogen die zijn land in verderf stortten. Als modern kind van zijn tijd hing Goya de Verlichting aan. Een deel van de prenten is dan ook ronduit antiklerikaal.

Of Goya de Grootste Spaanse Kunstenaar Ooit is, ik weet het niet. Ik zou zomaar nog een stuk of vijf Grootste Kunstenaars kunnen opsommen. Maar zijn belang is evident; zowel politiek als artistiek…

Enfin, de wandelaars hadden aan het begin van de dag andere zaken aan hun hoofd. Hier kun je alleen maar slapen schrijft Ans, dus zonder ontbijt op pad…

Gelukkig deed zich al na drie kilometer een mogelijkheid voor om de valse start goed te maken. In een klein eethuis nam men gebakken eieren met spek, een eenvoudig maar effectief pelgrimsontbijt. Pieros heette het plaatsje waar de herberg stond.

Als snel na de vroege maaltijd liepen de wandelaars Villafranca del Bierzo binnen, een in de 12e eeuw gestichte stad. Klein Santiago werd ze sinds de vroegste tijden ook wel genoemd, als gevolg van de aanwezigheid van talloze kerken en kloosters en andere voorzieningen voor de pelgrims. Al vanaf het begin vestigden zich veel Fransen in de stad, aangemoedigd door de Franse overheden. De naam van de stad verwijst ernaar…
IMG-20140618-WA0005Verder ging dan de tocht door een glooiend landschap. Vriendelijke dalen, kabbelende beekjes,hooggelegen akkers en wijngaarden. Een groot deel van de tocht, zo’n 15 kilometer, trok langs een brede asfaltweg. Het was evenwel niet écht vervelend, de omgeving maakte veel goed. En het was dan wel heet en er was weinig schaduw te bekennen, de gedachte aan koel bier bij een laatste stop voor het einddoel van de dag maakte alles draaglijk.

De slaapplaats werd geboekt in de Gemeentelijke Herberg van Vega de Valcarce. Snel douchen, een maaltijd bereiden, gezamenlijk eten en het was alweer tijd om een café met televisie op te zoeken. Dat was in Spanje geen enkel probleem, álle café’s hadden een televisie. Om 18.00 uur begon de wedstrijd en de rest werd al snel geschiedenis.
IMG-20140618-WA0014

We beseffen steeds meer dat het eind in  zicht komt schrijft Ans, en dit geeft ondanks dat het bijna afgelopen is ook een heel goed gevoel.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 81…

IMG-20140618-WA0012
17-06-2014. De etappe ging van Molinaseca naar Cacabelos, 24 kilometer.

De Orde van de Tempeliers blijft tot de verbeelding spreken, ook vandaag de dag nog. De Tempeliers duiken op in moderne internetgames, in speelfilms, in romans, en dat terwijl de Orde slechts tweehonderd jaar als organisatie bestond. Legendarisch zijn de verhalen over grote schatten goud en zilver die de Tempeliers verborgen zouden hebben en die nooit terug zijn gevonden.

De Orde werd opgericht als een legertje binnen het grote leger van Kruisvaarders op Jeruzalem, de leden waren allen tot de ridderstand verheven edelen. De Tempeliers werden officieel erkend door de Paus van Rome in 1129. Het oorspronkelijk doel was de Pelgrims naar het Heilige Land te beschermen. De Tempeliers stonden bekend om hun religieus fanatisme en hun excessief geweld. (Elke moslim mocht door de ridders worden gedood, maar hij die een christen doodde vloog uit de Orde.)
tempeliersDe Orde was gemodelleerd naar bestaande kloosterorden, ook de ridders legden de gelofte van armoede en kuisheid af. De Orde verspreidde zich over heel Europa en de Levant, maar was toch vooral een Franse zaak. Ook in de Lage Landen was de Tempelorde actief. Aangezien alle leden uit de hoogste stand kwamen was het intellectueel niveau heel behoorlijk, men had onderwijs genoten, men kon lezen en schrijven. Door de contacten met de bovenlaag van bestuurders en wetenschappers in de Levant (het huidige Syrië, Israël, Palestijnse gebieden) droegen de Tempelridders bij aan de verspreiding van kennis en wetenschap over heel Europa. (En behielden een deel van de wetenschap voor zichzelf, kennis is macht…)

Nog belangrijker was dat het de Orde ook economisch bijzonder voor de wind ging. Aangezien de Tempeliers persoonlijk bezit afzworen vervielen hun erfenissen aan de Orde. Ook het aantal legaten en schenkingen beliep ongekende hoogte. Langzaam aan ontstond er een structuur waarbij de Orde de belangrijkste geldschieter in Europa werd. Een Europese Bank avant-la-letre.

Kennis is macht en geld maakt nog machtiger. De wereldlijke gezagsdragers zagen het met lede ogen aan. En ook het Vaticaan begon zich serieus zorgen te maken. De Tempeliers bouwden heel Europa door hun kloosters in de vorm van onneembare burchten en vormden zo hun eigen staatjes in de verschillende koninkrijken. Dat kon natuurlijk niet goed gaan.
tempeliers

De Franse koning Phillips de Schone bond de strijd aan met de Tempeliers en hij verzekerde zich van de steun van de Paus van Rome. Talloze Tempeliers werden gearresteerd en onder marteling gedwongen bekentenissen af te leggen van godslasterlijke praktijken. (Afzweren van Christus, verspreiden van heidense geschriften, openlijke sodomie, kontkussen, kortom ketterij…) Een vooraanstaand deel van de Tempeliers eindigde op de brandstapel.

Phillips de Schone, die lekkere heer, had het aardig voor elkaar. Politiek spon hij er garen bij en zijn lege schatkist werd rijkelijk aangevuld met alle bezittingen van de Orde binnen zijn grondgebied. In 1309 werd de Orde officieel dood verklaard, maar er doen nog steeds verhalen de ronde over het ondergrondse voortbestaan van de Orde, ook vandaag de dag nog…

Ans en Jan bezochten deze dag de Tempelburgt van Ponferrada, een indrukwekkend complex uit de 12e eeuw. Ook de rest van de stad liet indruk na, de Tempeliershistorie werd er levend gehouden. Dat de wandelaars het Jacobsspoor bijster raakten en pontificaal de verkeerde route namen mag bijzaak heten, het kostte hen wel een paar extra kilometers…

Deze ochtend vertrokken de pelgrims weer in alle vroegte om de hitte van de dag enigszins voor te blijven. Na een goede vier kilometer deed zich de mogelijkheid voor om een ontbijt te nemen. dat was in het plaatsje Campo. Na weer eens vier kilometer kwam dan die Tempeliersburcht in zicht, tijd om een culturele stop in te lassen.
IMG-20140618-WA0004

De verdere tocht bood glooiende landschappen; men trok door de wijgaarden van de Bierzo. Aan de route lag een keur van uitspanningen zodat er nog een paar keer werd afgestapt voor koffie en een versnapering. Het brood at men op een grasveldje in de verkwikkende schaduw van een paar bomen.

Van Narda en Ad hadden de wandelaars de aanbeveling meegekregen om te boeken bij de herberg van Cacabelos. een gouden tip bleek het te zijn. De herberg was ondergebracht in een voormalig pelgrimsziekenhuis. Het complex was gebouwd rond een laat-barokke kerk, de Iglesias Las Augustias.
IMG-20140618-WA0006

De herberg telde een aantal chambrettes, elk met twee bedden, maar een mogelijkheid om zelf te koken was er niet. Er werd dan besloten om samen met wat andere pelgrims een restaurant op te zoeken. Het werd een samengestelde maaltijd die avond, een soort tapastafel, gedeeld met Wil, Karin en David uit de Verenigde Staten en nog een jong koppel, ook uit Amerika.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 80…

IMG-20140617-WA0000
16-06-2014. De etappe ging van Rabanal del Camino naar Molinaseca,

Cruz de Ferro noemt men dit monument tegenwoordig. Het is opgetrokken uit een grote houten paal, met daarbovenop een ijzeren kruis. Het werd geplaatst in de vroege elfde eeuw door ene Gaucelmo, abt van een nabijgelegen klooster. Een replica van het oorspronkelijk kruis wordt nu bewaard in het Museo de los Caminos in Astorga. Het kruis diende als baken voor de pelgrims naar Compostella, maar evenzeer bediende het de talloze seizoensarbeiders die vanuit het zuiden door dit gebied trokken op weg naar de landbouwgronden van Castillië en León.

Het verhaal wil dat er al in Keltische tijden een stenen monument stond op deze plek, die men Montes de Mercurio noemde. De plaats markeerde de strategisch gelegen kruising van een aantal belangrijke wegen. Na de kerstening van het gebied lag het voor de hand om een kruis als symbool te gebruiken. Het Cruz de Ferro (IJzeren Kruis) geeft ook aan dat men zich op het hoogste punt van de Camino de Santiago de Compostella bevindt, te weten op 1504 meter.
IMG-20140617-WA0003

Tijdens de bouw van de Kathedraal van Santiago de Compostella werd de pelgrims een bijdrage gevraagd om het werk te kunnen klaren. Rijke pelgrims doneerden een som geld of andere waardevolle zaken, maar voor arme drommels, die ook in grote getalen naar de Jacobsstad trokken, was dat niet weggelegd. Ze deden dan een gave in natura, ze namen van thuis een steen (steentje) mee en schonken dat aan de bouwheren van Santiago, als symbolische bijdrage aan de bouw van de kerk. Toen de bouw van Kathedraal voltooid was raakte het ritueel in Santiago in onbruik.

Maar op een of andere manier zette het ritueel zich voort op die eenzame hoogste plek van de Camino. En sinds jaar en dag leggen pelgrims een meegebracht steentje van thuis aan de voet van het Ijzeren Kruis. Op symbolische wijze laten ze het verleden achter en kunnen zich nu openstellen voor hun wedergeboorte op het laatste deel van het pelgrimspad. Door de jaren is er een serieuze heuvel van keien en keitjes ontstaan.

Ook Ans en Jan namen deze dag deel aan het ritueel. Ans schrijft: de diverse steentjes die we er om diverse reden hebben neergelegd zorgden wel dat het een emotionele gebeurtenis was. Ook was er een goed gevoel van dankbaarheid en blijdschap. Heel bijzonder om op deze plek te zijn…
IMG-20140617-WA0002

Die ochtend waren de wandelaars om 07.00 gestart en ze zouden aan een stuk doorlopen tot 15.30 uur. Slechts twee maal werd er een half uur gepauzeerd voor koffie en een broodje.

Het was een overweldigende tocht, van het begin tot het eind. Het ging over onverharde weggetjes, voetpaden en uitgesleten beekbeddingen. Struikgewas, heide, brem, nu en dan een akkertje en overal die fantastische vergezichten. De pelgrims zagen de groene heuvels in de verte, en nog iets verder de besneeuwde toppen van het hooggebergte. Er werd geklommen, en werd gedaald, men trok door prachtige oude dorpjes, men passeerde kuddes schapen en geiten.
IMG-20140617-WA0001

De dag hiervoor ontmoeten Ans en Jan een pelgrim uit Friesland, Wil was haar naam. Ze liep deze dag met de wandelaars op.

Het bleek een onvergetelijke dag, maar de vermoeidheid gebood om vroeg te gaan slapen. Maar toch niet vooraleer er een pelgrimsmaal werd gebruikt, samen met nog 17 andere wandelaars…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 79…

IMG-20140615-WA0008
15 -07-2014. De etappe ging van Astorga naar Rabanal del Camino, 20 kilometer.

De broers en zussen van de pelgrims lagen nog op één oor, ergens in Zandvoort. De Kouwe Kant overigens ook. Kwestie van een heftig familiefeest op zaterdagavond. Geloof maar niet dat iemand van hen al wakker was op het moment dat Ans en Jan aanstalten maakten om een nieuwe etappe te slechten. Het was 07.00 uur.

De route trok door het land van de Maragatos. Een klein gebied, bewoond door een etnisch afwijkende bevolking. Modern DNA onderzoek toonde aan dat de Maragatos een genetisch geïsoleerde groep vormden, met een verre verwantschap aan de Noord-Afrikaanse Berbervolkeren. Maar die verwantschap dateerde uit de Steentijd en had niks van doen met de bezetting van Spanje door de Moren in veel latere tijden. Het bleef een fascinerend fenomeen dat een groep het duizenden jaren volhield zich te isoleren van zijn omgeving…

Een sterk afwijkend dialect bezigden ze, en een geheel eigen cultuur drong zich op. De huizen zagen er anders uit dan elders, de dorpsstructuur was anders. Zelfs culinair waren er grote verschillen met de Spaanse buren. Het meest in het oog springend was de klederdracht. In vroeger dagen door iedereen in gebruik, maar ook nu werd ze nog door een substantieel deel van de bevolking gedragen, op zon- en feestdagen wel te verstaan.
Maragatos

Ans en Jan kregen de tip van een medepelgrim om een stukje om te lopen via het dorpje Castrillo de los Polvazares. Het was een typisch Maragatosdorp. De huizen waren er van steen in tegenstelling tot de lemen huizen uit de omgeving. Ook de grote zware houten deuren waren typisch voor de eigen architectuur. Castrillo de los Polvazares was wereldberoemd in Spanje. De Iberische versie van Goede Tijden-Slechte tijden werd er opgenomen, naast nog een aantal televisiedramastukken.

Van klederdrachten zagen Ans en Jan niets, ze waren eenvoudigweg te vroeg in het dorp. Iedereen sliep uit op deze zondagochtend. Evengoed was het een welbestede omweg geweest.

Alles is hier rood schrijft Ans, de grond, de wegen, de huizen. Slechts het groen van de steeneiken vormt een uitzondering
IMG-20140615-WA0011

En even verder schrijft ze: We hebben sinds kort de goede gewoonte om tijdens onze laatste stop een biertje te drinken. De laatste kilometers gaan dan als een speer.  Deze dag heette de afstap Bar Meson Cowboy, in het gehucht El Ganso.

Om 14.00 uur liepen de wandelaars Rabanal del Camino binnen. Er werd snel ingecheckt in de gemeentelijke herberg; men douchte zich, verzorgde lijf, leden en rugzak en was dan alweer klaar om de ingrediënten voor het avondmaal in te slaan. Ditmaal werd het pasta.

Gegeten werd er in de rustige tuin van de herberg. Terwijl de reizigers nog zaten na te genieten van hun maaltijd kwam er een man bij hen zitten, een Portugese pelgrim. De gast was een gewezen politieman, voor zijn beroep werd hij in het verleden door de Portugese Staat uitgezonden naar verre oorden. Er ontspon zich een gesprek en de man vertelde een deel van zijn levensverhaal. Twee jaar geleden verloor hij zijn moeder en zijn zoon bij een ongeluk. De wonden van het verlies wilden niet helen en daarom liep de man een pelgrimage. Hij trok van Lourdes naar Santiago de Compostella, in de hoop zijn gemoed te verlichten…
IMG-20140615-WA0010

Deze dag leverde de wandelaars weer onvergetelijke avonturen op. Een prachtig landschap, pittoreske dorpjes en een bijzondere ontmoeting in de avond. In de verte zagen Ans en Jan de eeuwige sneeuw liggen…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 78…

toernooi
14-06-2014. De etappe ging van San Martin de Camino naar Astorga, 20 kilometer.

Ende de Dame zeide: Mijn Heer, gij zijt enen Flapdrol.

Het zal je maar gezegd worden lezer. Door de Vrouwe die jij bewondert, aanbidt, verafgoodt, de allerschoonste vindt, wat zeg ik: die de allerschoonste ís!

Het overkwam Suero de Quiñones, Spaans edelman in het begin van de 15e eeuw. De door hem verkozen middeleeuwse Dreamgirl wees hem af. Ze vond hem er wel aardig uitzien, maar enig wapenfeit prijkte er niet op zijn blazoen. Een soort Royke Donders was het; zijn haar zat goed, maar zijn toernooiuitrusting was niet meer dan een Juichpakje.

Als hoofs geschoold ridder kon je bij zulke aantijgingen dan slechts een paar dingen doen: je trad in in een Strenge Kloosterorde en je begroef je voor de rest van je leven in afgezonderde dienstbaarheid. Of je reisde af naar het Heilig Land om er deel te nemen aan een, vanaf aanvang , verloren oorlog, óf je stelde een daad, in het zicht van de aanbedene… Onze Suero koos voor de laatste optie!

In het voorjaar van 1434 vroeg Suero toestemming aan de Spaanse koning om een toernooi te mogen organiseren rond de datum van de naamsdag van Sint Jacobus, te weten 25 juli. Maar hij pakte het meteen wel grondig aan; hij liet de brug afsluiten bij Hospital de Orbigo, een brug waarover in de zomermaanden duizenden middeleeuwse pelgrims trokken. Het was de enige manier om in Santiago de Compostella te geraken.

Alleen dié pelgrims kregen vrije doorgang, die een paspoort of getuigenisbrief hadden van de eigen parochie in hun thuisland, alle andere reizigers werden tegen gehouden. Het credo was dat elke edelman die de brug wilde passeren zijn weg moest bevechten. Het betrof dan een toernooigevecht tussen edelen. Er werd bezijden de brug speciaal een toernooiveld aangelegd. Brak men de lans van de tegenstander dan was de kamp over en werd degene met de ongeschonden lans overwinnaar, er hoefde verder niet gemoord te worden.

Aangezien de aankondiging van het toernooi al in het voorjaar plaats vond deed zich alle gelegenheid voor om ambitieuze jongelingen vanuit elk deel van Europa aan te trekken; en aldus geschiedde.

Op 11 juli anno Domino 1434 ving het toernooi aan. Suero werd bijgestaan door negen getrouwen, de rest van de wereld was de vijand. In totaal werden er 724 wedstrijden gestreden, de meeste bleven onbeslist. Op 9 augustus besloot Suero dat het welletjes was, er waren intussen 165 lansen gebroken. (Onder ons gezegd en gezwegen, hij had ook niet zoveel keus. Hij en zijn negen maten hadden ieder een goede 70 wedstrijden gevochten, ze waren allen geschandaliseerd tot op het bot, nauwelijks in staat om nog pap te zeggen..)

Om een en ander voor de Vrouwe en het nageslacht vast te leggen huurde Suero een notaris in met schrijverstalent. Behalve dat de notaris netjes bijhield wie er wanneer vocht, deed hij ook met een aan sadisme grenzende nauwkeurigheid verslag van de verwondingen die deze en gene opliep. Rechterbiceps doorboord en schade aan de kaak. Been gebroken, klokkenspel ingescheurd en aars gepenetreerd (de vertaling is van mezelf, hij zou zomaar kunnen kloppen…). Uiteindelijk leverde de toernooimaand één dode edelman op.

Toen dan Suero besloot dat het toernooi over was trokken alle deelnemers, vriend en vijand, gezamenlijk op naar Santiasgo de Compostella. Suerto schonk bij aankomst het halsdoek van zijn Teerbewonderde Vrouwe aan de kathedraal, en daar hangt het heden ten dage nog te verstoffen.

Ach lezer, wat een waardeloos scenario voor een verhaal. Of Suero ooit nog trouwde met zijn Dreamgirl vind je niet terug op Google. Of ze ooit seks hebben gehad net zomin. Daar is toch geen film van te maken…

Google liet me so-wie-so in de steek, ik heb het hele verhaal zelf bij elkaar moeten puzzelen. Wel kwam ik een alternatieve versie tegen, onderzocht en onderbouwd door Duitse historici, niet de minste… (Welke historici dan? vraag je. Ja lezer ik kijk wel uit. Sinds die Tilburgse professor en die Nijmeegse Hoogleraar kijk ik wel uit, ik houd me op de vlakte…)

Suero werd veroordeeld door het Koninklijk gerecht voor een of ander vergrijp en was de Spaanse Staat een forse som gelds schuldig bij wijze van genoegdoening. En hoewel zijn adellijke familie bijsprong, het geëiste bedrag was niet op te brengen. Suero besloot zich dan te bekeren tot het aloude handwerk aan de pelgrimsroute naar Compostella, struikroverij. Hij sloot de brug van Hospital de Orbigo af en eiste tol van iedere passant die wilde oversteken. Het zal hem goed zijn afgegaan, want de geschiedenis rept niet van enige vervolging in later tijden door het Spaanse hof, kennelijk kon Suero zijn schulden voldoen. Zand erover..

Hier, bij deze brug, vond een waargebeurd verhaal plaats schrijft Ans. Ja meid, maar welk? (Er is ook  nog een derde versie…).
IMG-20140615-WA0000

Ans en Jan staken die brug ook over, deze dag. Of Ans zich hoofs heeft uitgelaten: Flapdrol, ik weet het niet. En of Jan zich al vechtend een weg moest banen over die lange baan, de berichtgeving rept er niet over. Maar ik mag hopen van niet, hij wás al zo geschandaliseerd: kwestie van zijn mond niet kunnen houden tijdens die voetbalwedstrijd waarbij de Spaanse Furie een nachtmerrie werd opgedrongen.

Enfin, Olga uit Moskou was intussen geschiedenis. En of de wandelaars haar nog ooit terug zouden zien was maar de vraag. Het afscheid was innig en Olga reisde af, terug naar huis. Ans en Jan gingen na het afscheid op pad en liepen regelrecht naar Hospital de Orbigo, dat dorp dat werd ontsloten door die fenomenale brug met zijn negentien bogen, de indrukwekkendste middeleeuwse brug van Spanje. Indachtig de Hoofse Heldendaden van Suero de Quiñones werden er tegenwoordig weer ridderspelen gehouden, de voorbereidingen waren volop in gang.

Het landschap was deze dag weer aangenaam afwisselend. Geen lange asfaltwegen vandaag, maar een geaccidenteerd terrein met wisselende zichten. Men diende wel wat meer werken, maar dat was vele malen te prefereren boven de eentonigheid van min of meer vlak lopende paden langs autostrades. En ach, wanneer je dan vanaf een hoogvlakte je reisdoel ziet liggen, ach wat een genot…
IMG-20140615-WA0001

Om 14.00 uur liepen de wandelaars Astorga binnen. Ze gingen direct door naar het pelgrimshuis, ondergebracht in het voormalig klooster de Siervas de Maria. Al sinds de middeleeuwen herbergt het klooster pelgrims. Klik op Siervas de Maria en bekijk waar Ans en Jan deze dag  logeerden..

Ze hadden er een kamer voor vier; er woonde een belegen Australiër en er huisde een belegen Fransman, een aardige garantie voor nachtelijke rust. Na het normale dagelijkse gedoe was er nog alle ruimte om de stad beter te verkennen.

Vreemde gasten hebben er ooit domicilie gekozen, maar het waren de Kelten die van de plaats een belangrijk woonoord maakten. En weet je een beetje van geschiedenis dan voel je al aankomen hoe het verder ging. De Romeinen kwamen de omgeving koloniseren, je kunt er een precieze datum aanhangen, 17 voor Christus, en ze maakten van Astorga een belangrijke handels- en vestingplaats. Daarna kwamen de West-Gothen, gevolgd door de Moren en dan weer de Spaanse koningen uit andere streken. En dat volk uit Astorga paste zich almaar aan, ze hadden weinig keus.
IMG-20140615-WA0003
Ans en Jan vermaakten zich best in de stad. Ze bezochten het neo-gotisch kasteel dat Antonio Gaudi daar neerplantte. [Wat wordt die man toch overschat, PV.] Het was een opdracht van de plaatselijke bisschop en deed nu onder anderen dienst als kunstmuseum. De kerkschatten waren erin onder gebracht, met een nadruk op kunst uit de 16e eeuw.

Men profiteerde van de mogelijkheden die een stad biedt aan Tapasbars en deed wat boodschappen voort de volgende dag. Op het terras van de pelgrimsherberg genoten Ans en Jan nog een tijdje van het overweldigend uitzicht op het achterland van Astorga. De laatste honger en dorst werd er gestild.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 77…

IMG-20140614-WA0006
13-06-2014. De etappe ging van Leon naar San Martin del Camino, 26 kilometer.

En ook deze dag gingen de wandelaars wat later op pad, want eerst moest pelgrim Patrick versierd worden. Hij was jarig vandaag.

Deze dag zouden de wandelaars oplopen met Olga uit Rusland. Het was haar laatste dag op de camino, het pelgrimspad, ze moest weer terug naar Moskou. De taak aan Ans en Jan om er de moed een beetje in te houden, Olga een beetje te troosten, haar afscheid een beetje op te fleuren.

En dat viel niet mee, want de omstandigheden lieten dat Samaritanenwerk aardig in de steek. De route was lang, saai en volgde eindeloos lang een grote weg, bestemd voor ander verkeer dan voetgangers. Er was geen schaduw en om 08.30 uur begon de zon al aardig te branden. Arme Olga uit Moskou

Voor onze wandelaars waren de vooruitzichten voor deze dag aanmerkelijk rooskleuriger. De avond hiervoor kregen ze een telefoontje van Leonie en Jan, dorpsgenoten uit de Achterhaag te onzent. Zij vierden vakantie en waren in de buurt en ze wilden de reizigers ontmoeten, uit vriendschap, maar ook om eventueel ondersteuning bieden bij de laatste loden van hun pelgrimage.

In Villadangos del Paramo stonden Leonie en Jan uit de Achterhaag de wandelaars op te wachten. De gastvrijheid gebood hen om de pelgrims te dienen met een maaltijd, ze deden het met liefde en plezier. Er werd goed gegeten in hullie camper, de koffie was er zwart, heet en verkwikkend. Kei gezellig en kei gastvrij schrijft Ans…
IMG-20140614-WA0008

De wandelaars moesten evenwel nog een goede vier kilometer verder, want er was geboekt in de herberg van San Martino del Camino. En na de afspraak om elkaar later op de dag te ontmoeten zetten de pelgrims zich weer ingang.

De herberg bleek een prima plek. Alle mogelijkheden waren er aanwezig voor het dagelijkse corvee: een douche, lijfgoed en rugzak in orde maken, een wasje doen. En daarna dronk men een goed glas bier op het terras aan de overkant. Leonie en Jan waren er intussen ook gearriveerd en natuurlijk namen onze reizigers Olga uit Moskou op sleeptouw. Men bracht er een aangenaam uur door.

Dan volgde de maaltijd in een van de restaurants van het dorp, met als hoogtepunt een toetje in de vorm van een stuk chocoladetaart, gebakken door de schoonmoeder van de uitbater. Na een hartelijk afscheid vertrokken Leonie en Jan naar hun camping, de wandelaars hadden genoten van het onverwacht bezoek uit Gemert. Evengoed doken Ans en Jan weer het kroegje in waar ze eerder al hadden zitten drinken. De Wedstrijd begon…

IMG-20140615-WA0009

Natuurlijk heb ik iets meegekregen van de overweldigende entree van het Nederlands Elftal in Brazilië. Ik kan er alleen niet zo veel mee, dus laat ik Ans maar aan het woord.

Ans zegt dan : In de herberg moet je normaal om 22.00 uur binnen zijn, maar voor deze avond sluiten ze pas als de wedstrijd is afgelopen. Het was spannend, wij in de minderheid en na goal vier vroegen ze of we wat rustiger konden zijn. De komende vijf dagen sturen we geen foto’s van onze Jan want hij ziet er niet uit… Wij hebben beter geslapen dan de Spanjaarden!

En zo zie je maar weer lezer, Spanjaarden zijn gewone mensen, en pelgrims ook…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>