Fazant met paddenstoelen, uitjes en rode wijn… én een scheutje crème de cassis

 

fazantTja, weer thuis maakte ik zaterdag bonensoep voor de hele familie, waarvan geen foto’s maar beschrijving en foto’s volgen nog wel, bonen genoeg voorlopig! De vraag was wat we zondag zouden eten… Afscheid van alweer een vakantie moet toch altijd een beetje plechtig zijn… “Uit eten”, of thuis iets lekkers met een mooie fles wijn erbij… We besloten lekker thuis te blijven kneuteren en een superfles uit de kelder te halen. Mijn keus viel op een Pommard, premier cru, 2011 van Michel Picard. En wát daarbij te eten… Ik googelde wat en vond een tip; Pommard met fazant! En er lag nog een fazant in de diepvries! Geschoten door de baas van Walter en door Walter aan ons gedoneerd. Heel toevallig schreef Antoinette deze week ook al over een gekregen fazant. Zij moest het beest nog zelf villen, dat hoefde ik gelukkig niet. Ik ben daar geen held in, dat soort klusjes laat ik aan Paul over. Zo’n geschoten fazant is lastig te plukken. Vaak zijn ze beschadigd door de hagel en dan is villen eenvoudiger. Zo was ook deze fazant niet geplukt maar gevild. Ik pulkte nog wat kogeltjes weg en bond het beest netjes met wat spek over de borst op.

Een recept vinden was moeilijker. Fazant met zuurkool is een mooie evergreen, maar niet bij mijn Pommard. Bossig, aards, dat wilde ik. Ik koos dus voor gedroogde paddenstoelen, eekhoorntjesbrood, zelf verzameld en gedroogd. Géén room, maar rode wijn, (die Pommard dus) en om een tikje zoet te krijgen deed ik er een scheutje crème de cassis bij. Afkomstig uit de buurt waar de wijn vandaan komt, dat moet kunnen. Ik bond de saus met een lepeltje beurre manié. fazant met rode wijn en paddenstoelen

  • voor twee personen:
  • 1 fazant
  • boter
  • 1 ons ontbijtspek in dunne plakjes
  • peper en zout
  • bouquet garni van tijm laurier en een beetje selderij
  • 1 sjalot, fijn gesneden
  • een handjevol gedroogde paddenstoelen, even geweekt in koud water. bewaar het weekwater.
  • 1 wortel, geschild en in kleine blokjes gesneden
  • een handjevol kleine zilveruitjes, gepeld
  • een glas volle rode wijn (ik gebruikte een glas Pommard)
  • een scheutje créme de cassis
  • een lepeltje beurre manié.

Verhit de boter in een passende pan met een dikke bodem en braad daarin de fazant aan alle kanten bruin. Haal de vogel uit de pan en houd hem/haar warm. Bak nu de sjalot en de wortel even aan. Blus af met rode wijn en een scheut crème de cassis. Voeg ook de paddenstoelen, het bouquet garni en het weekwater van de paddenstoelen toe en verwarm. Dan mag de fazant weer terug in de pan. Stoof nu op een heel zacht vuurtje ongeveer anderhalf uur. Rosé gebraden fazant is een illusie als je niet weet hoe oud het beest is! Voeg de zilveruitjes het laatste halfuur toe. Haal de fazant als hij/zij mooi gaar is uit de pan en bind de saus licht met wat beurre manié.

Wij aten er een stamppotje bij van pastinaak en aardappel. En die Wijn dus… Goddelijk!

Kopje espresso toe!

© ellen

 

Wijn kopen in Bourgondië, deel 2…

De inkoop!
Dit is ‘m dan uiteindelijk geworden: de Volnay, jaargang 2009 van wijnhuis Michel Picard, Chateau Chassagne-Montrachet.

Hoe we ertoe gekomen waren om naar Chassagne-Montrachet af te reizen vertelde ik je in Wijn kopen in Bourgondië, deel 1. We hadden vooraf een keuze gemaakt en ook nog een paar alternatieven achter de hand, voor het geval dat het bezoek bij Picard niet het gewenste resultaat opleverde.

Een kasteel, opgetrokken in Lodewijkstijl, ruim opgezet met een hoofdgebouw en twee zijvleugels. Een beetje tuin eromheen, de rest wijnakkers. Hier zetelt wijnhuis Picard. Hun wijngaarden zijn te vinden op verschillende plekken in de streek rondom Beaune, en in een aantal gevallen bezitten ze in één dorp meerdere gaarden. Elke wijngaard levert z’n eigen wijn, er wordt niet gemengd.

Op het voorplein van het kasteel liep een groepje Japanners te dollen, ze hadden kennelijk juist een uitgebreide proeverij achter de rug en dat had beide partijen wat opgeleverd. Kisten wijn werden uitgereden en vervolgens ingeladen in een bestelbusje. De Japanners gingen een voor een op de foto met de lading.

Eenmaal binnen bleek de centrale hal van het kasteel te zijn ingericht als ontvangsthal, luxe wijnhandel en proeflokaal. Ergens was een verkoper bezig met een aantal gesoigneerde heren. Het waren stevige onderhandelingen, vriendelijk van toon, maar stevig. En warempel, nog een groep Oost-Aziaten liep er te winkelen, zonder begeleider, zonder te proeven. Ze keken alleen naar de etiketten en noteerden nu en dan wat in een schriftje.

Wij werden ontvangen door een allervriendelijkste jongeman. Hij bleek drie woorden Vlaams te spreken en dat maakte een en ander alweer een stuk gemakkelijker. We gaven onze voorkeur te kennen voor die Pommard 1er Cru, 2009; die hadden we onlangs gedronken, die smaakte ons best, die wilden we. De jongeman vroeg ons waar we de wijn ontdekt hadden, want op het Chateau was hij al tijden uitverkocht. Slechts een klein kwantum lag in de kelders te verouderen. Die flessen zouden pas over een aantal jaren op de markt komen. Dat we de wijn aanschaften bij een grote supermarkt in Beaune verwonderde hem hooglijk. Of eigenlijk meer het feit dat die Pommard nog te krijgen was. (De supermarkt was intussen ook door zijn voorraad heen, dat hadden wij de dag ervoor al uitgezocht.)
Kelders van Chateau Chassagne-Montrachet.

Maar goed, daar stonden we wel even verlegen. Deze Pommard niet leverbaar,en wat er aan andere Pommards lag oversteeg ruimschoots ons budget. De jongeman evenwel begreep ons dilemma, hij kwam met een voorstel.

Twee van de wijngaarden van Picard grensden aan elkaar. De ene lag in het dorpje Pommard, de andrere in Volnay. De perceelgrens was tevens gemeentegrens. Onze Pommard kwam van die wijngaard. De wijn van de andere wijngaard kreeg de naam van het andere dorpje mee, hij lag immers op Volnay’s grondgebied. De bodem van de twee gaarden was echter dezelfde, zoninval en druivensoort ook. We mochten op ons gemak proeven en dan konden we altijd nog zien.

Enfin, zoals de jongeman had voorzien voldeed de Volnay aan onze verwachtingen, we hoefden niet verder te proeven. Voorts waren prijs en kwaliteit in evenwicht en paste het geheel binnen ons budget. We gingen dan maar tot aanschaf over. We hebben er nooit spijt van gehad. We kochten 12 flessen, voor elke maand van het jaar één. En er valt elke maand heus wel een feestje voor twee te bedenken, reken maar.

Traditioneel kochten we in het najaar op de wijnbeurs van de Belle Etoille twaalf flessen Bourgogne van iets meer doorsnee aard, maar ook die mogen er zijn. Als alles volgens plan verloopt doen we dit jaar tijdens onze vakantie het gebied van de Madiranwijnen aan, aan de voet van de Pyreneeën. ‘ns Kijken of we daar ook kunnen slagen. Maar een voorraadje Bourgognes voor komend jaar komt er beslist, zoveel is zeker…

© paul

Wijn kopen in Bourgondië, deel 1…

 

DSC_0002

Aan de vooravond van Grote Vakantie jaargang 2015 wordt het hoogste tijd om de restanten van GV jaargang 2014 af te ronden. Ik zat al tijden aan dit artikel te prutsen en ik kwam er niet goed uit. Ik geloof intussen dat deze versie wel door de beugel kan, maar enfin, oordeel zelf maar…

Bourgondië telt een goede 1200 professionele wijnboeren. De grootste wijngaarden strekken zich over talloze hectaren uit, het kleinste akkertje is slechts 0,8 hectare van afmeting. En in de meeste gaarden wordt meer dan één wijn geproduceerd. Al die wijnen proeven is voor een beroepsmatig wijnkoper ondoenlijk, laat staan voor leken zoals wij. Hoe ga je dan in godsnaam te werk, wil je tot een verantwoorde keuze en aanschaf komen?

De witte wijn leverde geen probleem op, we wisten wat we wilden. We kochten in het verleden al eens bij die aardige meneer in Asquins. Zijn witte wijn was excellent, biologisch en schappelijk van prijs. Een deal was snel gesloten. De rode wijn leverde meer hoofdbrekens op. Ellen ging als volgt tewerk:

Ze deed thuis wat voorwerk en besteedde er vervolgens op de stadscamping van Beaune nog een paar middagen aan tijdens onze vakantie. Op de eerste plaats stelde ze het budget vast. Vervolgens perkte ze het wijngebied in; Côte de Beaune leverde de wijnen die ze het lekkerst vond, wist ze uit ervaring, en daarmee sloot ze al een heel stuk van de Bourgognestreek uit. Vervolgens las ze zich in, middels plaatselijke folders en andere publicaties en de prestigieuze wijnbijbel Guide Hachette. De keuzemogelijkheid werd almaar verkleind tot er een paar dorpjes overbleven: Pommard, Savigny-les-Beaune en Meursault. 

Wijngaarden van Pommard...

In een grote supermarkt kochten we een en ander in. De keuze in de schappen was overrompelend en tot haar genoegen zag Ellen er ook de zaken terug die ze op haar boodschappenbriefje had gepend. We namen twee flessen Pommard, een Meursault en  een ??? De Pommard van wijnhuis Michel Picard kwam als favoriet uit de bus, dus waren we er vrij zeker van te weten waar we het moesten zoeken, we hadden een richtlijn.

De reden om te starten via de supermarkt en niet direct bij de wijnboer te gaan proeven ligt voor de hand. Je kunt wel bedenken dat je als amateur, net als de Grote Jongens, een aantal Chateaux gaat bezoeken en zo tot een afgewogen besluit zult komen, maar dat gaat niet lukken. Daarvoor is het spel écht te ingewikkeld. Dat geldt voor ons, maar ik ben ervan overtuigd dat het geldt voor nagenoeg elke amateur. En natuurlijk is het lollig om bij een wijnboer binnen te stappen, wat te proeven en een paar flesjes mee te nemen voor thuis. We doen dat dan ook met veel plezier. Maar wanneer het gaat om gerenommeerde wijnen waar een dito prijskaartje aanhangt is zorgvuldigheid geboden.

De foto hierboven geeft je een zicht op het plaatsje Pommard. Niet zichtbaar is de gemeentegrens met het dorpje Volnay, maar die ligt ergens in het midden van de foto. Waarom dat voor ons van belang was vertel ik je in deel twee.

Pommard

© paul

Munster fermier met Gewürztraminer…

Munster fermier met Gewürtztraminer...
Drank en spijs, mits met enige zorgvuldigheid gekozen, vullen elkaar doorgaans heel aardig aan. En dat is belangrijk; het verhoogt je tafelgenot en het verdiept je eetplezier.

En dan zijn er ook nog van die combinaties waarbij drank en spijs elkaars smaken zodanig beïnvloeden dat het resultaat een veelvoud is van de som der dingen. Die combinaties zijn aanmerkelijk zeldzamer, maar ze bestaan. Denk aan een Bordeauxwijn op leeftijd in samenspraak met een belegen Goudse kaas en noten. Of een boeren Stilton met oude Portwijn. Glibberige oesters met sprankelende Champagne of een koele droge Chablis, een sappig peertje met een glas Sauternes. Munsterkaas in combinatie met Gewürztraminer is er ook zo een…

Munster is die kaas die overweldigend geurt; er bestaan weinig andere kazen die hem daarin overtroeven. Zij die niet bekend zijn met het type en er voor het eerst aan snuffelen zullen altijd om te beginnen hun afschuw betuigen, en wel in de meest gemene bewoordingen. Het stinkt, zweetvoeten ruikt men, ongewassen volk en ontbindende kadavers. Neemt men evenwel de moeite om een stukje van de kaas te proeven dan is de kans groot dat het oordeel al aanmerkelijk milder uitvalt. Krijgt men tijdens of na het proeven een slokje Gewürztraminer toegediend dan is het niet denkbeeldig dat de walging omslaat in euforie. En na enige proeverij blijkt die geur van de kaas ook niet smerig te zijn, maar geheimzinnig, diep, complex en vol. Écht waar…

Munster of munsterachtige kazen worden over de hele wereld geproduceerd, doorgaans in de grote industrie. Het zijn tamelijk karakterloze kazen, waarvan alle scherpe (lees: karakteristieke ) kantjes zijn weggeslepen. Ga je Munster aanschaffen, kijkt dan of de verpakking een Apellation d’Origine Contrôlée (AOC) vermeldt. Hij komt dan in ieder geval uit de omgeving van Munster (Alsace-Elzas). Koop je een artisinal, dan is de kaas in het klein geproduceerd, maar het beste is een fermier-kaas. Het staat allemaal op de verpakking.

De kaas van de foto was een fermier. Het mag een wonder heten, want behalve in die paar écht gespecialiseerde kaashandels kom je hem in Nederland niet tegen. In de Elzas, en met name in Munster serveert men de kaas uit met wat Kümmel (karwijzaad). Thuis kun ook venkelzaad gebruiken, maar Kümmel is beter, pittiger.

En dan die Gewürztraminer. De naam alleen al zegt iets over het karakter van deze witte wijn. Kruidig, bloemig, rijk van geur en smaak. Wat zoetig is die wijn, en koppig. Hij is geschikt om zo te drinken, maar het best komt hij tot zijn recht als tafelwijn. Bij ganzenleverpaté, bij visgerechten met een stevige saus, bij Elzasser gebak. En op z’n mooist is Gewürztraminer bij een stukje Munsterkaas. Geur en smaak lijken te exploderen wanneer de beide componenten verenigd worden, ik heb het bij diverse gelegenheden mogen beleven.

En ik sta niet alleen in mijn lofbetuiging aan dit Huwelijk van Smaken. De filosoof-literator Jean-Paul Sartre dacht er net zo over. Negen jaar geleden beloofde ik de lezer om uit te zoeken in welk geschrift Sartre de loftrompet steekt, het is er nog steeds niet van gekomen. ( En dat terwijl onderhavig geschrift toch ergens hier in huis moet slingeren.) Misschien tijdens de vakantie?..

© paul

Villa Cafaggio Chianti Classico 2010…

Chianti Classico
Ik kocht de fles twee jaar geleden en legde hem netjes op, onder in de kelder, achter de Bourgognes. De fles bevond zich buiten mijn gezichtsveld, en daarmee raakte hij ook uit mijn geheugen. Ik dacht er nog een enkele keer aan, maar slechts heel vluchtig.

Toen ik vandeweek in mijn keldertje aan het rommelen was, op zoek naar redelijke sloeberwijn voor een wat groter gezelschap, kreeg ik de fles opeens weer onder ogen. Ik besloot hem naar boven te halen. Niet voor het wat grotere gezelschap, je hoefde per slot niet ál je hobby’s te delen met je vrienden, nee, ik wilde hem gebruiken bij een maaltijd met Ellen.

Een goede dag later was het zover. De wijn raakte intussen gewend aan de temperatuur in huis, en in de oven warmde een sappige entrecôte zich aan de spiraalgril. Tijd om de kurk te verwijderen.

Een explosie van geuren steeg op uit mijn glas, nadat ik een beetje vanuit de hoogte de wijn geschonken had om er meteen maar wat zuurstof bij te mengen. En dan die eerste slok… Die eerste slok was goddelijk. Zo fijn, zo zacht, zo vol

De wijnkoopman had me destijds op het hart gedrukt om de fles een aantal jaren weg te leggen. Tot 2020 bleef hij in kwaliteit toenemen, werd me verzekerd. Ik zal ook toen gedacht hebben: ja, ja, dat gaat mooi niet lukken… Intussen was de wijn evengoed vijf jaar oud geworden en had ik per ongeluk bij gedragen aan de kwaliteitstoename, simpelweg door de wijn te vergeten. Ik betaalde destijds € 10,- voor de fles.

Het valt me moeilijk om een beschrijving te geven van smaak en geur. Ik doe het maar met een vergelijking. Je hebt ongetwijfeld wel eens Chianti gedronken, mogelijk uit zo’n mandfles. Redelijk makkelijke wijn, een beetje hard, maar fruitig. Die typische Chiantismaak moet je je voor de geest houden, zo smaakte deze wijn namelijk ook. Maar dan honderd keer lekkerder. En vol, en zacht, zacht, zacht…

© paul

 

 

Le tastevin de Bourgogne…

BeauneJe kent het fenomeen wijnproeverij beslist. Je nam er al eens aan deel, of je zag er toch op z’n minst een afbeelding van. Van die tulpglazen waarin het bouquet geurend tot zijn recht komt hanteren ze, en ook is er altijd het notoire emmertje in de buurt om het geproefde uit des drinkers systeem te verwijderen. En personen zie je, die met bolle wangen de wijn door de mondholte spoelen (walsen), of juist met een pruilmondje de drank naar binnen slurpen, ten einde een goed idee te krijgen van de complexiteit of mogelijk de vlakheid van de godendrank.

In Bourgondië gaat het niet anders dan in de rest van de wereld. Ook daar zijn tulpglas en spuugemmer dé attributen bij een proeverij, samen met wat stokbrood om tussendoor de smaak te naturaliseren. Maar ooit was dat anders….

Van oudsher gebruikte men in Bourgondië een plat metalen schaaltje om de proeverij te doen. Het ding kreeg de naam mee van tastevin. Op zich niet zo voor de hand liggend, zo’n plat schaaltje, maar je moet je voorstellen dat er in vroeger dagen geproefd werd in de kelders, bij kaarslicht. Wanneer je de kandelaar op een bepaalde manier vasthield en daarbij het vlammetje liet fonkelen in het reliëf van het metalen napje kon je iets zinnigs zeggen over de kwaliteit, de helderheid, van de wijn. De geur van de wijn ontplooide zich ook heel snel door het open karakter van het schaaltje. In Bourgondië vonden ze dat de beste manier om een voorspelling te doen over wat er zoal op de fust lag…

vakantie augustus 2006 126

In een hoekje van onze keuken hangen twee van die napjes aan de muur. We kregen ze jaren geleden mee op onze wonderbaarlijke reis door de kelders van het Hospices de Beaune en die van aanverwante wijnkooplui. Hele stukken van de stad zijn namelijk onderkelderd en staan met elkaar in verbinding. En daar ligt het vloeibaar goud te rijpen.

Het idee was dat je je voor € 10,- per persoon de toegang verschafte tot een deel van het keldercomplex. Je kreeg zo’n tastevin mee en je mocht bij elke wijnboer die zijn schatten had opgesloten in een bepaald deel van het keldercomplex proeven. Overal stonden spuugemmertjes, overal flikkerden kaarsjes en overal stonden Fransen die er serieus werk van maakten. Amateurs zoals wij waren er nauwelijks.vakantie augustus 2006 143

Je kreeg er niet alleen de middelmaat te proeven, je had ook vrij toegang tot ware kelderjuwelen; we proefden er wijnen die we onder andere omstandigheden nooit zouden hebben gedronken. En we gebruikten niet de spuugemmer, dat zou zonde zijn geweest. Aan het einde van de tour zat de stemming er dan ook goed in. In een licht dronken vervoering en met een alcoholische overmoed schaften we ons een en ander aan. We gaven er veel te veel geld uit, maar wat kon het donderen. De tastevins mochten we houden als aandenken.

De enige niet Franse bezoekster die we in de kelderkrochten tegen kwamen was een Japans mevrouwtje. Ze liep in haar eentje wat zwalkend te giechelen, ze was zo dronken als een patat.

Toen we afgelopen zomer weer een bezoek brachten aan de stad Beaune stond uiteraard een bezoek aan de wijnkelders op de agenda. Er was evenwel door de jaren een en ander veranderd. Het vrij te bezoeken keldergedeelte was tot slechts een kwart van de oorspronkelijke route teruggebracht. Bij aanvang kreeg je een glas mee in plaats van de traditionele tastevin en de grote Bourgognes, de échte toppers, waren uit het proefpakket verwijderd. Voor het keldergat, de ingang, stond een buslading Amerikanen samengeklonterd; hoogbejaard, maar kakelend als een aula vol pubers. De vrouwen leken allemaal op Heintje Davids, mét monsterbril, mét gedekte kleurspoeling door het grijze haar. De mannen getuigden van de illusie van hun eeuwige jeugd middels het dragen van foute sportschoenen. Dit gaat ‘m niet worden, besloten wij…DSC_0004We zijn dan maar door de stad gaan slenteren; we bezochten kleine wijnhandelaren en grote slijters. We mochten overal vrijelijk rondstruinen zonder dat er voortdurend een verkoper in onze nek stond te hijgen. Én we deden het museum van het Hospices de Beaune aan, al was het alleen al voor een van de mooiste retabels te wereld, dat van Rogier van der Weyden.BeauneDaar ook troffen we die collectie antieke tastevins, het merendeel in zilver uitgevoerd. En die enen van hout natuurlijk. Een beetje vreemd is het wel, zo’n houten napje, want de fonkeling van de wijn die je probeert te vangen middels de tastevin valt of staat bij de weerkaatsing van het kaarsvlammetje op het metalen reliëf. Hout is daarvoor ongeschikt. Enfin, het zal het gereedschap zijn geweest van een arme wijnboer, hij kon zich geen metaal veroorloven. Het ding stamt uit de late middeleeuwen en getuigt er in ieder geval van dat ze al heel lang slobberen uit zulke bakjes, daar in Bourgondië…

© paul

 

Maitrank…

septfontaines hemelvaart 2009

Er stond al eens zo’n prachtig glas te pronken op dit web-log. En die vorige foto was op dezelfde plaats genomen: Café Suisse in Arlon. Het amberkleurig vocht is Maitrank (Maiwein), en in voornoemd etablissement maken ze de beste die ik ken. Ik mag er graag mensen mee verrassen, dus troonde ik op Hemelvaartsdag weer wat gasten mee naar dat café. Mijn plannetje lukte, iedereen werd er blij van (van die Maitrank).

De wijn was goed gekoeld. Hij smaakte fris-zoet en bovenal naar Lievevrouwenbedstro. Alleen al voor de geur zou je een glas bestellen…

Het is nu de tijd voor Maitrank. Arlon noemt zich de Hoofdstad van de Maitrank en afgelopen weekend vierden ze dat weer met een spetterend festival. Wij waren er niet bij, we hadden even iets anders te doen.

We maakten de Maitrank in het verleden regelmatig zelf. Dit jaar misten we het juiste tijdstip om Lievevrouwenbedstro te oogsten, de natuur was té vroeg.

© paul

Ragout van wildzwijn met pasta

ragout van wildzwijn met pasta
Wij waren een paar dagen in Luxemburg op ons geliefde plekje. Het was prachtig herfstweer, af en toe wat buien maar een prima temperatuur om te wandelen. Ach en als het dan net na de wandeling begint te gieten, zit je lekker binnen en zet een stoofpot op het fornuis.
In de Luxemburgse supermarkten worden nu overal wijnweken gehouden. Tijd om te proeven en de kelders bij te vullen met de meest fantastische wijnen. In de grote supermarkten kun je nu overal proeven, maar ik vind dat moeilijk. Ik neem liever een paar flessen van mijn favoriete wijn mee naar huis en maak dan rustig een keuze. Iets lekkers te eten erbij en dan in alle rust proeven…

Bij de Bourgogne die we wilden proeven leek me een stoofpot van wildzwijn een goede keuze. Ik kocht prachtig vlees uit de Belgische Ardennen en maakte er een herfstige stoofpot van.

  • Voor twee personen:
  • ongeveer 500 gram wildzwijn, in flinke stukken gesneden
  • wat olijfolie
  • 2 uien, grof gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 wortel, in stukjes gesneden
  • een borrelglas Eau de Vie de Poire
  • 1 glas Bourgogne of andere rode wijn
  • peper en zout
  • 5 jeneverbessen, 2 kruidnagelen, wat verse tijm, 1 laurierblad

Dep het vlees goed droog. Verwarm de olie in een braadpan en braad  de stukken vlees rondom bruin. Bak de uien en knoflook even mee en blus dan af met de Eau de Vie. Voeg de wortel en de kruiden toe en het glas wijn en laat het geheel dan rustig zo’n anderhalf uur stoven. Doe er wat nog wat water of bouillon bij. Breng verder op smaak met peper en zout. Ik gebruikte een klein beetje ‘vloeiende bloem’ om de jus wat te binden. We aten er pasta bij en dronken een glas Bourgogne, Santenay la Comme, Premier Cru 2010. Pfoe, dat is Herfstgenieten!

wilde wijnweken in Luxemburg

© ellen.

Feestje…

huisnaambordje
We moesten het feestje voor het Huisnaambordje in alle haasten organiseren; snel dit, snel dat, en toen we zaterdagavond laat nog even controleerden of er van alles genoeg zou zijn bedacht ik dat het wel misschien wel wat ‘zuinigjes’ was. De Jongste Bediende bood aan nog eens in hun kelder te duiken en diepte een paar flessen Cremant op én een hele krat Lupulus Tripel; een zeer genereuze schenking! Het Kind en Maja zorgden voor het uitschenken van de drankjes en zo kon het hele gezelschap meteen na het onthullen van het bordje proosten met een glas Cremant. Paul had een toespraak voorbereid voor bij de onthulling maar het was buiten zo verschrikkelijk koud dat we de toespraak maar naar binnen verplaatst hebben.

Bubbels horen bij een feestje. We hadden geen echte Champagne, wij drinken net zo lief een goede Cremant. Als je tijd genoeg hebt om een feest te organiseren, koop je een doos Cremant van één merk, nu was daar bij dit  haastig bedachte feestje geen tijd voor. Dan maar van alles wat! En dat was eigenlijk wel zo leuk. Het leek op een heuse proeverij waarbij iedereen zo zijn of haar eigen voorkeur had; Het Kind vond de Asti Spumante het lekkerst, Ans en Ans en ikzelf hadden een voorkeur voor de Poll Fabaire Cremant, Paul hield het bij de Cremant D’Alsace van Wolfberger en Marleen dronk de Cremant van Bernard Massard met een scheutje Cassis. Zoveel mensen, zoveel smaken. Zoveel verschillende glazen ook. Als ik de foto nu bekijk is het wel een ratjetoe; maar goed, wie heeft er voor een heel gezelschap champagneglazen van één model? Wij hebben al jaren een doosje met 12 champagneglazen; als dát doosje kon vertellen… Maar ik dwaal af, over dat doosje schrijf ik nog wel eens!

Er waren ook gasten die na het toosten met de bubbels snel overschakelden op iets anders. We kunnen wel zeggen dat voor hen de Lupulus Trippel favoriet was; niet zo vreemd als je bedenkt dat dit bier bij mijn weten nog steeds niet verkocht wordt in Nederland. Je moet er een flink eind voor rijden, maar dan heb je ook het lekkerste bier van België volgens kenners. De Hele krat ging met gemak op en ook de laatste flessen Lupulus bruin uit de krat van Paul waren zo geleegd.

huisnaambordje

Wie ermee begon weet ik niet maar iemand kwam op het idee om de lege flessen in de vensterbank te etaleren. Het was vanmorgen donker van de lege flessen…

Vandaag maar een kopje espresso!

@ ellen.

 

 

Klevener de Heiligenstein…

Ik was de foto alweer vergeten en ook de betreffende wijn speelt geen rol van betekenis in onze dagelijkse gang van zaken. Terwijl, wanneer ik dan een glas van die Klevener voor mijn neus heb, ik helemaal lyrisch kan worden.

Deze fles duikelde ik een goed jaar geleden op, ergens in Luxemburg. Het is een zeldzaamheid, want je komt de wijn nauwelijks tegen. In het verleden bezochten we het kleine wijngebied van de Klevener enkele keren. Het ligt ten zuiden van Obernai in de Elzas, met als centrum Heiligenstein. En steeds namen we een paar dozen mee naar huis. (En steeds was de wijn veel te snel op…).

Klevener de Heiligenstein is de naam van de druif. Savagnin rose heet de druif officieel. De druif werd volop aangebouwd in de Elzas, maar ook op Duitse bodem, aan de andere kant van het dal van de Bovenrijn. In Duitsland heet de druif Traminer.

In de negentiende eeuw werd de druif verdrongen door de Gewürztraminer en dat is zo gebleven. Slechts het klein gebied rond Heiligenstein verbouwt de Klevener nog. En slechts de wijnen uit dat gebied mogen de AOC aanduiding dragen: Alsace-Klevener de Heiligenstein.

Het is een prachtwijn, die Klevener. Niet zo opdringerig als zijn broertje de Gewürztraminer. Die wil nog wel eens erg nadrukkelijk aanwezig zijn in geur en smaak. Nee, de Klevener is subtiler, ingetogener.

Het geurt naar plantjes, naar citroenen en limoentjes, ook naar appeltjes en een beetje hooi. De smaak is verbazingwekkend vol, fris en een tikje zurig. De wijn fonkelt goudgeel in het glas.

Op de web site van Vins d’Alsace vind je een verhaal over de achtergrond van deze druif en de wijn die daaruit voortspruit.

En kom je die wijn onverhoopt tegen, laat hem niet aan je neus voorbij gaan. Probeer hem uit en ontdek het plezier dat wij beleven aan de Klevener. Iedere keer weer…