pasteitje met ragout van mosselen en kabeljauw

Pastei van witvis en mosselen...

Wij eten mosselen meestal heel simpel; snel gekookt met wat prei en ui, zelfgemaakte mayonaise erbij en wat brood of een paar frietjes. Niks mis mee. Van een twee-kilo verpakking houden we altijd mosselen over die we dan de volgende dag voor de lunch even bakken in wat boter. Lekker, maar we wilden wel eens iets anders. Tegenwoordig bieden vishandelaren ook wel verpakkingen van 1 kilo mosselen aan en dat is dan voor ons net genoeg. Dit keer waren de verpakkingen van één kilo op en ik besloot het restant van de mosselen nu eens anders dan anders te verwerken, een mooie blanke ragout, daar hadden we zin in.

  • Voor vier personen
  • ongeveer 300 gram mosselen, gekookt en uit de schelp gehaald
  • 300 gram kabeljauwfilet in niet te kleine stukken gesneden
  • 1 sjalot, heel fijn gehakt
  • 40 gram boter
  • 60 gram bloem
  • ongeveer 3 dl kookvocht van de mosselen
  • een scheutje witte wijn
  • een scheutje room
  • wat citroenrasp
  • peper en zout
  • wat fijngehakte peterselie
  • scheutje tabasco
  • 4 pasteibakjes

Verwarm de boter en smoor daarin de sjalot even aan. Voeg de bloem toe en laat die even zachtjes meebakken. Blus af met een scheutje witte wijn. Voeg dan zoveel mosselvocht toe tot je een mooie gebonden massa krijgt. Een scheutje room erbij en de citroenrasp en gehakte peterselie. Dan de stukjes vis toevoegen en de mosseltjes. Even goed doorwarmen en verder op smaak brengen met peper en zout en eventueel een scheutje tabasco. De vis is vrijwel meteen gaar. Bak intussen de pasteibakjes in de oven tot ze mooi knapperig zijn.

Mosselen van gisteren...

Vul de pasteibakjes met de romige ragout en serveer met een groene salade. Kopje espresso toe!

© ellen.

Lamsvlees met ansjovis en kappertjes

Lamsstoofpot met boontjes en tomaten uit de oven...

Het verzetten van de klok is hier in huis dit keer zonder incidenten verlopen. Dat is wel bijzonder want het wil nog wel eens helemaal verkeerd uitpakken. Even snel achteruit als het vooruit moet zijn is hier al vaker gebeurd, met alle gevolgen van dien. We belandden dan zomaar in een geheel vervreemdende tijdszone. Maar goed, dit keer verliep alles vlekkeloos, zelfs de klok in de auto staat nu weer op de juiste tijd. Alleen Hond Jaros moet nog even wennen. Hij krijgt zijn avondeten altijd stipt om half zes, wordt het soms iets later dan maakt hij ons dat met veel gedoe wel even duidelijk. Dat begint met zachtjes duwen tegen mijn arm, een likje over mijn hand, zo van: Hé, let eens op mij, ik ben er ook nog’. Als dat niet werkt gaat hij met zijn speelgoed smijten en laat dat baldadig piepen, en als dat ook nog niet werkt dan duwt hij zijn etensbak over de keukenvloer, net zo lang tot wij er helemaal genoeg van krijgen en naar de kelder afdalen om zijn brokken te halen. Tja, het beest weet feilloos wanneer het half zes is, maar als je dan die klokken gaat verzetten is hij toch een paar dagen van de wap. We ‘middelen’ nu maar een beetje. We zijn nu op kwart over vijf als juiste tijd. Dat gaat nét.

Veel mensen hebben een hekel aan de wintertijd, ik niet. Ik vind het ook wel weer heel gezellig; kaarsjes aan, rode wijn in plaats van koele witte, tijd voor stoofpotten en gevulde soepen en uitgebreid koken. Zeker nu we onze contacten zoveel mogelijk moeten beperken is het heel fijn om de lange winteravonden te delen met die paar vrienden die we nog kunnen zien. Samen lekker te eten en de laatste nieuwtjes uit te wisselen. Zondag aten we samen met Jan en Ans. Zij waren afgelopen maand in Italië en brachten een pakket met allerlei lekkers en mooie verhalen voor ons mee. In het pakket onder andere een potje truffeltapenade. Dat leek me een prima start voor ons etentje samen; verse pasta met truffeltapenade en een scheutje mooie olijfolie, meer moest dat niet zijn. Daarna lamsvlees met ansjovis en kappertjes, een klassieker hier in huis die toch wel weer eens beschreven moest worden.

Voor vier personen:

  • 1 kilo lamsvlees (van de bout of schouder, zonder bot, in dobbelstenen gesneden)
  • wat olijfolie of boter
  • 2 uien fijngesneden
  • 3 teentjes knoflook, even pletten en fijnhakken
  • 1 laurierblad, 2 stukjes foelie, 4 kruidnagels, peper
  • 1 klein glas witte wijn, eventueel wat bouillon
  • 1 biologische citroen in kleine partjes gesneden
  • 1 eetlepel kappertjes ( even het zout eraf spoelen)
  • 4 ansjovisjes, fijngehakt
  • 125 ml room
  • een handvol verse basilicum

Verhit de olie in een grote braadpan en bak daarin de ui met de knoflook lichtbruin. Haal ze uit de pan en bak in dezelfde pan het lamsvlees even aan. Voeg ui en knoflook weer toe en blus af met de wijn. Doe nu de kruiden erbij en laat het geheel ongeveer 1 uur zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe.
Doe er dan de partjes citroen, de ansjovis, basilicum en kappertjes bij en proef of er eventueel wat zout bij moet. Voeg dan de room toe en laat de saus nog tien minuten inkoken.

Wij aten er boontjes bij met spek en gegrilde tomaatjes uit de oven.

Als dessert Salame di Cioccolato en natuurlijk een kopje espresso. Maar daarover later meer!

© ellen.

Kruisbessentaart…


Wij wonen zoals je misschien wel weet, in een dorp in Brabant. Er is hier volop, of eigenlijk véél teveel landbouw en veeteelt. Varkens, kippen, nertsen, prei asperges, aardbeien, noem maar op, we fokken en telen het hier, hoewel die nertsen nu geloof ik wel allemaal weg zijn… Je zou dan denken dat het aanbod van verse groenten hier ook prima zou zijn, helaas is dat niet zo. Ja, prei is overal te koop en de asperges en aardbeien zijn op een aantal plaatsen bij de telers aan huis te koop maar daar houdt het dan ook wel een beetje op. Voor verse doperwtjes moeten we naar de markt in de stad, laat staan kapucijners, rode en zwarte bessen en kruisbessen. Raar toch eigenlijk? Deze week had ik mijn zinnen gezet op verse tuinboontjes. Die bij Appie zagen er niet uit, niet vers en te duur ook nog. De boerderijwinkel was dicht, tja en dan houdt het op. We besloten er dan maar een dagje uit van te maken en voor het eerst sinds de Coronacrisis de grens naar Duitsland over te steken. Nét over de grens, in Uedem is een grote verswinkel; de Bauernmarkt Lindchen. Groenten, fruit en wat vleeswaar van prima kwaliteit, deels bio worden er verkocht tegen zéér redelijke prijzen. We kochten er de eerste cantharellen, kraakverse tuinboontjes, een kruidenpakketje voor de Grüne Sose, mooie abrikozen en een bakje met kruisbessen. Kruisbessen, ook zoiets wat je hier nog zelden in de groentenwinkels kunt kopen. Er ligt een keur aan tropisch fruit uit verre landen maar bessen zijn in onmin geraakt; vergeten fruit dus. Toch erg lekker. Ik maakte een taartje met deze kruisbessen.

Voor het deeg;

  • Fonceerdeeg:
  • 250 gram basterdsuiker
  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 500 gram patent bloem
  • snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 10 gram bakpoeder

Meng de zachte boter, de basterdsuiker, het zout , het ei en het water.
Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor.
Laat het deeg voor gebruik enige uren rusten in de koelkast. Rol het deeg dan uit en bekleed er de ingevette bakvorm mee. Vries het deeg dat je niet gebruikt verpakt in folie in.

  • Voor de vanillepudding:
  • 2 eidooiers
  • 50 gram suiker
  • 25 gram vanillepuddingpoeder
  • 2,5 dl melk

Doe de dooiers met de suiker in een mengkom en klop tot het mengsel schuimig en zachtgeel is. Voeg het puddingpoeder toe en meng goed. Verwarm de melk in een steelpan tot het kookpunt. Schenk een beetje van de melk bij het dooiermengsel en klop goed los. Giet dat dan bij de rest van de hete melk. Meng goed en laat de pudding op een zacht vuurtje even doorpruttelen tot je een mooie gebonden massa hebt. Haal de pan dan van het vuur en laat even afkoelen.

  • en verder een paar lepels aardbeienconfiture
  • 500 gram kruisbessen
  • wat poedersuiker

Was de kruisbessen en pluk de steeltjes en de kroontjes er af. Bestrijk de deegbodem met een laagje aardbeienconfiture. Giet daarop de pudding en strijk mooi glad af. Bedek de pudding met de kruisbessen. Bak de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven op 175 graden. Laat de taart even afkoelen en bestrooi met poedersuiker.

Heerlijk met een kopje espresso!

© ellen.

Boonburger van Soissonsbonen met daslook

Burger van Soissonsbonen...

Paul schreef hoe we deze zomer onbedoeld in het Franse plaatsje Soissons belandden. Hij vernoemd in dat stukje terloops de beroemde bonen die in dit stadje en haar omgeving gekweekt worden. Heel terloops, want eigenlijk waren die bonen de aanleiding tot het hele verhaal, maar ja, zoals dat gaat met een verhaal… Je begint hier, en eindigt… tja. Het kwam eigenlijk zo: Lizet Kruyff schreef een artikel op haar website over de bonen van Soissons. Ze geeft daarin een ook recept met deze bonen. Het recept is van Lise Bèséme-Pia, uit het boek
“La Cuisine rustique de la Champagne”, uit 2004. Het is een vrij ‘kaal’ recept. Zonder al te veel opsmuk worden de bonen verwerkt tot ‘galettes’, een soort bonenkoekjes dus. Lise noemt ze ‘galettes Clovis’ naar de Frankische vorst Clovis, (466-511). Clovis is behoorlijk populair in en rondom Soissons. Je komt hem bij wijze van spreken op iedere hoek van de straat tegen.

Clovis...

Maar goed, nu dwaal ik ook af, het recept van Lise :


Galettes Clovis
Neem een flinke kop witte bonen van Soissons en laat die 12 uur weken in ruim water. Laat ze daarna in licht gezouten water gaar koken zodat je ze kunt pureren. Doe de bonen in een kom met een geweekte boterham en een vers ei en pureer ze tot een glad ‘deeg’.  Rol dit uit op een met paneermeel bestrooid werkvlak tot vingerdikte. Steek met een glas rondjes uit (zal dat hier een champagneglas zijn?), wentel die in bloem of paneermeel en bak ze in ruim boter aan beide kanten goudbruin. Strooi er fijngehakte peterselie over.

Nu hebben wij natuurlijk toen we Soissons bezochten een zakje van die beroemde bonen gekocht en tijdens deze Coronacrisis hebben we tijd genoeg om recepten uit te proberen, bonen te weken en uitgebreid te koken. Ik besloot dus de galettes te maken volgens het recept van
Lise Bèséme-Pia. Nou, dat werd bijna een mislukking! Ik weekte de bonen 12 uur en kookte ze daarna in licht gezouten water met de toevoeging van wat kruiden; takje tijm, wat laurierblad en een takje salie en een ui. Bij het pureren ging het mis. Het werd, ook na toevoeging van de geweekte boterham en het ei, zo’n vaste massa dat de staafmixer niet meer verder wilde. Bovendien smaakte de puree saai en droog. Het moest anders dus. Ik wilde de massa minder saai en sappiger. Ik besloot er ‘boonburgers met daslook’ van te maken. Voor daslook is het nu de tijd. Wij hebben een paar plantjes in onze tuin staan maar je kunt het ook vinden in parken en bossen. Hieronder dus het recept zoals ik de bonen uiteindelijk verwerkte. Wij vonden ze erg lekker deze ‘boonburgers’.

Haricot de Soissons...
  • 250 gram Soissons bonen of andere gedroogde grote witte bonen
  • laurier, tijm, salie en 1 ui
  • wat zout
  • 3 eieren
  • 1 snee oud witbrood, geweekt in wat melk
  • 1 scheut olijfolie
  • 1 flinke handvol daslook, fijngesneden
  • bloem, losgeklopt ei en paneermeel
  • olie om in te bakken

Week de bonen 12 uur en kook ze dan in schoon water met het laurierblad, de salie tijm en ui in ongeveer anderhalf uur gaar. (de gaartijd van de bonen kan nogal verschillen, gewoon proeven) Giet de bonen af en voeg het geweekte brood, de eieren, de olijfolie en het daslook toe en mix met de staafmixer tot een mooie luchtige puree. Laat de puree goed afkoelen in de koelkast en vorm er dan ‘burgers’ van. Wentel de burgers door de bloem, losgeklopt ei en paneermeel. Bak ze dan in wat olie mooi bruin. Serveer met een frisse groene salade.

Zo kwam het toch nog helemaal goed met die bonen uit Soissons! Een mooi vegetarisch gerecht! Kopje espresso toe!

© ellen.


Kleine taartjes, met chocoladeganache met gember en ganache van vruchtenchocolade

kleine taartjes

Nu we toch allemaal binnen moeten blijven is er tijd genoeg om te bakken en uitgebreide maaltijden klaar te maken. recepten genoeg op deze site. Ik ging verder met de Kleine taartjes. Ik schreef het hier al. Het deeg is altijd hetzelfde. De baktijd varieert. Deze taartjes met een vulling van chocolade ganache met gember worden na het bakken gevuld. Ze hebben dus een veel kortere baktijd. Je moet ze ‘blind’ bakken. Dat is wel even gepriegel met die kleine vormpjes. Het recept voor het deeg is voor 12 taartjes. De recepten voor de vulling zijn steeds voor 6 taartjes zodat je met een portie deeg twee verschillende soorten taartjes kunt bakken.

Kleine taartjes blind bakken....

Bekleed de ringen of bakvormpjes met het deeg. Prik met een vork wat kleine gaatjes in de deegbodem. Knip van bakpapier kleine rondjes en leg daarop de blindbakparels of gebruik gedroogde bonen. Bak de taartvormpjes dan 15 minuten op 170 graden. Laat de bodems afkoelen en maak intussen de ganache:

  • 80 gram room
  • 10 gram verse gember in kleine stukjes
  • 125 gram pure of melkchocolade (40 % vaste cacaobestanddelen
  • 2 gram gezouten boter
  • 20 gram gekonfijte gember in piepkleine stukjes gehakt

Breng de room met de gember en de honing aan de kook. Haal de pan van het vuur en laat dit ongeveer 20 minuten afgedekt trekken. Smelt de chocolade au bain Marie of in de magnetron. Verwarm de room opnieuw en giet bij de gesmolten chocolade. Roer met een pannenlikker in het midden van de kom tot alles mooi gemengd is. Voeg het klontje boter tot en vul de taartbodems. Garneer met een stukje gekonfijte gember of met gesuikerde gemberblokjes.

Kleine taartjes...

Voor deze ganache gebruikte ik vruchtenchocolade Delicata, Ruby Rood Fruit, eigen merk AH. Cacaobestanddelen tenminste 40 %

  • 180 gram Ruby Rood Fruit chocolade
  • 90 gram room
  • 12 gram honing

Hak de chocolade in stukjes en smelt ze au bain Marie of in de magnetron. Breng de room met de honing aan de kook en roer met een pannenlikker vanuit het midden tot alles mooi gemengd is. Giet de ganache in de deegbakjes.

Heerlijk met een kopje espresso!

© ellen.

Kleine taartjes; tijdverdrijf voor wie binnen moet blijven

kleine taartjes

We kunnen hier natuurlijk net doen alsof er niets aan de hand is maar we bevinden ons toch echt in een wereldwijde crisis. Corona beheerst ons leven. Voor de één wat meer ongemak dan de ander, maar allemaal ondervinden we op z’n zachts gezegd grote hinder van de omstandigheden. Kinderen thuis, opa’s en oma’s zonder bezoek. Vrienden op afstand, geen geknuffel, nou ja, noem maar op. En dan heb ik het maar even niet over de mensen in de zorg en de bestuurders van ons land. Moeilijk allemaal. Wij hier op het Ministerie blijven zoveel mogelijk thuis. Wij behoren tot de risicogroep en gaan het allemaal niet nog erger maken dan het is. We moeten ons dus thuis zien te vermaken. Eigenlijk gaat dat hier best redelijk; we lezen allebei graag, kijken af en toe een goede film, spelen een spelletje Wordfeut en maken een praatje met kleinzoon Jop via de App. Jop, 5 jaar, kreeg via de mail ‘huiswerk’ van zijn juf. Een bladzijde vol taaktje voor een hele week. Binnen een halve dag had hij alle taken volbracht. Zo, en nu… Tja, zie die kinderen maar bezig te houden. Misschien een idee om samen koekjes of taartje te gaan bakken? Ik maakte vandaag twaalf kleine taartjes naar ideeen uit “Kleine taartjes” van Meike Schaling. Ik schreef er hier al eerder over. Het leuke van dit boek is dat het vooral ideeën geeft. De bodem is altijd hetzelfde deeg, met de vulling kan je eindeloos variëren. Je kunt ook prima koekjes bakken met dit deeg. Dan rol je het simpel uit en steek er met een vormpje leuke figuurtjes uit. Het deeg is genoeg voor 12 kleine taartjes van 6 cm doorsnee. Je kunt ringen gebruiken zoals in het boek beschreven maar heb je die niet dan kan het ook goed met cupcake vormpjes.

Het deeg:

  • het deeg
  • 120 gram bloem
  • 50 gram poedersuiker
  • 20 gram amandelmeel (ik maal zelf amandelschilfers in de blender. Dat gaat prima en is goedkoper dan amandelmeel)
  • mespuntje zout
  • 75 gram koude boter
  • 1 biologisch ei, losgeklopt
  • siliconen cupcake vormpjes of ringen van 6 cm doorsnee

Doe de bloem, poedersuiker en het amandelmeel en zout in een kom. Breek de koude boter in kleine stukjes en verdeel die over de droge ingrediënten. Wrijf net zolang tot er een kruimelige massa ontstaat. Voeg dan een eetlepel van het geklopte ei toe en meng  de deegmassa tot een samenhangende bal. Is het deeg nog te droog dan voeg je wat ei toe. Wordt het deeg te nat dan voeg je wat bloem toe. Kneed het deeg losjes tot een mooie bal en verpak die in plasticfolie. Laat het deeg zeker een uur rusten in de koelkast. Het deeg voor deze kleine taartjes is altijd hetzelfde. Ik dacht eerst dat het veel te weinig deeg was maar de hoeveelheid blijk prima te kloppen.

Nadat het deeg gerust heeft en gekoeld is kneed je het nog een keer door en rol je het uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een lap van ongeveer 3 mm dik. Gebruik een uitsteekvorm van 9 cm doorsnee. Steek rondjes uit en vul de vormpje met het deeg. Prik een paar gaatjes in de bodem.

Ik maakte 6 taartjes met amandelcreme en frambozen. en 6 met chocolade. Ik zal de chocoladetaartjes in een apart artikel beschrijven. Dat lijkt me duidelijker. Ik gebruikte diepvries frambozen. Die had ik nog en we gaan nu even geen onnodige boodschappen doen.

  • 50 gram amandelmeel (in het boek worden de amandelen eerst nog eens in de oven geroosterd, daar was ik te lui voor. Het zal ongetwijfeld meer smaak geven)
  • 1/2 vanillepeul
  • 50 gram boter op kamertemperatuur
  • 50 gram poedersuiker
  • 1biologisch ei
  • 5 gram maizena

Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap met een mes het merg er uit. Roer de boter zacht en romig. Voeg het vanillemerg, de poedersuiker en het amandelmeel toe en roer alles tot een gladde massa. Klop dan met een garde het ei en de maizena erdoor.

Schep een flinke eetlepel  amandelcreme in de deegbakjes. Leg in elk deegbakje 3 á 4 frambozen en bak de deegbakjes dan in een op 170 graden voorverwarmde oven ongeveer 25 minuten. Laat de taartjes afkoelen en bestrijk ze met wat verwarmde confiture (Framboos of bessen, maakt niet uit).

Een fijn klusje op een druilerige middag! Prima om de tijd te verdrijven met een stel hangerige kinderen.

Kopje espresso erbij!

© ellen.

Stoofpot met linzen, chorizo en pikante broodcroutons…

Linzenschotel met chorizo en pikante croutons...

Paul schreef het al; het eten en genieten daarvan gaat hier gewoon door. Er is een enkele beperking wat betreft het gebruik van zout. Wij gebruikten nooit erg veel zout maar nu is het zaak nog minder te gebruiken. Ik val je daar verder niet mee lastig beste lezer. Wij gebruiken nog maar spaarzaam zout, gebruik zelf wat je lekker en gezond vindt. Ik geef daar verder geen aanwijzingen voor.

Dit linzengerecht vond ik in het boek “De keuken van Spanje en Portugal” van Elisabeth Luard. Alweer een ‘oudje’, uitgegeven in 2005, maar ik mag er, zeker op sombere regenachtige dagen, graag nog eens doorbladeren om wat inspiratie op te doen. Meer dan inspiratie was het dit keer ook niet. Het recept dat me wel aantrok veranderde al doende in iets heel anders. Het was oorspronkelijk een winterse potage, het werd bij mij een stoofpot die je zelfs als salade zou kunnen eten.

  • voor vier personen
  • 150 gram groene Puy linzen *)
  • 200 gram zachte, pittige chorizo, in blokjes of dunnen plakjes gesneden (bewaar een paar plakjes voor de garnering)
  • 1 eetlepel seranoham, gesnipperd of in blokjes
  • 1 flinke ui, in kleine stukjes gesneden
  • 4 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 stengel bleekselderij, in kleine blokjes
  • 1 rode puntpaprika, in kleine stukjes gesneden
  • 2 rijpe tomaten, ontveld en in kleine blokjes
  • 1/2 theelepel gekneusde zwarte peperkorrels
  • 1/2 theelepel korianderzaad
  • 1 laurierblad
  • 2 á 3 kruidnagelen.
  • voor de garnering:
  • twee aardappelen, geschild en in kleine blokjes gesneden
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 dikke sneden oud, stevig witbrood in grove blokken
  • wat gerookte paprikapoeder, ik koos voor de pittige variant. Er is ook mild verkrijgbaar.
  • een flinke handvol rucola

Was de linzen en doe ze samen met de rest van de ingrediënten met ongeveer 500 ml water in een pan. Breng aan de kook en laat het geheel op een laag vuur ongeveer 20 minuten stoven. Voeg dan de aardappelen toe en kook tot ze gaar zijn. Als het goed is is het kookvocht zo ongeveer verdampt.

Verwarm intussen de olijfolie en bak daarin de broodcroutons bestrooid met het paprikapoeder en de overgebleven plakjes chorizo.

Schep de massa op een mooie schaal en schik er de croutons en de rucola over. Winters en tóch Zon op je bord!

*) Ik gebruikte een uitstekende kwaliteit Puy linzen, de kooktijd is dan ongeveer 30 tot 40 minuten. Soms als linzen wat ouder zijn of van mindere kwaliteit zal het wat langer duren voor ze gaar zijn. De kooktijd is dus een indicatie. Proef gewoon even tussendoor en voeg de aardappelstukjes toe als de linzen bijna gaar zijn.

Kopje espresso toe, met een paaseitje!

© ellen.

Eenvoudige spaghetti met cantharellen…

Spaghetti met cantharellen...

Ik maak het artikeltje eigenlijk omwille van de foto. Die foto geeft namelijk zo aardig weer wat ik van dit gerechtje vind: majestueus vind ik het, niet meer en niet minder!

Echt waar, iedere keer wanneer ik de foto tegenkom (en dat is vaak) nemen mijn speekselklieren een loopje met me. Ik krijg er een acute lust tot eten van, ik bibber een beetje, ik duik onverhoeds in koelkast of voorraadkast en grabbel naar wat op dat moment het smakelijkst schijnt. Altijd fout natuurlijk…

Enfin, een simpelere (en smakelijkere) pastaschotel is nauwelijks denkbaar. Het gaat over cantharellen, sjalotjes, room, blokjes ham, nootmuskaat, peterselie, peper, zout en een scheut olijfolie (of een lik roomboter, dat is aan jou). En natuurlijk ook pasta. Da’s écht alles! En hoe je de paddenstoelenragout maakt wist je intussen zelf al wel lezer. En zo niet dan klik je maar op de verwijzing onder dit artikel. ( Het recept kan met alle voorkomende paddenstoelen gemaakt worden, cantharellen blijven mijn voorkeur houden.)

Al vaker vertelde ik je over het volk van Rome dat ervan overtuigd is dat pasta met té ingewikkelde en té prijzige ingrediënten tot niks leidt. Geldverspilling, vinden ze, en je proeft de kapitaalinjectie in ingrediënten nooit terug in het eindproduct. Dus houd het goedkoop en simpel!

Het volgende verhaal uit de Italiaanse volkscultuur maakt die overtuiging nog eens duidelijk, we lazen het in het Italiëboek van Onno Kleyn.

Het belangrijkste personage uit de Commedia dell’arte, namelijk Pulcinella (zoiets als onze Jan Klaasen), wordt op enig moment tot koning uitgeroepen van een of ander staatje. Hij vindt het allemaal prima tot duidelijk wordt dat zijn nieuwe status met zich meebrengt dat hij geen ordinaire, simpele pasta meer zal mogen eten. Onmiddellijk ontdoet hij zich van de soevereine status, luid schreeuwend: Mò me sprincepo! (Ik ontprins me!)

© paul

Gevulde speculaas.

IMG_0221

Tsja, het leven gaat gewoon door, of je nu even uit de running bent of niet: de klok staat weer op Wintertijd, de dagen worden korter, de kaarsjes en de verwarming gaan aan. Sinterklaas arriveert per trein of boot, kinderen maken verlanglijstjes…

Voor mijn gevoel heb ik een stukje overgeslagen. Eind september: We waren op vakantie, het was nog steeds mooi warm weer. Slippertjes of sandaaltjes zonder sokken, zomerkleding, fijne avonden buiten met een mooi glas wijn… En dan opeens is dat alles voorbij en zit ik hier met een dikke trui aan achter de computer…

Paul schreef al over het gedoe met mijn gezondheid en de vervelende ongemakken die de afgelopen maanden over mij heen denderden. Ik ga daar verder niet veel meer over schrijven maar het gaat langzaam vooruit en het heeft allemaal veel tijd nodig. Het was heel fijn om van zoveel mensen bemoedigende berichtjes te krijgen; kaarten, bloemen, bezoekjes, telefoontjes, appjes en berichten op Facebook en praktische hulp. Fijn, dank jullie wel, het doet mij goed te weten dat zoveel mensen met ons meeleven!

Afgelopen vrijdag mocht ik voor het eerst wat testen doen. Een fietstest is dan één van de beproefde oefeningen om te kijken hoe het herstellend vermogen is. Dat ging naar omstandigheden redelijk goed. Ik heb mijn hele leven al een gruwelijke hekel aan fietsen en zelfs dat is bespreekbaar bij de Cardioartsen; volgende keer mag ik wandelen in plaats van fietsen! Voor mij was nog veel belangrijker dat onze kleinzoon Jop die nacht voor het eerst weer bij ons kwam logeren en dan ook nog de volgende dag samen met ons de Sinterklaasintocht op de televisie kijken. Een hele goeie reden om weer eens te gaan bakken; speculaas voor Kind en Sint! Met een klein beetje hulp van Jop; gevulde speculaas;

  • 160 gram lichte basterdsuiker
  • 140 gram roomboter
  • 20 gram water
  • 275 gram bloem
  • 20 gram speculaaskruiden
  • 5 gram bakpoeder
  • 1 losgeklopt ei
  • amandelen om te garneren
  • (eventueel een snuifje zout, ik gebruik even geen zout, dus ik liet dat weg. Kan ook)
  • 400 gram amandelspijs

Meng de suiker met de boter, het water en eventueel zout. Meng dan de gezeefde bloem, de speculaaskruiden en het het bakpoeder erdoor. Laat het deeg zo, verpakt in vershoudfolie, een paar uur in de koelkast rusten zodat de smaken de kans krijgen om goed in te trekken.

Verwarm de oven voor op 160 graden. Rol het deeg, samen met (klein-) kinderen, uit tot een grote lap van ongeveer 3 mm dik. Snijd het deeg in twee gelijke stukken. Leg één stuk op een met bakpapier beklede plaat. Meng de amandelspijs met de helft van het losgeklopte ei en rol het voorzichtig uit tot de grootte van de deegplak. Leg de spijs op het deeg en dek af met de tweede deegplak. Druk de randen goed aan en bestrijk de bovenkant met de rest van het losgeklopte ei. Versier met de garneeramandelen. Bak de speculaas ongeveer 40 tot 45 minuten in de oven. Hmmm, die geur… het wordt winter…

Lekker met een kopje espresso!

© ellen

 

Spaghetti vongole, troosteten voor een rommelig begin van onze vakantie.

Spaghetti vongole...

We zouden naar Bourgondie, zo’n tien dagen vakantie in een mooi huisje in Joncy was ons doel. Zoals meestal startten we deze korte vakanties in Luxemburg. Een paar dagen in ons huisje aldaar. Wat boodschapjes doen, wat spullen verzamelen om mee te nemen, wat rondrijden en wat bijkletsen met de mensen uit het dorp, zoals dat gaat. Zaterdagmorgen zouden we vertrekken naar Bourgogne. Vrijdagmiddag nog even tanken en een paar boodschappen doen… Opeens, oh help; het display van de auto geeft aan ‘Motersysteemherstel Spoed’.

Wij zijn allebei absolute ondeskundige klunzen met auto’s dus deze mededeling hakte er wel even in. Wat nu? Tot voor kort reden we in een oude Volvo en als daar wel eens een lampje brandde ging het vanzelf weer uit. Nu we in deze veel geavanceerdere versie rondrijden krijgen we dus serieuze mededelingen vanuit de boardcomputer van de auto. Dat hadden wij nog nooit voor onze kiezen gehad. Zou de auto er acuut mee ophouden? Spoed? De auto reed gewoon door en vertoonde geen rare streken, maar toch…

We reden in de periferie van de stad Luxemburg dus we besloten maar snel de aanwijzingen van het instructieboek te volgen: Zoek zo snel mogelijk een erkende Volvo dealer. Tja, vrijdagmiddag vier uur. File rondom de stad, en eer we daar weer uit waren… Terug naar ons huisje leek het ons het slimst om daar eens grondig uit te zoeken hoe en wat. Maar ja, een mens moet toch eten, dus eerst maar snel een paar boodschapjes in de grote Super. Mijn kop stond echt niet naar zorgvuldig inkopen doen dus we grabbelden wat bij elkaar. Uien, knoflook ( je kunt niet zonder), wat sla, tomaten. En er lagen netjes met prachtig verse Vongole. Dat was genoeg voor een troostrijke maaltijd!

  • voor twee personen
  • 1 netje vongole
  • scheutje olijfolie
  • 1 finke sjalot
  • 1 flinke teen knoflook
  • 1 grote tomaat of wat tomatenblokjes uit blik
  • scheut witte wijn
  • spaghetti of linguine

Was de schelpjes even zorgvuldig. Kijk goed of er geen zandschelp tussen zit. Verwarm intussen de olie en smoor daarin de sjalot en de knoflook. Bak de tomaat even mee. Blus af met de witte wijn. Breng op smaak met peper en wat zout. Laat de saus even inkoken.
Zet de pasta op en kook ze al dente. Voeg de schelpjes toe aan de saus en dek de pan af met een deksel. Schep een keer om. Let op: de schelpjes zijn heel snel open en de Vongole moeten niet te lang doorgaren, dan worden ze taai. Schep als alle schelpjes open zijn de afgegoten pasta bij de saus. Slobber de schelpjes, eet de pasta met de saus en geniet.

Kopje espresso toe.

Nou ja, en over die autoperikelen; Eenmaal thuis in Luxemburgs huisje vonden we via internet een goede garage bij Arlon (B). Na telefonisch contact zouden ze ons maandagmorgen kunnen helpen. En ach lezer, het kwam allemaal goed. De mensen in de garage waren bijzonder aardig, na een flinke tijd wachten was de auto uitgelezen en de kleine reparatie gedaan. Het garagepersoneel wuifde ons uit en wenste ons een fijne vakantie. De dinsdag verbleven we nog even in ons kleine huisje in Luxemburg om een beetje bij te komen van de schrik. Woensdag reisden we af naar het mooie Bourgondië. Een fijn huisje hier, met een prachtig uitzicht. Je hoort er nog over lezer!

© elen.