IJs met Guinness, Stout ijs…

IMG_9918

Weer terug van vakantie, de dagen worden weer korter, tijd om met vrienden om de tafel te zitten, vakantieverhalen uit te wisselen en bij te praten over wat er zoal in de wereld gebeurt. De lampen gaan weer eerder aan, de kaarsen kunnen weer op tafel zonder dat ze meteen ombuigen van de hitte… Bijna herfst. Ik moet eerlijk zeggen dat ik alweer een beetje zin heb in een regenachtig seizoen, kou, kachel aan…

Het menu voor ons etentje stond al bijna vast. Wegens wat kaakproblemen van één van de gasten zou het allemaal een beetje ‘zacht’ moeten worden. Niet teveel kauwen, dat is lastig met een gemaltraiteerde kaak. Soep, puree, vis, zachte groente… dat lukt allemaal. Dan nog een dessert, voor een bierliefhebber… Ik vond een mooie foto van ijs met Guinness. Leuk die prachtige foto’s van Instagrammensen. Heel enthousiast tonen ze foto’s van gerechten die ze zelf nog nooit gemaakt hebben. Ze linken gewoon even door en… plemp er nog een paar reclames tussendoor… hup, klaar…

Een mooie foto van ijs met Guinness leverde een speurtocht op naar een niet bestaand recept. Tja, zelf maken dus. Ik nam als basis mijn eigen recept voor chocoladeijs. Ik had ergens gelezen dat melkchocolade en Guinness een ideale combinatie zou zijn. We dronken een glas en proefden er een blokje melkchocolade bij, tja, wel lekker. Combineert goed.

Verder dus met het experiment, aangepast aan mijn ijsmachientje:

  • voor vier personen:
  • 2 eidooiers
  • 1 heel ei
  • 100 gram bruine basterdsuiker
  • lepeltje honing
  • 200 ml Guinness of andere Stout
  • 150 melkchocolade in fijne stukjes gehakt
  • 200 ml room

Klop de dooiers, het hele ei, de suiker, de honing en het bier in een metalen kom mooi schuimig. Verwarm de vloeistof vervolgens al kloppend au bain marie tot je een mooie cremige, gebonden massa hebt. Zet het vuur uit en roer de stukjes chocolade door de warme creme zodat ze langzaam oplossen. Laat de creme vervolgens afkoelen in een koudwaterbad. Klop de room in een andere kom lobbig. Spatel de room voorzichtig door de afgekoelde creme.

De bekers van het ijsmachientje uit de diepvries halen en de creme in ongeveer 20 minuten tot een mooi ijs draaien. Bewaar het ijs tot gebruik in bakjes in de diepvries. dek het ijs af met folie om cristallen te voorkomen.

Een waarlijk Stout ijsje…

Kopje espresso toe!

© ellen.

Mokkasorbet

IMG_9301

Ik ben niet zo van de ijskoude drankjes bij warm weer. Veel drankjes leveren smaak in door ze te sterk te koelen en, erger nog, verwateren door teveel klonten ijs. Op dit soort snikhete dagen drink ik liever een kopje loeisterke hete espresso. Een paar keer zo’n opkikkertje tussendoor is voor mij prima, vocht aanvullen doe ik wel met koel, niet ijskoud, bronwater of gewoon kraanwater. Niks mis mee.

Natuurlijk is een lekker ijsje ook niet te versmaden en sinds ik vorig jaar het ijsmachientje herontdekte maak ik regelmatig zelf ijs. Je kunt dan ook zelf bepalen hoeveel suiker je gebruikt. Ik vind het ijs uit de winkel meestal veel te zoet. Ik maak graag ijs van verse vruchten met toevoeging van weinig suiker en een beetje honing. Kleinzoon Jop vindt het heerlijk; een ijsje eten bij oma als hij warm uit school komt.

Vandaag had ik zin in grote-mensen-ijs. Sorbetijs gemaakt met loeisterke koffie. Omdat in dit recept ook melk wordt gebruikt noemt men deze ijssoort ook wel sherbet.

  • 250 ml espresso of zéér sterke koffie
  • 65 gram suiker
  • 25 gram ongezoete pure cacaopoeder
  • een snuifje zout
  • 1 eetlepel honing of glucosepoeder
  • 100 ml volle melk

Roer suiker, honing, zout en cacaopoeder door de nog hete koffie. Roer tot alle suiker is opgelost. Koel de vloeistof in een ijskoud waterbad. Als de massa goed koud is de melk erdoor roeren.

Giet de vloeistof in de ijsmachine en draai er ijs van. Dit duur ongeveer 20 tot 30 minuten. Schep het ijs in diepvriesbakjes en zet die in de diepvries. Haal het ijs ongeveer 15 minuten voor het serveren uit de diepvries zodat de smaken zich mooi kunnen ontvouwen. Serveer met een koffieboontje en een blaadje chocolademunt.

© ellen.


Kleine taartjes, ofwel Petit Gâteau van Meike Schaling

 

9789021568591_front

Ik denk steeds dat er aan onze kookboekenverzameling niets meer toe te voegen is. De kasten puilen uit en ik stop regelmatig niet meer gebruikte boeken in het boekenkastje naast ons huis. Toch wordt ik nog af en toe verrast door een nieuwe uitgave. Zo las ik twee weken geleden in de Volkskrantbijlage in de rubriek van Yvette van Boven over een taartjeswinkel in Amsterdam. Yvette van Boven schrijft lovend over de taartjes en hoe zij al lang van plan was om het recept van dat deeg te verkrijgen. Dan is er opeens het boek; “Kleine taartjes”, met alle geheimen over dat deeg, én de vullingen, én de toppings. Yvette maakt en beschrijft in haar rubriek in de Volkskrantbijlage het recept voor een rababertaart á la Meike Schaling.  De rabarber wordt gepocheerd in aardbeiensap, bijzonder. Daar wil ik meer van weten. Ik zoek even verder op internet en ben meteen ‘verkocht’! Dit boek wil ik ook! Dat is tegenwoordig snel te regelen, even internetten en toettoet, het pakje ligt al bij de buren… Vol verwachting opende ik het boek en las, en las, en las… Lekker geschreven, mooie illustraties, maar vooral heel bruikbaar.

Meike Schaling, de auteur en maker en eigenlijk ook de uitvinder van de Kleine taartjes ging na haar Gymnasiumopleiding in Nederland een jaartje als au pair werken in Parijs.. Een jaartje werden er meer en ze besloot in Parijs te blijven en aan de tolkschool te gaan studeren. Ze werd eigenaar van een tolk-vertaalbureau, trouwde en kreeg kinderen. Op een dag bedacht ze dat ze eigenlijk haar droom nu eindelijk eens waar wilde maken; Patissier worden. Dat was altijd al een echte wens; een klein bakkerijtje, mooie taartjes maken… Nu bleek dat in Frankrijk niet zo simpel. De Franse Kamer van Koophandel eist dat je voor het openen van een bakkerij of taartjeswinkel een patisseriediploma moet hebben. En zo ging Meike Schaling opnieuw naar ‘school’. Leerde alles over bloem en chocolade, maar ook over scheikunde en het runnen van een bakkerij. Ze liep stage in het sterrenrestaurant La Grande Cascade in Parijs en vond een perfect pand voor een eigen winkel in Saint Germain-en-Laye.  Daar ontdekte ze een nieuwe ‘markt’. Mensen willen niet één grote taart maar liever veel verschillende soorten kleine taartjes met verschillende smaken. Ze maakte de ‘kleine taartjes’ tot haar specialiteit.

Ze ontmoette daar ook haar nieuwe partner Partice en samen gingen ze terug naar Nederland waar ze nu een echte “Kleine Taartjeswinkel” runnen in de Haalrlemmerstraat in Amsterdam. Een bijzonder verhaal, een bijzondere vrouw. En nu heeft Meike Schaling een boek geschreven met al bijzondere taartjes, en vullingen en toppings en wat al niet meer. Het boek leest als een verhaal maar geeft ook zeer goede, professionele recepten.

Eén ding staat vast; het deeg, is altijd hetzelfde, en de maat van de kleine taartjes: doorsnee 6 cm, hoogte 3 cm ook . Verder krijg je recepten over de vulling: crème, crumble, fruit, jam en gelei, chocolade en  recepten voor speciale feesten. Ik heb er altijd een hekel aan als een kookboek mij voorschrijft ‘doe dit, doe dat…’. Dat komt dan nèt niet uit, heb ik net niet in huis… Met dit boek wordt je uitgedaagd zélf met de diverse mogelijkheden aan de slag te gaan. Combineren, zelf uitproberen. Met de diverse recepten en tips bouw je zelf je eigen taartjes! De recepten zijn duidelijk, kloppen en bieden volop inspiratie! Kortom een geweldig boek!  

De hoeveelheid deeg is steeds voor 12 kleine taartjes. (of één grote taart van 22 cm doorsnee) Ik ging meteen aan de slag en maakte op verzoek van Paul zes taartjes met Ganache van melkchocolade met gember en zes taartjes met amandelroom en verse frambozen en bramen. Super! IMG_6659

Wij genoten zondag van de taartjes, kopje espresso erbij… heerlijk

Kortom; van harte aanbevolen dit boek!

Meike Schaling. Kleine taartjes.€ 17,99. ISBN 9789021568591

© ellen.

Crème Brûlée

IMG_4113Eigenlijk eet ik zelden een dessert, ik ben geen groot liefhebber van zoet, maar op vakantie mogen we graag uitgebreid lunchen en dan hoort daar natuurlijk ook een mooie afsluiting bij. Bij het voorbereiden van onze vakantie in Frankrijk kreeg ik opeens zin in zo’n typisch Frans nagerecht: Crème Brûlée, een puddinkje met een krokante karamellaag. Eenmaal in Frankrijk viel het nog tegen met het aanbod van dit dessert. Pas op de laatste dag van onze vakantie troffen we een restaurant dat Crème Brûlée op de kaart had staan. Heel lekker, verrijkt met een bolletje lavendel-ijs er boven op.. Eenmaal weer thuis besloot ik om dit dessert maar eens zelf te gaan maken. Het is eigenlijk een heel simpel gerecht, geen ellenlange lijst met benodigdheden en er kan weinig mis gaan. Gebruik wel de beste ingrediënten. Volle slagroom, zeker 35 % vet, grote biologische eieren en goedgevulde vanillepeul. Het is heel handig als je zo’n keukenbrandertje hebt om de karamellaag te maken. Heb je zo’n handig apparaatje niet, dan kun je de suiker ook karameliseren door de puddinkjes even onder de gril te zetten in de oven. IMG_4094

    • voor 6 kleine, vuurvaste vormpjes (ramekins), een bakblik waar de vormpjes in passen, een gasbrandertje
    • 500 ml room van minstens 35 % vet, echte room dus
    • 1 vanillepeul, doorsnijden en de zaadjes eruit schrapen, *)
    • 100 gram fijne suiker
    • 6 eidooiers, *)
    • een paar lepels suikers om het krokante laagje te maken
    • verwarm de oven voor op 150 graden of (hete lucht) 130 graden

IMG_4105Klop de dooiers los met één lepel van de 100 gram suiker. Snijd de vanillepeul in de lengte door en schraap het merg er uit. Doe de room in een steelpan en voeg de vanillezaadjes, de uitgeschraapte peulen de rest van de suiker toe. Breng dit aan de kook.. Zet het vuur zacht zodat de vanille haar smaak goed kan mengen met de room en laat even zachtjes doorkoken. Giet de room dan voorzichtig, beetje bij beetje bij de eidooiers en klop goed tot je een mooie egale massa hebt. Passeer de massa door een fijne zeef om eventuele klontjes en de vanillepeul er uit te filteren.Zet de vuurvaste schaaltjes in een bakblik en vul ze met het roommengsel. Giet water in het bakblik tot 2/3 van de vormpjes. Zet het blik in de oven en gaar de puddinkjes in ongeveer 40 minuten. Haal het blik dan uit de oven en laat de puddinkjes afkoelen. Zet zo tot gebruik in de koelkast, zeker drie uur zodat ze helemaal gekoeld zijn. Verdeel dan een lepel suiker per puddinkje en smelt de suiker met het brandertje tot je een mooie, lichtbruine karamellaag hebt.

Kopje espresso toe!

*) van de overgebleven eiwitten kan je schuimkoekjes bakken

*) spoel de vanilleschil goed af, drogen en bewaren in een potje met fijne suiker. Je krijgt dan heerlijk geurende vanillesuiker.

© ellen.

Chocoladeijs

Chocoladeijs...
In het artikel over abrikozenijs met lavendel schreef ik dat ik bijna geen ijsrecepten of boeken over het maken van ijs kon vinden. Daar kwamen een aantal reacties op met tips voor boeken en recepten. Dank aan Nicolet en Margje. Na goed zoeken vond ik uiteindelijk bij de betere boekhandel hier in Luxemburg toch een boek over het maken van ijs dat aan mijn vraag voldoet: “Eiscreme” van Eliq Maranik. Duidelijke uitleg, een stukje geschiedenis en veel verschillende ijssoorten. Ik wist bijvoorbeeld niet dat in veel ijsbereidingen ook eidooiers worden gebruikt om een betere binding te krijgen. Nicolet schreef daar in haar reactie ook al over. Een etentje met Evert, Neel, Julia Janna en Paul leek me een goede aanleiding om nog eens ijs te maken, maar nu volgens een recept uit het boek. Zachtbitter chocoladeijs. Mijn ijsmachientje is maar klein dus ik halveerde de hoeveelheden.
Voor ongeveer 600 ml chocoladeijs:

  • 125 gram chocolade van 70 %
  • 1 vanillestokje
  • 200 gram slagroom
  • 200 ml volle melk
  • 1 flinke eetlepel honing
  • 2 eidooiers
  • 60 gram fijne suiker

Hak de chocolade in kleine stukjes. Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap het merg er uit. Doe de room, melk, vanillemerg en de honing in een pan met een dikke bodem. Klop de eidooiers met de suiker in een ruime kom tot je een zachtgele schuimige massa hebt. Verwarm het room- melk, vanille, honingmengsel tot het aan de kook is.  Voeg dit mengsel beetje bij beetje bij het eimengsel en klop goed. Doe alles weer terug in de pan en laat het zachtjes, onder goed roeren een minuut of twee indikken. Het mengsel mag niet koken want dan gaat het ei schiften.

Haal dan de pan van het vuur en klop er met een garde de chocoladestukjes door. Klop tot alle chocolade gesmolten is. Laat de crème in een ijskoud waterbad afkoelen. De crème met plasticfolie afdekken en 4 tot 12 uur in de koelkast laten rusten.

Dan de massa in de ijsmachine doen en ongeveer een half uur  laten draaien tot het bevroren is. Je kunt het ijs meteen serveren of anders in een plasticdoos bewaren in de diepvries. Als je het ijs nog even wilt bewaren dek het dan eerst af met keukenpapier en haal het 15 minuten voor het serveren uit de diepvries zodat het niet al te hard bevroren is en de smaak beter tot zijn recht komt.

Van harte aanbevolen! Wij vonden het heerlijk!

© ellen.

Abrikozen-roomijs met lavendel…

 

IMG_2908Ergens in het voorjaar van 2016 kocht ik bij de Lidl een ijsmachientje. Zomaar in een opwelling; ijs maken leek me wel leuk. Het ding was beslist niet duur, ik weet niet meer precies wat ik er voor betaalde, maar veel was het niet. Thuisgekomen bleek dat de twee bekers die het apparaat bevat zeker 8 uur in de diepvries gezet moeten worden. Tja, zoals dat gaat, diepvries was ramvol, het apparaat verhuisde naar de kelder en ik dacht er niet meer aan, tot vorige week… Ik verblijf al bijna twee weken in ons stulpje in Luxemburg en omdat ik deze vakantie hier veel tijd zonder Paul of zonder vervoer zal doorbrengen besloten we een klein diepvrieskastje te kopen zodat ik niet zo vaak met de bus naar de Supermarché hoef te reizen en een voorraadje in het vrieskastje kan bewaren. Handig! Ik ben er blij mee. Meteen in de eerste week van mijn verblijf hier stegen de temperaturen tot ver boven de dertig graden en ik kreeg opeens zin in een koel ijsje. Maar ja, 20 kilometer met de bus reizen om een ijsje te kopen… Tja, toen bedacht ik dat ik nu een vriezertje hier heb dat nog niet helemaal vol is en thuis een ijsmachientje dat nodig eens uitgetest moest worden… Paul bracht het machientje maandag mee en vandaag heb ik er voor de eerste keer ijs mee gemaakt. IMG_2905

Bij het machientje werd een uitgebreide handleiding inclusief een paar slordige recepten geleverd. Daar had ik niet zoveel aan en dus ging ik op zoek naar boeken over ijs. Twee winkels hier doorzocht met enorme kookboekenafdelingen maar een boek over ijs, nop! Foodbloggers, een gat in de markt! Spring er in en schrijf over zelf ijs maken!

Ik maak af en toe pruimenijs naar een recept uit een boekje van Wina Born over cognac en armagnac. Ik beschreef het jaren geleden al eens. Maar ik heb dit recept nog nooit gemaakt met een ijsmachientje. Je moet het ijs dan telkens zelf omroeren om de massa een beetje luchtig te houden. Dat zou dit apparaat nu voor mij kunnen doen!

Omdat ik nergens een fatsoenlijk recept kon vinden heb ik zelf maar iets bedacht, ijs dat ik een paar jaar geleden eens at in Deidesheim (ik vond dat het lekkerste ijsje ooit) vormde de inspiratiebron. Abrikozen met een vleugje lavendel en wat room.

Het machientje bevat twee bekers waar per beker maximaal 300 ml vloeistof in kan. Dat komt neer op ongeveer vier bolletjes ijs per beker. Ik besloot voorzichtig te beginnen met één beker. Zet de bekers zeker acht uur voor je begint in de diepvries.

  • 120 gram abrikozen in stukjes gesneden
  • 70 ml volle melk
  • 60 ml slagroom
  • 30 gram poedersuiker
  • een piepklein drupje lavendelolie

Pureer de stukjes abrikoos met een staafmixer. Klop de slagroom stijf. Meng de rest van de ingrediënten door elkaar en laat het in de koelkast afkoelen tot een graad of vijf. Giet de massa in de ijsbekers. Laat de machine ongeveer 30 minuten draaien en, wonderbaarlijk, je hebt een heerlijk ijsje!

Kopje espresso er bij is prima!

© ellen.

Eten buiten de deur…

IMG_7955
Het heeft bijna een week moeten duren, maar vandaag at ik dan eindelijk Oeufs en Meurette. Vanaf het moment dat we in Bourgogne waren had ik er mijn zinnen op gezet, maar elke dag was er zoveel ander lekkers te kiezen…

We hebben een vast patroon ontwikkeld voor onze dagindeling. De ochtend begint met een pot koffie en een licht ontbijt. Daarna een ferme wandeling met de hond, het beest heeft er recht op. Dan trekken we de deur achter ons dicht en zwerven door de omgeving om vervolgens rond 13.00 uur neer te strijken bij een Bourgondische eetgelegenheid. We gebruiken daar onze warme maaltijd en we nemen er de tijd voor. In de middag bezoeken we nog eens een oude kerk, misschien twee of drie, om dan rond 16.00 uur te belanden op het terras van een café in het middeleeuwse centrum van Saint-Gengoux-le-National. De waard schenkt er een uitstekende witte wijn uit Saint-Véran. Na twee glazen dienen we op te breken, de hond heeft recht op een volgende wandeling. In de avond gebruiken we een lichte maaltijd thuis, brood, kaas, hapjes. We lezen onze lectuur en drinken witte wijn. Er volgt nog een klein ommetje met Jaros en dan zit de dag erop. Het lijkt allemaal wat cliché, maar het ontspant enorm, en je wordt er doodmoe van. Vakantie!

De maaltijden buitenshuis dienen liefst Bourgondisch te zijn, maar uitstapjes naar de nabije contreien mogen ook. Zo was er Bresse-kip met verse morieljes, in een saus van vin-jaune uit de Jura. En gekonfijte eend in mille-feuille met gebakken foie gras in botersaus. Wijngaardslakken, dat spreekt voor zich en het beste van het Charolesrund. Huisgemaakte paté wordt als voorgerecht aangeboden en kazen, recht van de boerderij, als toetje. Kortom: Bourgondië…

Zo’n stukje kaas wil ik na de maaltijd nog wel eens nemen, maar meestal is het teveel, ik krijg het niet op. Ellen evenwel, en geheel tegen haar gewoonte, snoept al de hele week zoete nagerechten. Taartjes, puddinkjes, ijs en koek.

Het ding van de foto is een tarte tatin, zo’n appeltaartje dat op z’n kop wordt gebakken. Het kwam vers, recht uit de oven, op haar bord. Gloeiend heet. Een bolletje huisgemaakt vanille-ijs erop. Ik mocht er een hapje van proeven, een moorddessert…

Over de wijnen, vooral de witte, kom ik nog te schrijven. Over de kazen waarmee we onze avondmaaltijd doorgaans vieren, ook. En ook over de terrines met duif, met eend, met slakken. Enfin…

Die Oeufs en Meurette van vandaag, dat waren misschien wel de lekkerste die ik ooit at. In alle simpelheid was elk onderdeel van het gerecht exact zoals het moest zijn. Niks teveel, niks te weinig, het klopte allemaal. En alleen de beste ingrediënten waren gebruikt. De mevrouw van het restaurant vertelde met gepaste trots dat haar kok al 45 jaar bij haar in dienst was. En door de tijd had hij zijn gerechten almaar vervolmaakt. Dat gold voor mijn Oeufs en dat gold voor Ellen d’r Bresse-kip

© paul

Taarten met Lemmoncurd…

lemmoncurd pie
Je kunt de lemmoncurd die ik deze week maakte op allerlei manieren verwerken; als tussenlaag in cake of ander gebak, als smeersel op eigengebakken krentenbrood, vulling voor soezen, noem maar op. Ik gebruikte een deel van de lemmoncurd om er een taartje mee te vullen en ook dat kan weer op verschillende manieren; in de oven even bakken zodat je een knapperig korstje krijgt, of de lemmoncurd gewoon op het gebak strijken en zo serveren. Ik kon niet kiezen zondag en maakte van beide varianten wat.

Ik gebruikte voor de bodem fonceerdeeg á la Bakker Holtkamp. Ik maak dat meestal in een dubbele hoeveelheid en vries dan de helft in. Mits je het zorgvuldig in plastic verpakt blijft het deeg dan wel een paar weken goed. Handig voor de volgende taart, dan hoef je alleen het deeg uit de vriezer te halen en te laten ontdooien! Ik gebruikte de helft van het deeg voor twee kleine gebakjes met een doorsnee van 10 cm en één taartbodem met een doorsnee van 22 cm. De rest van het deeg ligt in de diepvries te wachten tot de volgende keer.

  • Voor het deeg:
  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 250 witte basterdsuiker
  • een snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 500 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder

Meng de boter, de basterdsuiker, het zout, het ei en het water. Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor tot je een mooi egaal deeg hebt. Laat het deeg verpakt in plasticfolie een paar uur rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

lemmoncurd pie

De grote taart maak je als volgt: vet een vlaaibodem doorsnee 22 cm in.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 3mm. Vet de vorm in en bekleed de bodem en de rand met het deeg. Leg een cirkel vetvrij papier op de deegbodem en leg er een noodvulling op. Ik gebruik hiervoor gedroogde boontjes. Je kunt de boontjes meerdere keren gebruiken. In de groothandel zijn ook echte ‘blindbak paletten’ te koop maar met boontjes gaat het prima. Bak de bodem 20 minuten. Haal de bodem uit de oven en verwijder de noodvulling en het bakpapier. Laat even uitwasemen bij kamertemperatuur. Draai de oventemperatuur terug tot 180 graden. Smeer een dikke laag lemmoncurd op de bodem van de taart en strooi er lichtjes wat poedersuiker over. Zet de taart dan nog 20 minuten in de oven tot de lemmoncurd een mooi lichtbruin korstje heeft.

De kleine taartjes maak je zo;

Vet kleine vormpjes goed in en bekleed ze met het uitgerolde deeg. Leg bakpapier op het deeg en wat boontjes of iets anders ter verzwaring. Bak de taartjes 25 minuten op 180 graden. Laat ze afkoelen en vul ze dan met de lemmoncurd.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.

 

Lemmoncurd

 

lemmoncurd
Ik hang alweer een paar dagen met een pijnlijke voet op de bank en nu het wat beter gaat wilde ik vandaag eindelijk weer eens naar buiten gaan. Maar helaas, het regent en waait het alsof het herfst is. Niet erg aantrekkelijk voor een wandelingetje. Wat dan te doen op een druilerige zondagmiddag; juist, taart bakken! Maar eerst de vulling. Er waren nog veel biologische citroenen in huis, dus lemmoncurd leek me een goed idee.

Gebruik voor deze lemmoncurd onbehandelde citroenen, liefst biologische citroenen.

Om zoveel mogelijk van de etherische olie uit de schil te halen moet je de citroen raspen met een suikerklontje! Wrijft met een suikerklontje over de schil van een citroen. Boen zo de hele schil af. De citroenolie lost het klontje op.
Rasp boven de kom en gebruik zowel de suiker als de citroenolie.

Lemon curd;
2 grote citroenen
240 gram suiker én een stuk of vijf suikerklontjes om de schil van de citroen te bewerken
4 grote eieren
125 gram boter

Doe de suiker in een kom, pers de citroenen uit en voeg het sap erbij. Rasp de schil van de citroenen met de klontjes suiker boven de kom. Als één klontje op is neem je een nieuw. Ga zo door tot je zoveel mogelijk citroenolie uit de schil geraspt hebt.
Roer alles goed om.
Als alle suiker opgelost is mogen de eieren er één voor één bij.
Zet de kom au bain Marie, roer met een garde of met de mixer op de laagste stand.
Voeg de boter toe als de massa wat warm wordt en blijf roeren tot alle ingrediënten een mooi mengsel vormen dat eruit ziet als dikke honing.
Haal de kom dan van het vuur en blijf roeren tot de curd is afgekoeld.
Schep de curd in een glazen pot. Je kunt deze lemmoncurd in de koelkast zeker 2 weken bewaren.

© ellen.

 

Chocolademousse met cointreau

IMG_3260chocolademousse met cointreau
Gisteren maakte ik Pulled Pork, ik beschreef hoe ik het vlees klaargemaakte, maar nu hier eerst het dessert.
Op zaterdag kook ik meestal iets speciaals, ik probeer nieuwe gerechten uit. Het Kind met haar Kruimel, echtgenoot Andy, De Jongste Bediende en vriendin Marleen willen mijn experimenten altijd wel proeven. We drinken wat, we kletsen wat en genieten van een mooie maaltijd. Deze zaterdag schoven ook Maartje en Walter aan aan  tafel. Walter kent een plaatselijke jager en wordt ieder seizoen ruim bedeeld met de opbrengsten van de jacht. Zo ruim dat wij regelmatig ook een deel mogen ontvangen. Twee diepgevroren fazanten, een paar wildworstjes en nog wat Italiaans edelhert, lekker! Daar lees je hier binnenkort meer over.

Reden genoeg dus om te zorgen voor een goede maaltijd met een mooi dessert. Het dessert is hier altijd een beetje ondergeschoven kindje. Wij eten vaak kaas als dessert en als ik dan eens iets zoet maak als naspijs vergeet ik foto’s te maken en schrijf er vervolgens ook maar niet meer over.

Omdat het Kind tijdens haar zwangerschap een aantal keren moest passen voor ‘gevaarlijke’ gerechten zoals Tiramisù (alcohol en rauwe eieren) besloot ik haar nu maar eens te verwennen met haar lievelingsdessert; Chocolademousse, mét rauwe eieren en drank!

Niet voor zwangere vrouwen dus! Wel lekker. Ik paste een oud recept aan maar had niet goed gekeken. Ik dacht dat er stond voor vier personen en verdubbelde de hoeveelheid. Ik vond het wel erg veel voor acht personen. Vanmorgen nog eens gekeken en toen bleek dat het recept voor 6 personen bedoeld was! Nou ja, iedereen vond het een heerlijk mousse. De verhoudingen waren prima en er zijn een paar porties overgebleven die vandaag gretig opgesnoept worden. De hoeveelheid hieronder is dus voor 12 personen maar gewoon de helft van alles nemen kan ook. Dan heb je een mooi dessert voor 6 chocohollics.

  • 300 gr pure chocolade
  • 8 eiwitten
  • 4 eidooiers
  • 2 eetlepels poedersuiker
  • 300 ml slagroom
  • 1 scheutje Cointreau of Grand Marnier.

Smelt de chocolade au-bain-marie. Klop de eidooiers met de poedersuiker tot een romige, schuimige massa.  Laat de gesmolten chocolade intussen afkoelen tot 50 graden. Klop de slagroom stijf. En dan in een andere, brandschone kom ook de eiwitten stijfkloppen. Een enorme hoeveelheid afwas dus, dat wel…

Voeg eerst de geklopte eidooiers en een scheutje Cointreau  bij de afgekoelde chocolade. Dan voorzichtig, beetje bij beetje de slagroom bij het chocolademengsel voegen. Probeer te mengen zonder al te veel te roeren.  Meng dan heel voorzichtig de geklopte eiwitten door de chocolademassa. Niet kloppen of mixen, dan sla je alle lucht eruit. Gebruik liefst een lepel met een gat en ‘vouw’ de eiwitten door de massa. Als alles mooi egaal gemengd is schep je de mousse in kleine schaaltjes of kopjes. Laat de mousse in de koelkast opstijven.

IMG_3275chocolademousse met cointreau
Wij dronken er nog een klein glaasje Cointreau bij en vergaten de espresso.
© ellen.